Voor deze man is wijn iets alledaags, en dat
moet het voor de Nederlanders ook worden,
zo meent Jan Zellenrath.
Met hetzelfde plezier waarmee hij over wijn
praat, schrijft Jan Zellenrath daar ook over.
Drie jaar terug verscheen van zijn hand 'Pra
ten over wijn'.
Voor z'n hobbies (o.a. tuinieren, Franse literatuur en geschiedenis) heeft Jan Zellenrath, ooknu
hij gestopt is met zijn actieve werkkring, nog steeds weinig tijd.
GEEN NONSENS
In zijn verhandeling over wijnen heeft de
heer Zellenrath altijd een 'geen-nonsens-
politiek' gevolgd. Zijn pleidooien voor de
Italiaanse wijnen zijn alom bekend, en heb
ben daar dire kt mee te maken: 'De Franse
wijnen genieten een bijzondere faam. En
dat heeft mede z'n weerslag gevonden in de
prijs die ervoor wordt betaald. Er zijn Ita
liaanse wijnen die net zo goed zijn als hun
Franse tegenpool, maar slechts eenderde
moeten kosten van de prijs van die Franse
fles. Echter, veel mensen vinden het niet
'sjiek' genoeg om een Italiaanse fles op
tafel te hebben. Terwijl ik blindproeverijen
heb meegemaakt waarbij Franse en Ita
liaanse wijnen door elkaar stonden en zelfs
de kenners geen verschil in kwaliteit kon
den vaststellen.' 'Maar men vindt in het
algemeen toch dat de goede wijn alleen uit
Frankrijk kan komen, en dat de wijn uit Ita
lië - nota bene de grootste wijnproducent
van Europa - per definitie slecht van kwali
teit is. Ik bestrijd dat, want zo zwart-wit ligt
het natuurlijk niet. Natuurlijk komt er ook
uit Italië wijn van mindere kwaliteit. En
iemand die daarmee kennis maakt, bijvoor
beeld in een 'pizzeria' waar men bij de
inkoop van wijn soms alleen maar oog heeft
voor de allerlaagste prijs, zal van een koude
kermis thuiskomen. Veelal betreft het dan
wijn uit het zonnige, zuidelijke deel van Ita
lië. De wijnranken gedijen daar door de
overvloedige zonneschijn uitstekend, maar
die wijn bezit niet die finesse die de wijn uit
Noord-I talië wél bezit. Dat zijn uitstekende
bewaarwijnen, die niet onder doen voor de
Franse wijnen.'
ALLEDAAGS
'Dergelijke verhalen steek ik niet af om de
Franse wijnen afbreuk te doen. Integen
deel zelfs. Waar ik voor ijver is dat wijn 'ei
gen' wordt aan de Nederlanders. Dat het
drinken van wijn niet berust op faam of mis
plaatst elitair gedoe. Het drinken van een
lekker glas wijn is voor de meeste Nederlan
ders nog teveel gebonden aan een bijzon
dere gelegenheid. Terwijl ik van mening
ben dat wijndrinken tot een normale alle
daagse gelegenheid gerekend moet wor
den. En gelet ook op de ontwikkelingen in
het vak-onderwijs heb ik wat dat betreft
veel vertrouwen in de toekomst. Het gaat
de goede kant op. Het publiek gaat wijn
meer en meer op smaak beoordelen dan op
al dan niet gevestigde namen, en dat vind ik
een prima ontwikkeling.'
17