In de kop van Overijssel en in het zuidwestelijke deel van de provincie Drente is de naam van
de firma Beijer in Meppel voor velen een begrip. Al generaties lang, want de oprichting van de
firmanaam W. Beijer dateert van 1829, toen er in bier, wijn en gedistilleerd werd gehandeld. Het
was de weduwe Beijer die aanvankelijk de zaken leidde, later opgevolgd door haar zoon
W.H. Beijer.
Brl Aan hetbeginvandezeeeuw,ompre-
9 cies te zij in 1906, ging de firma over
I in andere handen. Johan ter Braake
mocht zich toen de nieuwe eigenaar
annex directeur noemen. Anno 1985 is het
nog steeds de familie Ter Braake die de
zaak leidt ofschoon de naam dat niet met
een doet vermoeden. B.V.Handelsvereeni-
ging v/h W. Beijer is de wat nostalgisch aan
doende naam van de in een modern pand
op het Meppeler industrieterrein geves
tigde drankengroothandel. De Handelsve-
reeniging v/h W.Beijer maakt overigens
deel uit van een groter geheel, waarin de
naam Ter Braake wel degelijk voorkomt.
Dat is de Beheersmaatschappij G. ter
Braake Centrum B.V. Die beheersmaat
schappij werd in 1975 bij een reorganisatie
opgericht. Ze voert niet alleen het beheer
over het vastgoed, maar ook de directie
over twee dochtermaatschappijen: de eer
dergenoemde Handelsvereeniging èn de
Vrieshuis Beijer B.V. In de driehoofdige
directie hebben naast de heer G. ter Braake
sr. (65) zitting zijn 28-jarige zoon Gerard
die zich vooral met de drankenhandel
bezighoudt en diens zuster Gertrud (32).
Zij voltooide eerst haar studie bouwkunde
in Delft maar kon begin dit jaar de 'roep'
van het familiebedrijf toch niet weerstaan.
Het vrieshuis, onderhoud van de gebou
wen en de technische afdeling berusten
onder haar leiding. Al 36 jaar is de heer J.
Witte werkzaam bij de firma, en de laatste
14 jaar is hij als adjunct-directeur verant
woordelijk voor de verkoopafdeling.
IJS ZAGEN
De aloude Handelsvereeniging legde zich
in 1829 vooral toe op de handel in bier, wijn
en gedistilleerd. Dat hield waarschijnlijk
mede verband met de kleine bierbrouwerij-
tjes die destijds in Meppel waren gevestigd.
En dat daar bier werd gebrouwen sloot
logisch aan op de goede kwaliteit van het
water in die omgeving. De firma Beijer ont
dekte nog een ander toepassing met dat
zelfde water, 's Winters toog men gewapend
met zagen de bevroren watervlaktes op, om
stukken ijs uit te zagen. Die werden vervol
gens overgebracht naar geïsoleerde kelders
en daar bewaard tot de zomer aanbrak.
Dan werden de ijsblokken verkocht aan o.a
café's en restaurants waar met dat ijs onder
meer het bier werd gekoeld. Na verloop
van tijd gingen ook exportslachterijen in de
direkte omgeving gebruik maken van deze
ijsleveranties. Gelet op de stijgende vraag
naar ijs en het feit dat het elke winter
opnieuw maar afwachten was hoeveel ijs
moedertje natuur wenste aan te maken,
werd in de jaren twintig een eigen ijs
fabriek gebouwd. De laatste ijsbezorging
bij de plaatselijke horeca-ondernemers
vond plaats in 1951. Toen was deze omslach
tige en arbeidsintensieve manier van koe
len achterhaald door de opkomst van
modernere en meer economische appara
tuur. In de tussenliggende jaren, in 1935,
had Gerard ter Braake overigens weer een
ander braakliggend terrein ontdekt. Ten
tijde van de crisis stokte de export van vlees
en boter, en dat leidde tot de oprichting van
een koelhuis. In Meppel, mooi centraal
gelegen, werden de slagerijprodukten en
boter opgeslagen op het moment waarop
de prijzen laag waren. Zodra de prijzen
weer redelijk op niveau waren, werden de
goederen uit het vrieshuis gehaald en ver
handeld.
EIGEN PRODUKTEN
Bij de firma Beijer stond men dus niet stil,
en datzelfde gold voor de handelsvereeni
ging die goed boerde en regelmatig werd
uitgebreid. Men handelde trouwens ook in
eigen produkten, zoals van de eigen distil
leerderij die vandaag de dag nog steeds
bestaat en waar ondermeer Beijer's jonge
jenever en beerenburg wordt geprodu-
Rechts op de foto de heer G. ter Braake sr. met tegenover hem zijn dochter en daarnaast zijn
zoon. De vierde persoon is de heer J. Witte.
18
1 Het rijke verleden
H van Beijer in Meppel