Darlant du pin
PIEMONTE
Een gelukkig eiland
aan de voet van de beigen
DOOR J. ZELLENRATH
Wanneer ik de namen Tiëmonte en Valle d'Aosta' neerschrijf, denk ik aan een volmaakt natuur
gebied, dat me telkens opnieuw in vervoering brengt. Volmaakt, mag overdreven klinken, maar
er zijn zoveel facetten van toeristische en culturele genoegens in deze namen vervat, dat ik aan
superlatieven te kort kom. In de zomer veel fris groen in een konstant mild klimaat en in de
winter bieden de soms meer dan 2.000 m. hoge bergen volop gelegenheid voor wintersport, ter
wijl in het laagland de temperaturen niet extreem laag zijn. Overal bewijzen van een oude
beschaving en een voelbare historische band met de omringende landen over de Alpen. Het dal
van de Aosta wordt wel eens "een gelukkig eiland" genoemd.
De Italianen schrijven Piemonte en
zeggen 'pjeemonte'. Zij spreken
elke klinker afzonderlijk uit en heb
ben dus geen deelteken (trema)
nodig. In het Engels schrijft men Pied
mont. Dat herinnert nog aan Piedimonte of
Piedimontani dit betekent aan de voet van
de bergen. Die naam is illustratief. Wan
neer ik per vliegtuig naar Italië reis, pro
beer ik altijd een plaats aan het raampje te
bemachtigen. De bruin-grauwe toppen van
de Alpen-gordel waarover men minuten
lang vliegt, boeien me in een bewustwor
ding van nietig zijn. De immense verlaten
heid wordt minder benauwend wanneer
men met het hoofd tegen het glas, steil
omlaag in de diepte kleine vlekjes groen
bespeurt, waar mensen kunnen wonen.
In de geschiedenis heeft Piemonte een
belangrijke en tijdelijk zelfs dominerende
rol gespeeld. De overheersing van Lombar-
dije, Emilia Romagna, de Marken,
Umbrië, Zuid-Italië met de eilanden Sicilië
en Sardinië, in de negentiende eeuw, is tot
op vandaag van invloed op handel en indus
trie. In de jaren zestig kwamen veel arbei
ders vanuit het arme zuiden naar Turijn om
in de auto- en banden-industrie een
arbeidsplaats te vinden. Fiat verschaft werk
aan 300.(XX) mensen. Het gemiddelde inko
men per hoofd der bevolking, is op twee na
het hoogst van Italië.
Als hoofdstad van het voormalige Piëmon-
tees-Sardijnse koninkrijk, straalt Torino
een opmerkelijke glans uit. Een prachtig
paleis en een wereldberoemde bibliotheek
zijn getuigen van kunstzin en intelligentie.
Een sterke verwantschap met Frankrijk
komt zowel in het maatschappelijke leven
als in het dialekt tot uiting. Bijna overal kan
men met de Franse taal terecht. Italië kijkt
met bewondering naar Piëmonte, als naar
een ander land waaraan het zich zou kun
nen spiegelen. Dank zij het welvarende ver
leden worden er vanouds grote wijnen
geproduceerd, gerekend tot de beste van
Italië.
KUNDE
Het is een oude regel, dat topkwaliteit
slechts wordt nagestreefd wanneer afne
mers bereid zijn dergelijke produkten met
redelijke prijzen te waarderen. Er zijn
enkele voorwaarden die de produktie van
hoge wijnen mogelijk moeten maken. Op
de eerste plaats noem ik de kunde van de
wijnbouwers. Sterk gebonden aan traditie,
aanvaardt men in Piëmonte met moeite de
moderne vinificatiemethoden, die elders
wel eens al te lichtvaardig, vaak uit finan
ciële overwegingen, in praktijk worden
gebracht. Hier worden nog wijnen opge
kweekt die met glans een flesserijping van
meer dan twintig jaar doorstaan. Helaas
worden ze meestal veel te vroeg gedron
ken. Sommige Barolo's presenteren pas
twaalf jaar na de oogst hun volle rijkdom.
Reeds bij de aanplant van druiverassen
moet overwogen worden of men kwaliteits
wijn wil produceren in beperkte hoeveel
heid of tafelwijn in grote volumen. Het een
sluit het ander meestal uit. In Piëmonte
heeft men overwegend voor het eerste
gekozen. Ter illustratie volgen hier de per
centages in de totale aanplant voor rode
wijnen: Barbera 52%, Dolcetto 14% en
Nebbiolo 3%Uit de Cortese (2'A%wordt
een voortreffelijke witte wijn gewonnen.
Moscato (7>/2%) voor de produktie van
mousserende en stille wijnen is een onder
werp apart. Totaal dus een aanplant van
71 V4% plus nogeens 7'/2% Moscato. Onder
de resterende 20% vallen nog te noemen
Freisa, Grignolino en Erbaluce als naamge
ver aan geklasseerde wijnen. Minstens
40% van deze wijnstokken is ouder dan 30
jaar, het rendement loopt dan terug, maar
de plant levert hogere concentratie van aro
ma's in de druiven. Ongeveer 10% is jonge
aanplant, waarvan pas vanaf het zesde jaar
rendement verwacht mag worden. De
oogst begint gewoonlijk vanaf 10 septem
ber met als eerst rijpende de Moscato als
witte druif. Dolcetto is de eerste blauwe
druif, gevolgd door Barbera met als laatste
de beroemde Nebbiolo, eind oktober (ter
plaatse Spanna genaamd). Daarvan komen
de beste wijnen uit de Piëmonte. Dit ras
wordt reeds genoemd in de 13e eeuw, als
Nebiolius. Twee daaruit gewonnen wijnen,
genieten wereldfaam onder de namen
Barolo en Barbaresco uit de omgeving van
Alba.
Veel fris groen in Piëmonte, zoals in de omgeving van de plaats Allesandria.
16