Iepen in de bouwerij "De Voetangel door de eeuwen heen" 'if Wie over het water een blik werpt op De Voetangel in de gemeente Ouderkerk aan de Amstel, meent niet direct van doen te hebben met een uitspanning met een al eeuwenoude geschiedenis. Maar eenmaal dichterbij kan men onder de naamsaanduiding in fraai gestyleerde letters lezen: 'Sinds 1626 Herberg Uitspanning enTolgaardershuis'. ACTIVITEITEN VAN HETHEINEKEN BOUWBUREAU Waar de naam De Voetangel van daan komt is niet met zekerheid te zeggen. Wel weten we dat daar in de 15e eeuw al een opstal stond, die in oude volksverhalen voorkomt als een drankgelegenheid die veel bezocht werd doorgeesten, spoken en duivelen. De ligging in een zeer moerassig, mistig gebied zal bij deze verhalen zeker een rol hebben gespeeld. We weten dat de stad Amsterdam in de middeleeuwen al het visrecht over dit gebied bezat, en enkele opstallen had (vooral bij bruggen) waar men toezicht hield op het zwart vissen. De Voetangel lag bij zo'n brug over de Waver, op de drie sprong van de belangrijke wateren, de Holendrecht en de Bullewijk. Maar hoe dan ook, het eerste officiële herberg-tol huis werd in 1626 gesticht door de stad Amsterdam. Men was met Utrecht over eengekomen om een zand- en jachtpad langs de verbindingswateren te leggen. Ook de brug moest worden vernieuwd, en wel zodanig dat een met paarden bespan nen wagen de brug kon passeren. Bestekte keningen en gegevens over de aanbeste ding zijn nog steeds bewaard gebleven. PACHTER De eerste pachter was Pieter Jacobs, voor de som van f 1.000,- per vier maanden. De laatste pachters waren Manus Leurs en later zijn zoon Rijk Leurs. Op 1 mei 1916 werd de tol opgeheven en de gemeente Amsterdam verkocht het geheel, met de verplichting de herberg met alle opstallen af te breken m.u.v. het bruggenhuis. Zo kwam er een voorlopig einde aan het bestaan van deze herberg. Hoe de herberg deze drie eeuwen bij de gelovige bevolking overkwam vinden we terug in veel streek verhalen. Hierin nam zelfs de duivel deel aan de drinkfeesten, soms in de gedaante van een zwart paard met witgloeiende hoe ven dan weer als een adembenemende mooie vrouw. Een rijmpje uit die tijd luidt: 'Hen die in de taveerne verkeeren en met de deernen hoereeren sal de sancker verteeren'. Ans en Richard Leurs met hun kinderen Henk en Corrie en de bouvier Roland. De afbraak in 1916 moet de leverancier van destijds een gevoelige klap hebben opgele verd. Als we de verhalen mogen geloven werd de jenever er destijds in biervaten aangeleverd... TURFSCHUUR Van 1916 tot 1921 heeft het terrein braak Kijkje over het water op De Voetangel. gelegen. In 1921 bouwde F. Landwehr een nieuwe Voetangel. Deze kwam in 1931 weer in het bezit van de familie Leurs, die zich had toegelegd op turf- en kolenhandel. In 1925 heeft men de turfschuur gebouwd naast het café. Deze combinatie werd in 1968 door de huidige eigenaar Richard Leurs van zijn vader Driekus Leurs overge nomen. Door de komst van het aardgas stortte de turf- en kolenhandel in en daarop besloot Richard zich weer geheel op de horeca toe te leggen. Een plan om daar een caravan-park te stichten was door tegen werking van de overheid niet te realiseren. Richard besloot toen de zeer gammel gebouwde 2e Voetangel af te breken en er een geheel nieuw café-restaurant neer te zetten, met behoud van de turfschuur. Plan nen voor de nieuwbouw werden gemaakt en er kwam een gepeperd prijskaartje aan te hangen. Ondanks alle negatieve rappor ten van het bedrijfsschap Horeca en andere instanties, waardoor geen brouwerij hem wilde steunen, zette Richard toch door. En het Heineken bouwbureau bleef hem daar bij adviseren. In 1974 ging letterlijk de beuk erin en werd Voetangel 2 afgebroken. Op 12 juni 1975 stond de derde (of wie weet hoeveelste) Voetangel op de eeuwenoude funderingen. Het werd een geweldig bedrijf. Een gezellig, goed café met eetgele genheid. terwijl in de turfschuur (waarvan de wanden geheel met turf bekleed waren) het a la carte gebeuren plaatsvond. Onder T.V\01 20

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Tap en Schap | 1985 | | pagina 20