Darlant du Min
De geschiedenis van de wijn als uiting van beschaving en verfijnde eet- en drinkgewoonten
begint eigenlijk al in de achtste eeuw. Kloostergemeenschappen verwierven, al of niet afge
dwongen, een macht die gelijk gesteld kan worden aan de wereldlijke overheid.
Deel 2
DOOR J. ZELLENRATH
Geschiedenis van de wijnhandel
Het algemene landschapsbeeld toont het
'kasteel' op de heuvel waar de 'seig
neur' resideert - afgeschermd door gracht
en ophaalbrug of steile rotswand. Daarom
heen groept zich de gemeenschap onder de
hoede van de kerk. Van deze parochie
wordt de kasteelheer meer en meer afhan
kelijk. Dikwijls ziet hij zich gedwongen ver
worven, noem het zich toegeëigend of
gestolen, bezit te verkopen aan schuldeisers
c.q. het klooster. Dikwijls ook zal hij zijn
bezittingen nalaten als aflaat voor zijn
meestal zwaar belaste ziel, waardoor zijn
nazaten steeds meer macht moeten inleve-
Daarvan zijn vele voorbeelden te noemen.
Belangrijk is, om eens wat te noemen, het
korte snoeien ter bevordering van kwali
teitsconcentratie in de vruchten. Hier en
daar was het bemesten van wijngaarden
verboden omdat men meende daarmee de
produktie te forceren terwijl de mest ook
slechte invloed op de smaak van de wijnen
zou hebben. Aangetoond werd, dat bemes
ting weliswaar gelimiteerd moest zijn, maar
overigens onontbeerlijk was om uitputting
van de bodem te voorkomen.
Interessant is het om te lezen, dat prieel-
bouw of geleiding van de wingerd tegen een
muur, zoals men in Noord-Italië nog steeds
ziet, in de Bourgogne alleen rondom het
eigen woonhuis mocht worden toegepast.
Reeds in de veertiende eeuw is er sprake
van uitgebreide bezittingen aan wijngaar
den van geestelijke orden, zoals de abdij
van Cluny met 30.000 hectaren, beheerd in
een perfekte administratie.
Zo vinden we aantekeningen van grondver
zet. Met de beperkte middelen van die tijd,
werden grote hoeveelheden mergel naar
De toegang tot een ommuurde wijngaard
'Clos' genaamdzoals ze eeuwenlang be
stonden.
wijngaarden gebracht die daarmee minder
bedeeld waren. Aldus werd een bepaalde
standaardisatie in kwaliteit bewerkt.
Men veronderstelt, dat rond de veertiende
eeuw de kennis van viticultuur (wijnbouw)
en vinicultuur (wijnbereiding) op zo'n peil
gekomen was dat de geproduceerde wij
nen, afkomstig van gerenommeerde wijn
gaarden, te vergelijken zouden zijn met de
produkten zoals wij die kennen.
In die tijd werd ook het 'Hospice de Beau-
ne', aanvankelijk l'Hótel Dieu geheten,
gebouwd, een tehuis voor de armen, gefi-
nancieerd met de opbrengst van wijngaar
den (beschreven in Parlant II, maart 1978
en in Praten over Wijn).
WIJN EN GENEESKRACHT
De monniken hadden uitgebreide lectuur
en kennis van geneeskrachtige kruiden.
Dagelijks, in alle vroegte, werden verse
groene kruiden verzameld. Wortels en
harde delen van een plant werden
gedroogd, daarvan werd later op elk
gewenst moment een aftreksel gemaakt.
Om de verse kruiden te kunnen bewaren,
werden ze in allerlei dranken verwerkt.
KENNIS
De monniken zijn vlijtig, zij weten hun ver
worven bezittingen goed te beheren.
Omdat ze kunnen lezen en schrijven,
althans sommigenzijn ze in staat gebruik te
maken van geschreven ervaringen of eigen
bevindingen door te geven. Dit is van
onschatbare waarde geweest voor de land
bouw in het algemeen en wat ons betreft,
voor de wijnbouw in het bijzonder. De ken
nis van planten kweken en veredelen die in
voorafgaande tijden van generatie tot gene
ratie was doorgegeven naar plaatselijke
gebruiken, werd meer verbreid en toege
past.
Het klooster 'Eberbach' in de Rheingau van
waaruit de monniken eeuwenlang hun werk
dag in de wijngaard begonnen.
20