Een schildering in de graftombe van Nakht:
De boomgodin offert haar gaven aan de
overledenen.
Wanneer we terugkeren naar de soort wijn
in het Rome van begin onzer jaartelling,
valt op dat deze zwaar en zoet of zout moet
zijn geweest. Men placht de wijnen met ge
bruikmaking van zonnehitte te koken. Zul
ke wijnen "vin cotto" genaamd, zijn door
verdamping ingedikt. Ze konden meer dan
honderd jaar bewaard worden. Een andere
manier van conserveren was het toevoegen
van zout. Beide, de zoete en de zoute wij
nen, werden met water aangelengd. Soms
werd daartoe warm water aan tafel geser
veerd.
Van de Grieken weten we, dat ze hars
-rezin- als conserveermiddel gebruikten.
Deze hars gaf aan de wijn een bepaalde
smaak die tot op de dag van vandaag door
Grieken wordt gewaardeerd. Nu de hars
voor het conserveren niet meer nodig is,
wordt hij nog voor de smaak aan de wijn
toegevoegd. De aldus bewerkte witte wijn
heet in onze dagen Retsina en de rode wijn
Kokkineli.
VERVOER VAN WIJN
De kunst van het pottenbakken was door
de Grieken uitgevonden en het produkt
werd door de Romeinen terracotta
genoemd. Zij vervaardigden amforen die
soms wel tachtig liter konden bevatten. De
inhoudscapaciteit werd per exemplaar
ingebakken. De amforen waren aan de
onderzijde puntvormig. Ze konden dus
niet staan, maar werden geplaatst in gaten
die in de grond voor dat doel aanwezig
Uitsnede uit een fresco van 1500 v. Christus. Rechtsboven het uitpersen van de druiven.
waren. Op deze wijze werd de kwaliteit van
de wijn beschermd tegen overmatige ver
hitting als gevolg van hoge temperaturen.
Voor het transport van wijn vanuit de
opslagplaats naar schepen in de haven had
men "oenoducts" aangelegd, goten uitge
houwen in natuursteen waarin de wijn van
een hoger punt naar het houten vaatwerk in
een schip vloeide.
Er is ook sprake van potten met één of twee
oren -urnen- genaamd met een gestandaar
diseerde inhoud van 13,72 liter. Zo werd de
gemiddelde produktie van een wijngaard
uitgedrukt in zeshonderd urnen per mor
gen. Een morgen is een moeilijk hanteer
bare vlaktemaat die qua omvang van streek
tot streek verschilt.
Pas in de twaalfde eeuw na Christus is
sprake van mondgeblazen glaswerk. Deze
flessen waren eivormig en konden dus niet
staan. Voor het vervoer waren ze in
gevlochten stro gewikkeld dat was voorzien
van een afgevlakte onderzijde. Deze fles
was het begin van wat we in onze dagen
kennen als de "fiasco", een afgeknotte
chiantifles.
WAARDEBEPALING VAN WIJN
Samen met brood en olijfolie behoorde
wijn, als gezegd, tot het dagelijkse levens
middelenpakket in landen rond de Middel
landse Zee. Wijn kostte, ook naar onze
hedendaagse maatstaven gerekend, slechts
enkele centen per liter. Uit geschriften is
bekend, dat sommige met name genoemde
kwaliteitswijnen meer dan het tienvoudige
daarvan opbrachten.
De opbrengst per hectare van eenvoudige
wijnen in Zuid-Italië was zeer hoog, er
wordt zelfs gesproken over honderdtachtig
hectoliter per hectare. Interessant is een
prijscalculatie uit die tijd waar als kosten
factoren worden genoemd: aanschaffen en
gereedmaken van de wijngaard, aanschaf
van slaven, kosten van levensonderhoud
van die slaven, wat zes procent van de prijs
van wijn uitmaakt. Een slaaf kostte onge
veer hetzelfde bedrag als een morgen, dat
is een stuk grond dat de man in een halve
dag kon bewerken. Prijsvergelijkingen met
twintig eeuwen geleden zijn overigens op
geen enkele wijze mogelijk, aangezien veel
handenarbeid van toen in onze dagen door
de machine wordt verricht.
Met de beschikking over doelmatig fust-
werk en de mogelijkheid tot waardebe
paling met behulp van inhoudsmaten, was
wijn een internationaal verhandelbaar arti
kel geworden. We lezen in één zin: Purper
uit Tyrus en Sidon, vruchten uit Spanje,
olijven uit Griekenland, koren uit Sicilië en
wijn uit de Provence.
Dit schrijvende, moet ik denken aan een
citaat uit de Griekse mythologie dat lijkt op
cynisme: "Les dieux, se repentant des para
dies arrachés aux pauvres hommes, leur
ont donné la vigne en l'espérance qu'elle
allait leur rendre un peu des joies qu'ils
avaient perdues".
Vertaling: De goden, vol van berouw
omdat ze het paradijs aan de arme mensen
ontnomen hadden, hebben de wijnstok
gegeven in de hoop dat deze hun iets van de
vreugde zou teruggeven, die ze verloren
hadden.
Wordt vervolgd.
25