Van Beigen op Zoom naar Bunnik: B3
Eerder dit jaar kon u in Tap en Schap lezen over de oorsprong van Van Vollenhoven's Stout.
Wij doken in de geschiedenis en gingen terug naar het begin. In dit nummer doen we dat weer.
Maar nu gaan we terug in de geschiedenis van B3. Een produkt waarvan de naam alleen al de
vraag oproept: "Wat zit hier achter?"
Om de oorsprong van B3 te achterhalen
moeten we het ver buiten het Utrechtse
Bunnik zoeken. In West-Brabant, Bergen
op Zoom, om precies te zijn. Daar werd in
het eerste vredesjaar na de Tweede We
reldoorlog een bedrijf gesticht dat zich ging
toeleggen op de fabricage van vruchtesap.
Grondlegger van dat bedrijf was toen de
29-jarige Cornelis Becht. Opgegroeid in
een gezin waarin de frisdrank een belang
rijke rol speelde, zijn vader bezat samen
met een broer naast de "N.V. Distilleerde
rij en Likeurstokerij v/h Wed. C.J. Becht
en Zonen" een limonadefabriekje, bezon
hij zich in de Tweede Wereldoorlog op de
toekomst van de frisdrankenindustrie.
GEVANGENIS
De jonge Becht had in Zwitserland en
Duitsland vooral gezien dat appelsap een
volksdrank was. Toen hij tijdens de oorlog
vanwege zijn verzetsactiviteiten in de ge
vangenis belandde, gebruikte hij zijn tijd
om een plan uit te werken waarin het over
de grens zo populaire appelsap centraal
stond. Direct na de oorlog werd dat plan de
basis voor Becht's Dranken Industrie.
Becht junior had zijn vader niet kunnen
overtuigen van de kansen van vruchtesap
en was daarop zijn eigen weg gegaan. Voor
twaalfduizend gulden kocht hij uit handen
van de sloper de al dertig jaar leegstaande
Beiersch Bierbrouwerij in Bergen op
Zoom aan. Nu de naam Becht's Dranken
Industrie valt is hiermee meteen de her
komst van het merk B3 verklaard: de af
korting hiervan leveren de letters B Dr I op
dat later werd "vertaald" naar B3.
ZEEUWSE KWEKERS
Van doorslaggevend belang voor het suc
ces van de nieuwe sappenfabriek was de ze
kerheid van levering van voldoende fruit
tegen een redelijke prijs. Om die zekerheid
te verkrijgen werd een aantal vooruitstre
vende Zeeuwse fruittelers -alle appels voor
de produktie kwamen uit de Zeeuwse
boomgaarden- als aandeelhouder bij het
vruchtesappenbedrijf betrokken. Op die
manier kon worden bewerkstelligd dat ie
der jaar een vaste prijs -los van die van het
zogenaamde handfruit- kon worden afge
sproken. Lang heeft dit kwekers-aandeel
niet geduurd. In 1948 werden de aandelen
teruggekocht.
ONDEREIND
Voor de produktie van appelsap werd na
tuurlijk niet het hand- of tafelfruit gebruikt.
toen zorgde de hoge temperatuur voor de
steriliteit van het produkt. Een andere me
thode voor opslag in die tijd waren grote
houten vaten van zeshonderd liter. Het
duurde dan ook niet lang voordat overge
schakeld werd op een andere manier van
bewaren. Aan het eind van de veertiger ja
ren dikte men het sap zes maal in door het
water te laten verdampen. Het aroma werd
daarbij teruggewonnen. Met een suikerge
halte van 65% bleef het extract uit zichzelf
houdbaar. Daarmee was het opslagpro
bleem opgelost. Voor het afvullen werd het
weer met water vermengd waardoor de ge
wenst verhouding ontstond.
De opslag van sap in vroeger jaren: Er werden houten fusten van 600 liter inhoud gebruikt
en grote glazen flessen waarin 25 liter sap werd bewaard.
In kwekerstermen bestaat er iets als "on
dereind". Dat is dat fruit dat te klein was of
te misvormd om als tafelfruit op de markt
te worden gebracht. Die appels werden ge
perst en het verkregen sap werd opgesla
gen. In die jaren was de opslag van het sap
een geweldig probleem. In de oogsttijd
werden de appels aangevoerd en moesten
allemaal ineens worden geperst om in het
volgende voorjaar als appelsap verkocht te
worden. Het sap werd opgeslagen in grote
ballonflessen van 25 liter. Net als nu, zie het
kader, gebeurde dat bij hoge temperatuur.
Bij afkoeling kromp het sap en een rubber
dop op de fles ving de overdruk op. Ook
TERUGVAL
In 1949 viel plotseling de consumptie van
appelsap terug. Een merkwaardig ver
schijnsel deed zich voor. Suiker ging "van
de bon" en dat betekende dat de limonade-
fabrieken voor het eerst sinds de oorlog
weer konden produceren. De consument
gaf de voorkeur aan de weer verkrijgbare
ümonades: appelsap dat doorlopend ver
krijgbaar was geweest, voor de fabricage
was immers geen suiker nodig, werd als een
surrogaat beschouwd. In tijd van nood
weet men elkaar te vinden. Zo ook de sap
penfabrikanten. De Brabantse Becht
kwam in contact met de directie van het
Limburgse bedrijf Polar. In de oude St.
Servaasbrouwerij in Maastricht maakte
Polar vruchtesappen. Becht's Dranken In
dustrie en Polar, waarin de Heineken en
Amstel Brouwerij een aandeel hadden, be-
20