horeca ondermenDOOR J. REPPEL "DE KUL" IN DENEKAMP trekpleister voorde jeugd uit wijde omgeving Op 1 mei bestaat 'De Kul' honderd jaar. In die lange periode hebben vele veranderingen plaatsgevonden, die hebben bijgedragen tot de vorming van het bedrijf zoals het er nu uitziet: een horeca-object met een capaciteit voor twaalfhonderd bezoekers, dat zich wekelijks mag verheugen in een zeer grote belangstelling van de iets oudere jeugd, die van heinde en ver komt om het bedrijf te bezoeken. Overgrootvader Olde Dubbelink sticht te een eeuw geleden het café, onder de naam 'Het Dorstige Hert'. Daar kwa men toen de mensen uit de boeren stand die hun paarden lieten beslaan in de achter de zaak gelegen smidse. Steevast kregen zij de eerste borrel gratis aangeboden. Even voor de tweede wereldoorlog werden er een zaaltje en een kegelbaan bijgebouwd, maar in 1955 moest de kegelbaan plaatsmaken voor uitbreiding van de zaalcapaciteit omdat de belangstelling voor het huren van een zaal steeds groter werd. Gelijktijdig werd de sme derij omgebouwd tot bioscoop, die werd geëxploiteerd tot 1961. Toen de bisocoop gesloten werd, kwam er ruimte vrij voor twee bars, die noodza kelijk waren om aan de grote vraag te kunnen blijven voldoen. Vier jaar later kreeg het bedrijf de toepasselijke naam 'De Kul', hetgeen in Twente 'Het Varken' betekent. BIJNAAM 'Daar zit een verhaal aan vast', zegt de 31-jarige Martin Olde Dubbelink, sinds 1975 eigenaar van het bedrijf, en hij licht dat toe: 'Mijn overgrootvader kreeg veel mensen uit de boerenstand in de zaak. Deze raadden hem aan om een varken te kopen dat dan gevoederd kon worden met de overgebleven etensresten van partijtjes. Mijn over grootvader had helemaal geen ver stand van het boerenbedrijf en toen hij eens met dat beest naar een boer ging om het te laten dekken bleek het een mannelijk varken te zijn. Dat ging als een lopend vuurtje door Denekamp en vanaf die tijd noemde iedereen mijn overgrootvader 'De Kul' 1 In 1974 werd het florerende bedrijf door een felle brand geheel verwoest, maar de familie Olde Dubbelink was geenszins van plan om bij de pakken te gaan neerzitten. Met vereende krach ten werd aan de wederopbouw begon- Welke verkoopfilosofie streeft deze horecaman na? Martin Dubbelink zet dat uiteen: 'Mijn streven is er helemaal op gericht om de mensen die ons bedrijf bezoeken een zo breed moge lijk pakket aan te bieden, zodat zij hier alles kunnen vinden wat zij verlangen. Het bleek dat er behoefte bestond in deze omgeving aan een bowling. Daar moet je dan op inspelen. Aan het interieur is bewust veel aandacht be steed, de mensen moeten er zich pret tig voelen en daarom is het geheel zo sfeervol mogelijk ingericht met ge makkelijke zitjes, een vloerbedekking in warme kleuren, een goede geluids isolatie en veel lichteffekten door mid del van spotjes. De menukaart hebben we beperkt gehouden en de nadruk is gelegd op het vlees. We hanteren bo vendien een schappelijke prijsstelling omdat het eten gezien moet worden als een service bij het bowlen. Voor men sen die een avondje gaan bowlen moet het betaalbaar blijven. De bowling is dagelijks geopend van twee uur 's mid dags tot één uur 's avonds met uitzon nen. Op 12 juli 1975 waren de fraaie dancing en feestzaal voltooid en kon de feestelijke heropening plaatsvinden. Vier jaar later werd de feestzaal her schapen in een bowling en een moder ne disco-dancing. Maar Martin Olde Dubbelink heeft de opbouwfase nog steeds niet afgerond. Dat zal pas gebeuren als in de loop van dit jaar de bouw van het restaurant en snelbuffet gerealiseerd is. BREED PAKKET De huidige eigenaar is een man die weet waar hij over praat als het om de horeca gaat. Hij volgde de Hogere Hotelschool in Den Haag. Daarna was hij zes maanden in opleiding bij het Heineken Rekencentrum te Rotter dam in de administratief-organisato- rische richting en op dat terrein werkte hij vervolgens in vele gerenommeerde hotels. Ook zijn echtgenote deed de nodige horeca-ervaring op; zij werkte onder andere bij de 'Heineken Hoek' te Amsterdam. 20

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Tap en Schap | 1981 | | pagina 20