loopt zelfs goed in zaken waar het prijs verschil met lager geprijsde eigen of an dere merken niet meer bedraagt dan ongeveer een dubbeltje. De kracht van Sisi ligt in het feit, dat het merk nog steeds een hoge mate van be kendheid en vertrouwen bij de consu ment heeft. Voor de handel komen daar nog de voordelen van de standaardfles- sen en -kratten van Vrumona bij (minder sorteerwerk). Het realiseren van een redelijk rende ment op sinas is uiterst moeilijk maar wel haalbaar mits: het aantal sinasmerken in het assorti ment tot twee, hooguit drie, wordt be perkt; aan sinas niet meer dan 20 procent (grote supers) a 25 procent (kleine zaken) van de schap- of displayruimte wordt toegewezen; er gezorgd wordt voor voldoende prijsdifferentiatie tussen de gevoerde sinasmerken (dus niet twee of meer merken tegen vrijwel dezelfde prijs); sinas slechts bij uitzondering als stunt artikel wordt gebruikt (de consument wantrouwt het produkt toch al door z'n lage prijzen); meer aandacht wordt geschonken aan hoger geprijsde vruchtenlimonades, met name cassis, de belangstelling hiervoor neemt weer toe. Cola's: profiteren van groei Uit grafiek 6 blijkt, dat het colasegment nog steeds gezond groeit. Pepsi en Coca-Cola zijn in dit segment de grootste merken. In 1978 waren ze samen goed voor ruim vijftig procent van het via de levensmiddelensector ver kochte colavolume en zelfs voor bijna 65 procent van de geldomzet. Hun geza menlijke volume-aandeel in de totaal markt voor cola bedraagt zelfs circa 75 procent! In de grotere zaken (GWB/Coöp en dis counters) is cola inmiddels de grootste smaak geworden, bij middelgrote en kleine zelfstandigen zal deze ontwikke ling nog wel even langer duren. Deze laatste groepen doen er goed aan de cola-ontwikkeling wat meer te „sturen" ten gunste van hun rendement. In de Randstad hebben de cola's de vruchtenlimonades achter zich gelaten, in het noorden, oosten en zuiden van het land is dat nog slechts een kwestie van tijd. Prijs is ook in dit segment weliswaar een factor van betekenis. Maar uit het feit dat bijvoorbeeld een liter Pepsi in de winkel gemiddeld ƒ1,10 kost, terwijl de gemid delde literprijzen van de meeste overige merken variëren van ongeveer ƒ0,70 tot circa ƒ0,85, blijkt dat het vertrouwen in en de voorkeur voor de merkartikelen van de consument zeer groot is. In grote supers mag aan cola gerust minstens 30 procent van de schap- of displayruimte worden gegeven; in klei nere zelfstandige zaken minstens 25 procent. Uit pure rendementsoverwegingen zou de handel zich kunnen beperken tot de twee topmerken. Het opnemen van lager geprijsde eigen of andere merken kan uit assortiments- en concurrentie-overwe- gingen voor de hand liggen, maar levert gewoonlijk weinig of geen rendement op. Lemon-lime: sterk in één merk In 1978 was Seven-Up volgens het marktonderzoekbureau Nielsen goed voor 43 procent van het lemon-lime vo lume in de winkelsector, en voor 55 pro cent van de geldomzet. Het aandeel van lemon-lime dranken in de totaalmarkt stabiliseert zich op een niveau dat schommelt tussen 22 en 24 procent. Zij zijn daarmee de aandacht ten volle waard. Uit grafiek 7 blijkt de sterke positie van Seven-Up in dit segment nog eens extra duidelijk. Die positie is mede te danken aan Seven-Up suikervrij, welk produkt in 1978 ruim 8,5 procent van het totale Se- ven-Up volume voor z'n rekening nam. Ook Seven-Up kan zich, ondanks het feit dat het gewoonlijk ƒ0,35 a ƒ0,40 hoger geprijsd is dan de overige lemon-lime merken, uitstekend ontwikkelen. De zware reclame- en promotie-ondersteu ning werpt ook hier haar vruchten af. Daarom mag Seven-Up feitelijk in geen enkel assortiment ontbreken. Een toewijzing van 40 tot 80 procent van de voor lemon-lime beschikbare dis playruimte (40 procent voor de grootste zaken, 80 procent voor de kleine zelf standigen) aan het merk Seven-Up is zonder meer verantwoord. Het is voorts verstandig tussen Seven-Up normaal en Seven-Up suikervrij een verhouding van 10:1 aan te houden. Tenslotte is het van vitaal belang Seven- Up suikervrij naast Seven-Up regular in het schap te zetten. Seven-Up suikervrij is namelijk niet bedoeld als typisch „dieetprodukt", maar „voor iedereen die op suiker let". Tonic en Bitter Lemon: de feiten spreken voor zich! Het tonicvolume in de levensmiddelen sector lag in 1978 volgens Nielsen op zo'n 11 miljoen liter, dat van bitter lemon op circa 4 miljoen liter. Het gaat hier dus niet om indrukwekkende hoeveelheden. Toch zijn deze produkten interessant, namelijk door hun hoge prijs en hun na venante marge. Zowel in het tonic- als in het bitter-le- mon-segment heeft Royal Club een aandeel van meer dan 50 procent, waarmee dit merk op beide fronten de uitgesproken marktleider is. Opvallend is overigens de wel zeer snel le groei die bitter lemon momenteel doormaakt in de levensmiddelensector. Vergelijken wij de door het marktonder zoekbureau Nielsen gemeten omzetten over het eerste halfjaar van 1979 met die in het eerste halfjaar van 1978, dan blijkt, dat het volume met zo'n 35 procent is toegenomen. Royal Club Bitter Lemon realiseerde in het eerste halfjaar van '79 zelfs een groei van ruim 75 procent ten opzichte van dezelfde periode in 1978. Tonic en bitter lemon leveren voor de OSis Seven-Up meUie^^®ji 9

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Tap en Schap | 1979 | | pagina 9