B.ERQELS
Een enthousiast man nam afscheid
Namens Heineken sprak de heer J. Kort
hals Altes
len-
een
vijn-
ti kei
aart
i en
arti-
eeft
een
ten,
;zen
i 27.
t in
rps-
met
ïeer
hoe
een
op
reel
ij is
uis-
de
en
van
aat-
ani-
een
wat
je te
De heer Engels tijdens zijn afscheidsspeech
Op 27 september jl. werd nog eens
duidelijk dat de heer J. B. Engels een
bijzondere figuur is met bijzondere
eigenschappen en bijzondere ideeën
over het horecagebeuren.
Op bovengenoemde datum was een
groot aantal leerlingen van de hore-
casectie van de Streekschool voor
Beroepsbegeleidend Onderwijs „Gil-
devaart" te Nieuwegein met leer
krachten, bestuursleden en verte
genwoordigers van vakorganisaties
bijeen om officieel afscheid te nemen
van hun „Hoofd": de heer Engels.
Een afscheid dat eigenlijk geen wer
kelijk afscheid was, omdat, zoals een
van de sprekers het uitdrukte „de
heer Engels de volgende dag via de
achterdeur weer zou binnenkomen
om zijn functie voorlopig nog waar te
nemen totdat er een opvolger be
noemd is. En dan nóg zou hij wel niet
ophouden..." Dat de heer Engels he
lemaal in horecasfeer denkt is niet zo
verwonderlijk. Hij stamt uit een be
roemd horecageslacht, nog steeds
voortlevend in het bekende
café/restaurant Engels in het Groot
handelsgebouw te Rotterdam.
Wat wel bijzonder is, is dat hij reeds
heel jong door ervaringen in het ou
derlijk huis gefrappeerd werd door de
sociale kant van het horecabedrijf, de
menselijke aspecten van dat volgens
hem bij uitstek dienend gebeuren.
Die kant van het vak heeft hem steeds
bezig gehouden gedurende zijn
loopbaan, die ook internationaal ge
tint is via tien jaar Curagao (hotel
Trianon) en Maftre International op
de Expo in Brussel.
Pas werkelijk op zijn plaats was de
heer Engels toen hij, nu 15 jaar gele
den, zich met het horecavakonder-
wijs ging bezighouden en wel spe
ciaal met de oprichting van horeca-
secties bij de opkomende streek
scholen voor beroepsbegeleidend
onderwijs. Het is dan ook geen won
der dat „zijn" school een zeer bloei
ende horeca-afdeling heeft waar zo'n
600 jongens en meisjes per jaar hun
opleiding tot derde of tweede kok
of restaurantkelner/dienster volgen.
Enorm veel werk heeft hij verzet om
deze afdeling naar zijn wensen in te
richten, waarbij ons concern hem
graag heeft geholpen.
Mede door het niet aflatende enthou
siasme van de heer Engels zijn nu
aan 18 streekscholen horecasecties
verbonden, waarbij hij als coördina
tor optreedt om de opleidingen zo
veel mogelijk te uniformeren.
Juist in het horecavakonderwijs kan
de heer Engels zijn persoonlijke
idealen en ideeën omtrent het meest
wezenlijke van het horecavak uitdra
gen en geeft hij de jongens en meis
jes iets waardevols mee. Naast goede
technische en theore'ische vakken
nis een persoonlijke vaktrots, geba
seerd op de overtuiging dat het hore
cavak een dienend beroep is, waar
aan niets minderwaardigs is, in
tegendeel.
Het horecavak, uitgeoefend op basis
van de principes van de heer Engels,
wordt weer tot ruggegraat van de
maatschappij, in plaats van de minder
prettige naam die „de kroeg" volgens
velen heeft gekregen.
De heer Engels beseft echter dat het
niet altijd gemakkelijk is de afgestu
deerden goed op te vangen. En dan
gaat het er niet altijd om de mensen
aan een baan te helpen, ook een ver
dere begeleiding is van belang.
Juist door zijn gedrevenheid, maar
ook door het feit dat hij zich mede
verantwoordelijk voelt voor de noden
van jonge mensen, wil de heer Engels
zich in de komende jaren met deze
problemen bezig houden. Hij meent
te mogen vertrouwen op hulp en bij
stand van hen die met hem geloven in
een horecagebeuren waarbij de die
nende gastheer en de dankbare gast
centraal staan.