Het horeca-ondernemerschap is de 56-
jarige in Breda geboren en getogen
Henk Ackermans op het lijf geschreven.
Een gezelligheidsmens bij uitstek, die
altijd een prettige sfeer om zich heen
weet te scheppen en daardoor talrijke
vrienden kent. Vele bezoekers van zijn
zaak komen voor hem en zijn vrouw M.
J. C. Ackermans-Brouwers. De stamta
fel is dan ook meestentijds goed bezet
en er wordt daar heel wat afgepraat als
de kaarten even niet geschud worden
om er een „toepje" te maken.
Manusje van alles
Wat trekt Henk Ackermans in de horeca
zo aan? „Nou, dat is niet zo moeilijk te
verklaren, mijn vader had een dranken
handel en dat betekende uiteraard, dat
je als kind al met het hele gebeuren
rondom de horeca werd geconfron
teerd. Toen ik op mijn 16e jaar het MU-
LO-diploma had gehaald, werd ik met
mijn broer tewerkgesteld in het bedrijf.
Eerst als manusje van alles, later met
gerichtere werkzaamheden; ik heb er in
de eerste jaren nog bier gebotteld. In die
periode heb ik ook het diploma voor de
bierhandel en de mineraalwaterindus
trie, alsmede het middenstandsdiploma
gehaald. Toen mijn vader in 1947 over
leed ben ik daarna nog zeven jaar aan
het bedrijf verbonden geweest. Toen
kwam de heer Verbiest van het Heine-
ken concern bij me met het voorstel ho-
reca-exploitant te worden. Het concern
had op de Grote Markt een meer dan 300
jaar oud pand aangekocht van de toen
malige eigenaar, die er een kruide-
niersbedrijf exploiteerde.
Sport
Ik heb er nooit spijt van gehad, dat ik op
dat voorstel ben ingegaan. De sfeer in
de horeca ligt mij wel, maar de eerlijk
heid gebiedt te zeggen dat ik in mijn
jeugd toch ook nog wel eens met de ge
dachte heb gespeeld om arts te worden.
Zover is het nooit gekomen omdat ik in
die tijd meer aandacht had voor het
sportgebeuren dan voor de vereiste
studie.'' De sport heeft hem trouwens
nooit losgelaten, want ook thans is hij
nog steeds een trouwe bezoeker van de
eredivisieclub NAC, de plaatselijke
voetbalclub. Bovendien is hij een ver
woed kegelaar, die zich in 1954 zelfs
kampioen van Breda mocht noemen.
In de loop van de jaren is er in de horeca
heel wat veranderd en dat geldt natuur
lijk ook voor Het Voske. Ik weet nog
heel goed, dat ik mijn eerste glas bier
verkocht voor ƒ0,50, een kopje koffie
kostte toen ƒ0,35, nu betaalt men ƒ1,30
voor het laatste. Om het hoofd boven
water te houden moet je wel mee met de
prijsontwikkelingen. Daarnaast is de
service over het algemeen minder ge
worden. Vroeger liepen er soms drie
kelners om één tafeltje, maar dat is
thans niet meer te betalen. Oudere
mensen hebben daar nog wel eens
moeite mee, maar bij de jongere gene
ratie speelt dat geen rol. Ik blijf dan ook
optimistisch tegen de ontwikkelingen in
de horeca aankijken, zeker in Breda. De
stad telt 120.000 inwoners en mag zich
verheugen in een grote toeloop van bui
tenaf. Bovendien grijpen de mensen
hier ter plaatse iedere gelegenheid aan
om een feest op te zetten.
Carnaval
Kijk maar eens naar het Bredase carna-
valsgebeuren, dat zich ieder jaar weer in
een nog grotere belangstelling mag
verheugen en vergeet ook niet het re
gelmatig terugkerende jazzfestival, dat
de plaatselijke horeca beslist geen
windeieren legt. Het Voske pikt daar
natuurlijk ook een graantje van mee. Bij
die gelegenheden wordt er heel wat
drank omgezet en dat heeft tot gevolg,
Interieur van Het Voske met op de achter
grond de bar en de stamtafel.
De familie Ackermans in Het Voske Achter de
bar zoon Henk, met aan de bar moeder en
dochter en aan de stamtafel Henk Ackermans
sr.