mij wel eens op dat bepaalde gerenom meerde restaurants te weinig inhaken op die seizoenspecialiteiten. De tegen woordige restaurantbezoekers en vooral de jongeren onder hen, willen graag nieuwe gerechten proberen, geef ze daartoe dan ook de kans." Ondanks de stijgende kosten ziet de heer Van Heer- tum de toekomst van zijn bedrijf met op timisme tegemoet. ,,ln het verleden hebben wij een ernstig kunt nu eenmaal zelf niet alles overzien. Niet alleen het interieur en de kwaliteit van de produkten is bepalend of de gast zich helemaal thuis voelt, ook het con tact en de benadering van het personeel zijn daarbij een uitermate belangrijk on derdeel. De gast heeft recht op de door hem gewenste sfeer, hij betaalt er na melijk voor." De zoon vult aan: ,,En wat ook erg belangrijk is, dat je de bereid heid hebt om altijd zelf in de zaak aan wezig te zijn, de gasten zien dat graag." Vader en zoon Van Heertum zijn er wel van overtuigd, dat je het horecagebeu- ren ook buiten je eigen bedrijf goed moet blijven volgen om niet te verstarren; als zij daartoe de gelegenheid hebben ma ken ze daar ook gebruik van. In Ede, een plaats met 90.000 inwoners, Het restaurant biedt plaats aan 85 gasten. parkeerprobleem gekend omdat alle be schikbare parkeerruimte in het centrum van Ede werd volgebouwd. Nu is er wel iswaar weer een kleine parkeerruimte aangelegd vlak bij mijn zaak, maar ideaal is het nog lang niet. Ondanks dit onge mak zijn wij steeds blijven groeien. Steeds meer mensen gaan van tijd tot tijd eens buiten de deur eten en die ge woonte zal zich in de toekomst zeker voortzetten. Maar het is wel zo, dat het management scherper in de gaten ge houden dient te worden. Vroeger werd er nog wel eens gedacht, zoals ik het doe zal het wel goed zijn, maar die tijd is al lang voorbij. Nu moet je echt van tijd tot tijd er eens voor gaan zitten om te schrijven en te rekenen. Maar naast een goed management is de dienstverlening toch ook wel een heel belangrijk onderdeel. Je moet weten wat de gast van je verwacht. Een buitenlan der wordt graag opgevangen en naar zijn plaats gebracht. Ook neemt hij meer tijd voor zijn diner dan een Nederlander die graag weer zelf bepaalt waar hij wil gaan zitten. Dat zijn zo van die dingen die je niet uit het oog moet verliezen. Daarom is het ook zo belangrijk om goed personeel in dienst te hebben, want je Een blik op de bar van de Engelse pub. zijn eigenlijk te weinig eetgelegenheden, de laatste vijftien jaar is het aantal hore cabedrijven niet uitgebreid ondanks een groei van inwonersaantal. Gasten zeg gen dan ook wel eens: ,,Zeg, mijnheer Van Heertum het moet voor u toch wel prettig zijn om nagenoeg geen concur rentie te hebben." De heer Van Heertum is het daar hele maal niet mee eens. „Van mij mogen er morgen best enige bedrijven in Ede bij komen. De mensen hebben dan de mo gelijkheid om een keus te maken en dat moet kunnen. Als je weet waar je voor staat dan hoef je de concurrentie nooit te schuwen." Als we tenslotte aan de heer Van Heer tum vragen waarom hij gekozen heeft voor het horeca-ondernemerschap, dan is zijn antwoord vrij simpel: „Ik ben in dit pand geboren en ik heb van huis uit altijd in het horecagebeuren vertoefd. Het is ongemerkt verder gegaan en het is nooit bij mij opgekomen om iets anders te gaan doen, bovendien lukte alles vanaf het begin. Bij mijn vader werkte ik als kelner en ik ben maar een jaar wegge weest om bij hotel-restaurant Gooiland in Hilversum het vak te helemaal onder de knie te krijgen. Het keukenwerk heb ik geleerd van mijn moeder. De horeca boeit mij nog steeds en met mijn 55 jaar voel ik mij nog veel te jong om nu al uit de zaak te stappen, bovendien zou ik niet weten wat ik dan de hele dag moet doen. Nu mijn zoon, die vijf jaar als steward bij de KLM heeft gevlogen, mij in het bedrijf assisteert heb ik wel wat meer tijd voor mijn hobby's tennissen, zwemmen en volleybal. Als we bij die gelegenheden 'partijen', doe ik dat graag met mensen die het beter kunnen dan ik, daar kun je dan nog wat van leren." Het zou juist die eigenschap van de heer H. M. J. van Heertum wel eens geweest kunnen zijn. die ervoor gezorgd heeft dat hij thans bestempeld mag worden als een ge slaagd horeca-ondernemer. J. Reppel

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Tap en Schap | 1978 | | pagina 27