amtrrl
Hajjjjerotii masgofö
^rhmuusjifl
(Sntzpttarhip
teliers het centrum van Brielle doorkruist
(het is mooi weer, de straten zijn overvol
met Briellenaren in kostuums van vroe
ger en met toeristen) zie je in de nauwe
straatjes met wapperend wasgoed aan
lijnen dwars over straat gespannen en
stro op de grond, werkelijk de sfeer van
1572 terug. Overal staan kraampjes,
midden op straat worden oude ambach
ten, zoals spinnen, weven en potten
bakken gedemonstreerd, in de Geuzen-
straat zie je bij de provoost achter de
tralies een oude miserabel uitziende ge
vangene, die later wanneer je hem op
straat tegenkomt, onder al die vermom-
heen in het water kunt kijken. De voort
stuwing geschiedt door middel van een
kleine buitenboordmotor die, onzicht
baar voor het publiek, onder het dek
tussen de tanks is opgehangen en die
het schip met een kalm gangetje doet
varen. De navigatie gebeurt door vanaf
de brug met handgebaren en 's avonds
tijdens de met fakkels versierde vaart,
met een zaklantaarn signalen te geven
om harder, zachter of van bakboord naar
stuurboord te manoeuvreren. De man
aan de buitenboordmotor zit, net als
vroeger de kettinggangers, onder in het
donkere ruim.
Een kijkje in de Geuzenstraat.
Rens van Adrighem is naast grimeur van
de Geuzen, schrijver van het toneelstuk
,,De zee en de wind, voor vijand en
vrind" dat op 31 maart, in twee avond
voorstellingen en voorafgaande aan de 1
april festiviteiten, in het oude kerkje van
Brielle wordt opgevoerd. Het stuk heeft
als onderwerp de moedige daad van
stadstimmerman Rochus Meeuwsz, die
enige dagen na de inname van Den Briel
de Nieuwelandsesluis in de stadsgracht
van Den Briel stuksloeg, zo een deel van
de stad onder water zette en hiermee de
vanuit Zwartewaal oprukkende Span
jaarden op de vlucht joeg. Alle voor het
toneelstuk nodige werkzaamheden,
Pottenbakker Ruud Bergkotte aan zijn
schopschijf.
zoals verlichting, decors, kostuums en
de geluidstechniek worden door het
groepje zelf verricht; voorwaar een hele
prestatie, die dan ook resulteerde in een
tijdens de twee avondvoorstellingen uit
verkochte zaal en een enthousiast pu
bliek dat genoten heeft van de voorstel
lingen. Frans Verhoef speelt in het stuk
de zoon van Rochus Meeuwsz en uit
(ook daarbuiten) met grote verve de zin
,,De wind staat Noord-West, dat zie ik
ook wel, dat betekent nog meer ellende
voor Den Briel, dan stroomt een deel van
de stad juist onder".
Wanneer je in het voetspoor van de bot-
Edwin Verhoef, Bottelier in wording.
Wanneer je buiten beschouwing laat dat
het een ietwat vreemd gezicht is een
zeilschip van deze grootte zonder gehe
sen zeilen te zien varen, valt het op dat
het best lukt de toch vrij nauwe haven
van Brielle in en uit te varen en zonder
aanvaringen zelfs te keren.
De vervaarlijk uitziende Geuzen aan
boord in hun kleurige kledij, de wappe
rende vlaggen, al die boten in de haven,
het maakt alles tot een bijzonder aan
trekkelijk schouwspel. Langzaam maar
zeker begint het publiek zich uit de bin
nenstad naar de poort te begeven, het
Geuzenschip vaart de haven uit om zijn
ming, een jonge man blijkt te verbergen.
Zeker eventjes vrijgelaten. Heel veel ne
ringdoenden in Brielle, voor de gele
genheid gestoken in de kostuums van
toen, doen goede zaken en laten zich
geduldig vanuit verschillende gezichts
hoeken fotograferen en filmen.
In de haven ligt het Geuzenschip nog
verlaten. In 1972 gebouwd, bedoeld om
een jaar te varen, wordt het dit jaar voor
de laatste maal gebruikt. Deze winter
wordt een nieuw schip gemaakt, met te
weinig geld en in de vrije uurtjes. Het
schip ziet er bedrieglijk echt uit, maar
een inspectie aan boord laat zien dat het
is opgebouwd uit dunne houten platen
op drijvende tanks endat je door het dek
Oude ambachten herleven.
De Botteliers op weg naar de taveernes
17