Niet-specifieke brouwgersten Verbetering van de mout en brouwtechnieken heeft, neemt de opbrengst toe Vanwege de hogere landbouwkundige opbreng sten van deze niet specifieke brouwger- sten, zijn de prijzen hiervan lager dan van de brouwgersten. Dit heeft de brou werijen voor de vraag gesteld of het ook mogelijk is om door aanpassing van de mout- en brouwtechnologie uit derge lijke rassen bier te maken. Het zal dui delijk zijn dat het riskant is om dergelijke experimenten op praktijkschaal uit te voeren. Vooral ook omdat van te voren niet bekend is, hoe de kwaliteit van het bier zal zijn De nieuwe, in de proefbrouwerii te Zoeter- woude opgestelde proefmouterij met een ca paciteit van 50 kg Duidelijk zichtbaar is de klimaatkast, waarin de trommel roteert voor het beproeven van mout op brouw- waarde ondervangen. Intussen groeiden de capaciteiten van de mouterijen ook Door schaalvergro ting is de kleinste vermoutingseenheid van 3000 kg gerst gegroeid naar 16.000 kg gerst heden ten dage. Wanneer men van een nieuw ras over voldoende gerst wilde beschikken om tweemaal een vermouting uit te voeren (dus 32.000 kg), betekende dit dat er een jaar langer no dig was voor het verkrijgen van vol doende raszuiver zaaizaad Zo ontstond, door het zoeken naar Nog eens het aantal korrels op de foto is nodig voor de hoeveelheid van één glas bier (0,251). Het besturingspaneel met operator A G. F van Leeuwen nieuwe brouwgerstrassen de behoefte aan een vermoutingsapparaat, dat juist voldoende mout levert voor een duplo (tweemaal uitgevoerd) brouwsel in de kleinste proefbrouwerij, dat wil zeggen 50 kg mout, (waarvoor 65 kg gerst nodig is). Hierdoor wordt het mogelijk om een nieuw ras met tweemaal 65 kg te ver mouten en daarna op brouwwaarde te beproeven in plaats van met 32.000 kg. Dit betekent, dat twee |aar eerder een uitspraak over de brouwwaarde gedaan kan worden Behalve voor de beoordeling van een nieuw gerstras op brouwwaarde groeide er ook uit andere gezichtspunten de be hoefte aan een vermoutingsapparaat dat aansluit op de kleinste proefbrouwerij. Door de kwekers is in de laatste jaren ook veel aandacht besteed aan de op brengstvermeerdering van niet specifie ke brouwgersten Hiermee worden die gerstrassen bedoeld die niet met de ge bruikelijke mout- en brouwmethoden tot bier verwerkt kunnen worden. De niet specifieke brouwgersten zijn weer onder te verdelen in zomer- en wintergersten. De opbrengsten van win- tergersten zijn in het algemeen hoger dan van zomergersten. Dit komt omdat wintergersten voor de winter, in novem ber, uitgezaaid worden Wanneer de winter niet al te streng is, overleven deze gerstrassen de koude periode. Dit heeft tot gevolg dat de gerstplant al heel vroeg in het voorjaar kan beginnen met groeien De gerst is dan al aan het op komen als de grond nog te nat is, om er met een zaaimachine op te rijden om de zomergerst in te zaaien Door de langere groeitijd, die de wintergerst hierdoor Dan is er nog een derde reden waarom het gewenst is op kleine schaal te kun nen vermouten, gevolgd door verbrou- wen. Door de ontwikkeling van de tech niek moeten steeds weer nieuwe metho den, nieuwe apparaten en hulpstoffen getest worden Daarbij zal de onderzoe ker graag onder extreme condities zijn experimenten willen doen om op deze wijze mogelijke negatieve invloeden op te sporen Samenvattend kunnen we zeggen dat een apparatuur gewenst was, waarin men op kleine schaal vermouten kan en vervolgens het verkregen mout verbrou- wen tot een voldoende hoeveelheid bier om dit uitgebreid te kunnen analyseren en op smaak te toetsen En wel voor de onderstaande aspecten: 0 Beproeving van nieuwe brouwgerst: rassen 9 Ontwikkeling van de technologie om van niet specifieke brouwgersten standaardbieren te maken Beproeving van nieuwe technieken, apparatuur en hulpstoffen. Aan deze wens is op 6 juni jl voldaan toen de heer Gombert officieel de 50 kg proefmouterij in bedrijf stelde. 1 ha bouwland in Nederland levert ongeveer 4500 ka gerst op. 1 are geeft 45 kg gerst. 1 vierkante meter brengt 0 45 kn gerst op. y V°°r 1b'bier is 12 k9 mout nodig en oor 12 kg mout 16 kg gerst. (In de proefmouterij wordt voor 1 hl bier meer mout aangemaakt ten behoe ve van analyses en dergelijke.) Voor een fles a 0,5 liter is 0,08 kg (80 gram) gerst nodig. Dat is 0,08 0,45 0,18 m2 Per glas bier a 0,25 liter is 9 dm2 (40 gram gerst) land nodig. Dat wil zeg- nn v rnn°0t\e V3n een s°haakbord (30 x 30 cm). korrels™ 3GrSt Z'^n on9eveer 1000 Eén aar levert circa 30 korrels dus een glas bier is 1000 korrels is 33 gerste-aren.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Tap en Schap | 1977 | | pagina 15