KI.B.EM uv- proefveld Nederlandse gerst Nacobrouw Eisen Kweken en kruisen Proefmouterij Proefbrouwerij We schrijven 1928 In dat jaar worden in de Heineken brouwerij te Rotterdam de eerste proeven genomen om van Ne derlandse gerst bier te brouwen. Het is midden in de grote economische crisis, om precies te zijn op 22 april 1931 als ir. J A. Emmens, toentertijd bedrijfs leider van de Heineken brouwerij in Rot terdam, in een lezing voor de Rotter damse Graanstudieclub over enkele ge slaagde brouwproeven met mout uit Ne derlandse gerst spreekt Op grond van deze mededelingen wordt in verband met de noodtoestand in de landbouw aan de minister de vraag ge steld of hij het verbrouwen van Neder landse gerst verplicht wil stellen. Dit gaat echter de Nederlandse brouwerijen te ver. Zij vrezen door het kwaliteitsverschil tussen de Nederlandse en de Tsjechi sche gerst een achteruitgang van hun bier-export Dat er in die tijd inderdaad een kwaliteitsverschil bestond tussen de Nederlandse en de Tsjechische gerst blijkt uit het prijsverschil. Voor de Ne derlandse gerst werd toen 6,- a 7,- per 100 kg betaald, voor de Tsjechische gerst ƒ11.- per 100 kg Deze cijfers toonden tevens aan dat ook de brouwers belang hadden bij de ontwikkeling van een Nederlandse brouwgerst Links meernjige, rechts tweerijige gerst In 1934 kwam het tot de oprichting van het Nationaal Comité voor Brouwgerst, De doelstellingen van deze instelling, kortweg Nacobrouw genoemd, waren de volgende: de beoordeling van de teelt in Nederland van voor het brouwbedrijf geschikte gerst, alsmede het gebruik van dusdani ge gerst in Nederlandse mouterijen en brouwerijen. Deze doelstellingen wilde men realise ren door het bestuderen van de midde len om brouwgerst van de best mogelijke hoedanigheid in Nederland te telen voor wat betreft rassenkeuze, bemesting, oogstbehandeling enzovoort Tevens wilde men controle uitoefenen op het verbruik van buitenlandse brouwgerst door de Nederlandse mou terijen en brouwerijen. Bij het Nacobrouw sloten zich kwekers, landbouwers, handelaren, mouters, brouwers en onderzoekinstellingen aan. Een brouwgerst moet aan de volgende eisen voldoen: 0 Landbouwkundig een goede op brengst. Dit betekent niet alleen dat er veel korrels in een aar moeten zitten, maar ook dat de gerstplant resisten tie, dat is weerstand tegen graan- ziekten, moet hebben, want door ziekten kan de opbrengst sterk te ruglopen Ook moet de stengel van de gerst- plant voldoende stevig zijn, zodat hij bij harde regen en wind niet knikt, waardoor de aar niet geoogst kan worden 9 Goede vermoutingseigenschappen, dat wil zeggen de gerst moet snel en regelmatig kiemen en zonder veel verliezen een goede mout-analyse geven Goede brouweigenschappen De gerst moet een mout leveren dat ge makkelijk versuikert en vergist en waaruit een stabiel bier met goede smaak verkregen wordt Voor het verkrijgen van een beter brouwgerstras, tracht de kweker goede eigenschappen van bestaande gerstras sen samen te voegen in een nieuw ras. Hij brengt hiervoor stuifmeel van de gerstbloem van het ene ras op de stem pel van de gerstbloem van het andere ras over (kruising). De korrels die uit deze bevruchting ont staan hebben niet alle dezelfde eigen schappen Voordat een kweker uit een kruising voldoende zuivere nakomelin gen geselecteerd heeft, zijn acht a ne gen jaren verlopen. Dan pas blijkt of hij landbouwkundig succes gehad heeft met de kruising Anders gezegd, of hij een beter ras heeft, dat tevens een hoge opbrengst geeft Vervolgens moet de mouter een uit spraak doen of het nieuwe ras goed ver- moutbaar is. Daarna komt de brouwer aan de beurt om zijn oordeel uit te spre ken. Om in een vroeg stadium informatie te verkrijgen over de brouweigenschappen van de gerst, moet deze eerst vermouten worden. De Belg Kauert construeerde hiervoor een aardewerken pot met grote gaten in de bodem (zie foto pag 4), In deze pot werd een geperforeerde korf geplaatst. Hierin werd de gerst tot kieming ge bracht Om de kiemende gerst vochtig en koel te houden, was halverwege om de aardewerken pot een gootje aange bracht. Hierin werd water gegoten, waardoor de pot vochtig bleef en door verdamping koel. Het behoeft geen betoog, dat het op de ze wijze onmogelijk is om onder stan daardcondities te vermouten, wat voor vergelijking van rassen nodig is. In 1941 wordt onder leiding van drs. J, Gombert, tot zijn pensionering directeur Heineken technisch beheer, een proef mouterij geconstrueerd. Hierin kunnen tegelijkertijd zes gerstmonsters van 1,8 kg, onder standaardcondities vermou ten worden. Deze proefmouterij gaat naderhand over naar het Nacobrouw. De hoeveelheid van 1,8 kg is echter te klein voor proefbrouwsels. Voor een proefbrouwsel was het echter nodig om gerst door een praktijkmouterij te laten vermouten De kleinste praktijkmouterij had echter een capaciteit van 3000 kg gerst per charge. Om 3000 kg gerst te verkrijgen is bijna één hectare land no dig. Onder leiding van het Nacobrouw (in 1955 omgezet in het Nationaal Instituut voor Brouwgerst, Mout en Bier T.N.O. of kortweg NIBEM) worden elk jaar drie tot vier ,,hectarevelden" aangelegd ter beproeving van nieuwe rassen. Op deze wijze slaagt men er in een aantal goede brouwgerstrassen tot ontwikkeling te brengen. Het beproeven van nieuwe rassen op brouwwaarde door het mout in de prak tijk te verbrouwen stuitte op steeds meer moeilijkheden. Door de stijgende bier- produktie werden de proeven in de be drijven steeds meer als storend ervaren In 1931 werd in het bedrijf te Rotterdam een proefbrouwerij van 22 hl in gebruik genomen, die in 1967 gevolgd werd door een kleine installatie (1,5 hl) in de Amstel brouwerij te Amsterdam Hierdoor werden de bezwaren van het gebruik van de produktieapparatuur 14

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Tap en Schap | 1977 | | pagina 14