Tapperij-Taveerne 't Fust Rotterdam De koperen ketel is omgevormd tot een ge zellige bar. Veertien jaar geleden werd in café 't Fust aan het Stadhuis plein 21 het eerste bier getapt. Dat was bij de opening. Sindsdien is er heel wat bier door de kranen gegaan. Recordomzetten van vele tienduizenden liters bier per jaar werden haast een ge woon verschijnsel. Het in de loop der ja ren populair geworden café werd een begrip voor jong en oud uitgaand Rot terdam. Bekend door zowel z'n grote terras (waar menige romance begon) als door z'n uitstekend verzorgde glas bier. Sinds maart 1973 werd de heer J. Kregel sr., enig eigenaar van dit café, geassisteerd door junior. Verbouwingsplannen eerste fase In datzelfde jaar had J. Kregel jr. het idee om de twee bars te laten plaatsmaken voor twee kleine brouwketeltjes. Afge zien van de enorme kosten, bleek het niet origineel te zijn een splinternieuwe, op een ketel gelijkende bar te maken. Toen bekend werd dat de Heine- ken brouwerij te Rotterdam zou wor den afgebroken, zag de heer Kregel jr. De taveerne nieuwe kansen. Het aanvankelijke idee werd vele malen op de kantoren van Heineken besproken en bekeken. Begin van dat jaar besloot Heineken de in 1932 in Duitsland gebouwde wortketel ,,over te doen" aan café 't Fust. Juist op tijd, want Heineken heeft daarna laten weten de overige ketels van de Crooswijkse- singel voor geen geld te willen weg doen. De roodkoperen ketel heeft een totaal gewicht van 6,5 ton. In café 't Fust 4,5 ton De ketel is met de hand gemaakt door de Duitse firma Ziemann. Het Heineken bouwbureau heeft op een knappe manier gebruik gemaakt van zijn technische kennis om een zeer grote wortketel relatief weinig plaats te laten innemen. De lampjes op de bar zijn geheel in de stijl van de ketel; zij hebben dezelfde vorm. De koperen spiraal in het midden van de bar regelde de gewenste tempe ratuur van de wort. Bij deze eerste fase van de verbouwing bleef de oorspron kelijke bierhal met uitgifte naar het terras ongewijzigd. Verbouwingsplannen tweede fase De immer voortvarende heer Kregel jr. nam het bedrijf op 1 april 1977 van z'n vader over. Reeds vooruitlopend hierop leek het hem juist wat meer accent te leggen op de keuken-activiteiten in 't Fust. De keuken was echter zeer klein en kon alleen in de richting van de bierhal worden uitgebreid. De plannen die hier na werden gemaakt resulteerden in de conclusie dat de bierhal tot bistro (ta veerne) zou worden verbouwd. Hierdoor kwam het uitgifte-buffet te vervallen. De nieuwe ketelbar diende daardoor geschikt te worden gemaakt voor uitgifte naar het terras; dit gedeelte werd nu de Gezicht vanuit de taveerne op de koperen ketel (links). tapperij. Na een intensieve voorberei ding werd deze verbouwing in drie we ken uitgevoerd Het interieur Doordat het interieur van het bedrijf re gelmatig was „opgepoetst" konden di verse onderdelen bij beide renovaties gehandhaafd blijven. Als achtergrond voor de ketel werd gekozen voor een strakke delenwand. De plaatselijke ver hoging in het plafond geeft de ketel extra dimensie. Het interieur van de bistro is sober uit gevoerd als aangebouwde schuur met houten kap. Blikvangers zijn hier twee identieke Me- chelse buffetten die als keuken-uitgifte dienst doen. De originele houten Heine ken biervaten en de ziel van een enorm jeneverfust, kleden de zaak verder aan, om tezamen met de Wener meubelen en de rode gordijnen een warme sfeer te brengen. Als extra „grap" staat bij iedere tafel in de taveerne een koperen telefoon waar mee men de barkeeper z'n bestellingen kan opgeven ofwel een privé-gesprek kan voeren.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Tap en Schap | 1977 | | pagina 28