■H
Parlant du vin (6)
22
p voorlichtingsavonden over
wijn is een stereotiepe vraag:
,,Hoe moet ik wijn bewaren?".
Het is een probleem dat in de
moderne tijd meer speelt dan vroeger.
Degenen die zich destijds de aankoop
van wijnen, die geschikt waren om be
waard te worden, konden veroorloven,
hadden meestal ook wel een goede kel
der onder hun huis ter beschikking.
Trouwens in een tijd toen er nog geen
koelkasten voor huishoudelijk gebruik
bestonden was een goede provisiekel
der onontbeerlijk. De slager en de vis
boer koelden hun waren met staven ijs
en de witte, door een paard getrokken
ijskarren en later de auto's die deze sta
ven bezorgden, waren een dagelijkse
verschijning in onze straten. Waar de
wagen stilstond, kwamen onmiddellijk
kinderen aanlopen om bij het openen
van de achterdeuren een stukje afge
brokkeld ijs te bemachtigen. Met een
pikhaak trok de bezorger een staaf ijs
naar voren om die vervolgens op zijn,
van een dekkleedje voorziene, schouder
naar binnen in de winkel te dragen.
In een goede kelder uit die dagen kon
men zuivelprodukten, vlees en andere
aan bederf onderhevige produkten en
kele dagen, bijvoorbeeld tijdens de week
einden, goed houden.
Het bewaren van wijn gaf in zo'n kelder
geen enkel probleem. De temperatuur
was er, al naar de ligging van het huis,
tussen tien en zeventien graden Celsius.
De kelders in die oude huizen waren
vochtig. Men kende nog niet de vocht
werende middelen die nu door de specie
worden gemengd. Evenmin werd de
constructie met dubbele, zogenoemde
spouwmuren toegepast. Ideale opslag
plaats voor wijnen dus: een tamelijk
constante temperatuur, niet boven de
16-17° C en niet droog.
Wat moeten we nu in onze moderne
huizen met meestal slechts een kelder
kast ter beschikking. Veel glas met als
gevolg sterk wisselende temperaturen
(funest voor de wijn) en door de centrale
verwarming te droog. De oplossing kan
ik niet gauw geven, daarvoor is de varia
tie in omstandigheden te groot, wèl een
aantal tips. Meestal zullen garages,
naast of in de schaduw van het huis ge
bouwd, aan bovengenoemde voorwaar
den voldoen. Controle vooraf door het
van tijd tot tijd noteren van gemeten
temperaturen is gewenst. Vrijliggende
garages kunnen geïsoleerd worden met
behulp van platen schuimplastic of
halmplank. Dit materiaal is in makkelijk
steenwoldeken, eventueel afgedekt met
houtwolcementplaten. Er is ook nog
isolatiemateriaal in de vorm van alumi
niumfolie, versterkt met sisalvezel. De
glimmende kant wordt naar de buitenzij
de gekeerd tegen de stralingswarmte.
Voor de zolder gelden dezelfde voorzie
ningen, al zal men daar alleen aan de
zijde waar vrijwel geen zon op staat
(noordzijde) voor langere tijd wijn kun
nen bewaren.
Sommige huizen hebben een kruipkel-
der, die eveneens na grondige in
spectie goed bevonden kan worden
voor de opslag van wijn.
Wanneer de plaats waar de flessen wijn
worden bewaard te droog is, zullen de
kurken aan de kopzijde indrogen
waardoor de wijn gaat doordruppelen:
„drenzen".
J. Zellenrath
verwerkbare maten verkrijgbaar en kan
het beste op een geraamte van vure-
houten latten worden aangebracht, dat
op 5 a 10 cm van de buitenmuur wordt
geplaatst. Het dak van de garage kan
geïsoleerd worden met een glaswol- of
Helaas moeten we vaststellen, dat waar
de opslag van wijnen in moderne woon
huizen verre van ideaal is, dit in nog
sterkere mate geldt voor de moderne
magazijnruimten bij de tussenhandel.
Veel glas, onder andere in het dak, ma
ken deze loodsen dikwijls tot broeikas
sen waar in de zomer temperaturen van
meer dan 30° C gemeten worden.
Niet zelden wil men wijnen teruggeven
als klachtflessen, wijnen die duidelijk
geleden hebben door slechte opslag.
Vooral witte wijnen zullen bij te warme
opslag gaan maderiseren. Het zal voor
de grossier of slijter bijna altijd noodza
kelijk zijn advies van een isolatiedes-
kundige te vragen om dit euvel te ver
helpen. Een kostbare geschiedenis,
echter wel een dringende eis wil men
grote schade of voortdurende klachten
over de kwaliteit van diverse opgeslagen
produkten voorkomen Denk ook aan
een goede isolatie van verwarmingsbui
zen en leidingen waardoor warm water
loopt.
Wanneer flessen wijn in een rekje in de
kamer worden bewaard (heerlijk om
steeds een rode wijn op drinktempera-
tuur te hebben) zal men ervoor moeten
waken dat dit niet al te lang gaat duren.
Vooral met centrale verwarming,
waarvan de thermostaat 's nachts laag
wordt gezet, zal de fluctuatie in tempe
ratuur de wijn te snel doen ontwikkelen
Vuistregel voor de kamer is: maximaal
zes maanden bewaartijd. Witte wijn mag
natuurlijk alleen in de kamer worden op
geslagen als er elders absoluut geen
plaats voor te vinden is en dan alleen in
een donkere kast die slechts zelden
wordt geopend.