De tankjesvuller (diameter 5 meter), die
deel uitmaakt van de unieke pre- en postmix-
lijn, heeft een capaciteit van 500 tankjes (pre-
mix) per uur.
Een volgende stap is het afkoelen tot
ongeveer 25° C, Daarna passeert de pot
een inspectiestraat, waarin er onder
meer op gelet wordt of de dop een
beetje hol staat als gevolg van het
boven het sap aanwezige vacuüm. Na
etikettering gaan de mono-potten naar
de foliestraat, waarin ze in trays met
folie worden verpakt. De maximumca
paciteit bij de verwerking van literpotten
is 15.000 per uur, bij retourflessen
24.000 per uur.
Het produktieproces op de saplijn gaat
in grote trekken als volgt: aan het begin
staan negen tanks, elk met een inhoud
van 30 m3. Vier van deze tanks hebben
een nauwkeurig weegsysteem en zijn
dus geschikt om erin te mengen. De
overige vijf hebben een grovere inhouds-
aanduiding en dienen als opslag voorde
concentraten. Door middel van een koe
ler worden de ontvangen sappen op een
temperatuur van ongeveer 1°C ge
bracht, hetgeen de houdbaarheid ten
goede komt.
Warm afvullen
Het afvullen van de vruchtensappen ge
schiedt warm dat wil zeggen —afhanke
lijk van de soort op een temperatuur
van 85°C-95°C. Hierin zit dus een groot
verschil met de normale bier- of limo-
nade-afvulactiviteiten. Het pasteurise
ren vindt derhalve plaats voordat het sap
in de fles gaat. Ook wordt erafgevuld op
vacuümbasis, dat wil zeggen dat er in
de pot een vacuüm wordt getrokken,
waarmee in een volgend stadium het sap
als het ware in de pot getrokken wordt.
De bottellijn is geschikt voor de mono-
pot en voor de retourfles. Bij de mono-
pot staat in het circuit een ontstapelaar
voor in bulk aangevoerd glas. De potten
worden eerst uitgeblazen met lucht om
het eventueel aanwezige vuil (stofjes,
touwtjes, en dergelijke) kwijt te raken.
Dan gaan ze door een verwarmings
tunnel, omdat vanzelfsprekend het war
me sap niet in een koude fles gedaan
kan worden. De pot passeert vervolgens
de vuiler en wordt daarna afgesloten
met een twist-off dop. Via een geleide-
baan wordt de fles éénmaal 360 graden
gedraaid om ook de dop te verwarmen.
Unieke tankjeslijn
De tankjeslijn heeft inmiddels al de
bijnaam 'uitvinderslijn' gekregen. De
gewenste technologische verbeteringen
in met name het premix-gebeuren
brachten nogal wat denkwerk met zich
mee, gevolgd door wat men zou kunnen
noemen het 'creatief construeren'. De
tankjes komen binnen op pallets (25
stuks). Allereerst worden ze ontgast en
ontdaan van het deksel. Deze dekseltjes
worden opgehangen aan een rondlo
pende ketting, waaraan haken zitten. Ze
gaan eerst door een weeksysteem en
vervolgens door een spuitsectie, waarna
ze aankomen bij de vuiler. De tankjes
gaan eerst naar een vatenkeerder, waar
ze gelijktijdig een ruwspoeling krijgen.
Vervolgens gaan ze naar de vatenwas-
ser, een grote carrousel, die de tankjes
slagsgewijs inbrengt in hetspoelstation,
Staande op de spoelkop ondergaan ze
verschillende behandelingen met als
laatste een spoelbeurt met water van
80°C.
De tankjesvuller bestaat eveneens uit
een carrousel. Deze heeft een diameter
van 5 meter en een capaciteit van 500
tankjes (premix) per uur. De tankjes
worden voorgespannen met koolzuuren
onder druk gevuld, waarbij het zoge
noemde af-gas verdwijnt. Tenslotte pas-
De magazijnen bevatten onafzienbare rijen
kratten vol goed die in snel tempo in de
distributiekanalen gebracht worden