Nederlander
op één na
grootste frisdrinker
VRUMONA VERWACHT VERDERE GESTAGE G
Naar verwacht wordt zullen wij in Nederland dit jaar met z'n allen in totaal
zo n 760 miljoen liter frisdrank consumeren. Dat is een ontzaglijke plaseen
hoeveelheid die zich nauwelijks in een vergelijkend beeld laat vatten.
Indien, met een tot nu toe goede zomer als basis, aan het eind van het jaar
de binnenlandse consumptie deze verwachting zal blijken te hebben
overtroffen, nadert het hoofdelijk verbruik de grens van 60 liter.
In de afgelopen tien jaar is het verbruik per hoofd van de bevolking
weliswaar flink gestegen, van 37 naar 56 liter, maar de opgaande lijn
vertoont hier en daar ook forse deuken, onder andere in 1972 toen,
tengevolge van de invoering van accijns op frisdrank, de Nederlander
gemiddeld zeven liter minder dronk dan in het voorgaande jaar. Een
andere factor, die van grote invloed op de consumptie is, heet de
zomer".
In die totale frisdrankenomzet heeft Vrumona een aandeel van ruim
twintig procent. Ondanks de hier en daar gehoorde sombere voor
spellingen verwachten wij toch een groei, die in de komende vijf jaar zo'n
zes procent per jaar zal bedragen.
Vergeleken met het buitenland slaan wij Nederlanders als frisdrinkers
beslist geen gek figuur. Maar al nemen wij op de wereldranglijst achter
koploper Amerika (114 liter per capita) een trotse" tweede plaats in (56
liter per hoofd), dit feit illustreert tegelijkertijd dat er nog een geweldige
ruimte is voor de toename van de consumptie.
Vrumona is van plan daar van alles aan te gaan doen. Onder meer door
zijn sterke merkenpositie verder uit te breiden en nieuwe markten en
nieuwe produkten tot ontwikkeling te brengen. Ook zal alles in het werk
worden gesteld om de consument nog meer ,,frisminded" te maken.
In de afgelopen tijd is er een aantal
sombere berichten verschenen over de
frisdrankenverkoop in Nederland, die
alle tendeerden naar moeilijke financiële
toestanden bij de industrie, waaraan een
tegenvallende groei van de afzet en een
daarmee gepaard gaande overcapaciteit
ten grondslag zouden liggen.
Dit is slechts ten dele waar en wil geens
zins impliceren dat de toekomst voor de
frisdranken somber is, al zullen ook hier,
evenals in zoveel andere takken van de
Nederlandse industrie, wellicht slacht
offers vallen.
Ontwikkelingen
Wat zijn de hoofdkenmerken van de
ontwikkeling in de frisdrankenbranche?
Allereerst de markt. Die vertoont een
alleszins gezonde ontwikkeling van 459
miljoen liter in het jaar 1966 naar 763
miljoen liter in 1975, hetgeen inhoudt
dat de Nederlander nu 56 liter fris per
jaar drinkt, tegen een magere 37 liter in
1966. Tot 1972 was er sprake van een
geleidelijke tien procent stijging per
jaar die door de accijnsinvoering en de
daarop volgende relatief slechte
zomers werd onderbroken. Dit bete
kent echter niet dat er nu van een
verzadiging van de markt moet worden
gesproken maar hoogstens van een
afnemen van de groei.
Gedurende deze ontwikkeling verander
de er het nodige op het gebied van de
flessen. Het alom bekende kogelflesje
evolueerde naar het gekroonkurkte klei
ne flesje van 200 cc, dat voornamelijk
in de horecabedrijven gebruikt wordt en
de thans algemeen gangbare, economi
sche literfles, bestemd voor de winkel-
verkoop. Bovendien maakten in 1966 de
premix- en recentelijk de postmix-in-
stallaties hun entree, waardoor het hore
cabedrijf veel gesleep met kratten en
flesjes bespaard werd. Het is een omge
keerde ontwikkeling als bij het bier, dat
eerst alleen in fusten door de brouwe
rijen werd afgeleverd en daarna pas in
flessen.
Smaakverandering
Ook in de smaken deden zich grote ver
anderingen voor. In het begin was het
praktisch alles gazeuses wat de klok
Amerikanen: 114 liter per hoofd
Nederlanders: de helft
sloeg. De groeiende interesse in de niet-
alcoholische dranken, bracht met zich
mee dat hogere eisen aan de kwaliteit
gesteld werden, zodat de vruchtenlimo
nades populair werden, met name si
naasappellimonade waarvan de kwali
teit gebonden was aan warenwettelijke
VERDELING
FRISDRAN-
KENMARKT
NAAR
DEELMARKT
1973
CONSUMPTIE 1973
811 milj. liter, incl. gazeuse 40 milj. I.
20 milj. I. thuisverbruik
20 milj. I. horeca
THUISVERBRUIK HORECA B.H.W. OVERIGEN (niet geregistr. hor
588 MILJ. L. 135 MILJ. L. 46 MILJ. L. 42 MILJ. L. bedrijven instellin-
'Wï Tr gen, ziekenhuizen,
kloosters e.d.)
ONTWIKKELING FRISDRANKENCONSUMPTIE IN NEDERLAND
x 106
LITER
1000
900
800
700
600
500
400
300
200
100
811
723
794
711
720
763^
673
520,
557
459
Hoofdelijk 1966
gebruik in liters 36,9
1967
41,6
1968
43,7
69
50,1
70
55,2
71
60,2
72 73 74 75
53,3 60,3 53,3 56,2"
schatting (groei t.o.v, '74: 6%)
12