i
dat fustbier niet meer op
alle brouwerijen wordt afge
vuld, en dat bijvoorbeeld de
brouwerij in Den Bosch wat
betreft bepaalde verpakkin
gen is belast met de Heine-
ken biervoorziening tot voor
bij Amsterdam
Distributie
De produkten van de Heine-
ken bedrijven worden gele
verd aan ongeveer duizend
drankengroothandels en le
vensmiddelengroothandels.
In de steden Amsterdam en
Rotterdam heeft de distribu
tie nog een ander aspect.
Daar vindt namelijk ook nog
rechtstreekse levering plaats
van de twee plaatselijke
brouwerijen aan de Heine-
ken- en Amstelcafés en aan
de plaatselijke groothandels.
De export-distributie is ge-
Een van de vele beladingen op het
terrein van de Bossche brouwerij.
concentreerd in Rotterdam,
waar de produkten van de
daar gevestigde brouwerij
rechtstreeks naar de haven
worden vervoerd. Tevens
wordt momenteel een groot
deel van het export-pakket
in Den Bosch geproduceerd,
dat vervolgens per vracht
auto's naar de havens wordt
vervoerd.
Wanneer men bij dit alles
nog voegt dat het frisdran-
kenbedrijf in Bunnik het hele
land moet bevoorraden,
dan is er een ingewikkeld
distributienet ontstaan, waar
in de vijf produktiecentra
evenzovele opslagmagazij
nen vormen.
De produktie op grote schaal
en het feit dat vanuit vijf
produktiebedrijven alle dui
zend groothandels met een
volledig produktenpakket
moeten worden bevoorraad,
vormen al een basis voor
een transportprobleem.
Een voorlopige samenvat
ting van het transportpro
bleem geeft dus het. beeld
van een massaal vervoers
aanbod van een produkt dat
relatief beperkt houdbaar
is en dat gedurende bepaal
de perioden per jaar een
sterk verhoogde afzet heeft.
Een der grootste
verladers
Het hoeft dan ook geen ver
bazing te wekken dat het
Heineken concern zich tot
een van de grootste verla
ders van ons land heeft ont
wikkeld. Jaarlijks vervoert
het in totaal zo'n 1,8 miljoen
ton aan produkten vanaf de
verschillende bedrijven naar
de afnemers.
Integratie van het distribu
tie-apparaat was een eerste
vereiste om aan de ver-
voersproblematiek het hoofd
te bieden. Daarom werden
de regionale expeditie-appa
raten in 1971 gebundeld in
de dienst Extern Transport
Nederland, die een onder
deel vormt van de commer
ciële divisie van Heineken.
Deze dienst is onderver
deeld in Landelijke Expeditie
en de groep Planning, ad
vies en ontwikkeling, welke
tevens de automatisering op
transportgebied behandelt.
Het was de taak van deze
dienst een transportplan-
ningstechniek te ontwikke
len die voor alle distributie
punten te gebruiken zou zijn
en die tevens het middel zou
verschaffen voor een goede
besturing van het ingewik
kelde afleverapparaat.
Gehuurd transport
Een deel van de aan het af
leveren verbonden moeilijk
heden is, zoals al is bespro
ken, inherent aan de aard
van het produkt. Andere pro
blemen schuilen in het feit
dat Heineken voor het ver
voer van zijn produkten ge
bruik maakt van te huren
transportmiddelen en dat
orderverwerking en distribu
tie van produkten in handen
is van vijf op de bedrijven
gevestigde expeditie-afde
lingen.
Deze orders worden voor
het grootste deel telefonisch
opgevraagd en worden met
de hand verwerkt. In het
grootste bedrijf, dat te Den
Bosch, moeten in de zomer
maanden dagelijks tot 250
vrachtwagenladingen met
tenminste 110 vrachtwagens
worden vervoerd, in de klei
nere bedrijven heeft men
toch altijd nog te maken met
De expeditie van Amstel bier ge
schiedt vanuit Amsterdam.
dagelijks 70-100 wagenladin
gen waarmee tenminste 30-
50 vrachtwagens zijn ge
moeid.
In 1971 ontstonden vooral
in de bedrijven Den Bosch
Amsterdam in de zomertijd
en andere piekperioden
moeilijkheden. Wanneer op
een hete dag zo'n 250 vracht
wagens in Den Bosch en
circa 100 in Amsterdam de
deur uit moesten, dan ble
ken in de middag een groot
aantal vrachtwagens op het
zelfde tijdstip terug te zijn
voor het uitvoeren van een
tweede rit; of voor het inne
men van de lading van de
volgende dag.
Kernpunt
Uit een gezamenlijk onder
zoek van IBM en Heineken
kwam naar voren dat de la
dingcapaciteit op de afdelin
gen Expeditie groot genoeg
was, maar dat het kernpunt
van het probleem school in
de gelijktijdige terugkeer
van een groot aantal wagens.
Dit bleek weer te worden
veroorzaakt doordat nie
mand precies kon vertellen
hoe lang een bepaalde ge
plande rit zou duren. Ritten-
schema's werden in een ru
we benadering met de hand
opgesteld, waarbij men er
slechts voor zorgde dat de
laadcapaciteit van de vracht
wagen ten volle werd benut.
Het ging er dus in de eerste
plaats om tot een accurate
voertuigplanning te komen,
waarbij de voertuigen op
een zodanig tijdstip zouden
vertrekken dat zij bij terug
keer niet of nauwelijks zou
den behoeven te wachten
voor het in ontvangst nemen
van een volgende lading.
Een ander doel was, om ook
in situaties van piekafleve-
ringen volgens planning en
optimaal te kunnen blijven
werken.
Aanpak probleem
Het transportplanningspro
bleem bleek van zo'n om
vang dat men besloot de op
lossing ervan in etappes
door te voeren en met ge
bruikmaking van het IBM
programmapakket VSPX
voor voertuig- en rittenplan-
ning.
Gedeelte van het expeditieterrein op
de brouwerij aan de Stadhouders
kade te Amsterdam.
12