Vooral In Rotterdam is er voor de C.T.D. nogal
eens „werk in de haven". Deze opname werd ge
maakt kort voordat de Nieuw Amsterdam haar
thuishaven voorgoed verliet (november 1971).
Monteur J. T. Beek is hier bezig met een service
beurt aan boord van een olietanker.
het oude ambacht nog wordt uitge
oefend.
In Den Bosch betrokken wij twee jaar
geleden, na jarenlang behelpen op het
brouwerijterrein, het souterrain van
het kantoorgebouw Zuidwal in welk
pand ons Verkoopkantoor gevestigd
is.
Het centrum Helmond, dat door het
opheffen van de Helmondse brouwerij
tijdelijk naar de Traverse in Helmond
werd overgebracht, heeft inmiddels 'n
nieuw onderkomen gevonden in het
pand van de drankenhandel in Horst,
waartoe de siroopkamer en de water-
reinigingsruimte werden afgescheiden
van het kantoor en het magazijn van de
Iedere monteur krijgt op kantoor zijn werkzaam
heden voor een bepaalde periode nauwkeurig op
gegeven. Hier de „werkuitgifte" door de chef van
de C.T.D. in Den Bosch, de heer J. A. M. van de
Grint. In het midden, resp. op de voorgrond de
heren Th. S. Broeren en G. W. Mathijssen.
drankenhandel. Ook werd een eigen
inrit aangelegd.
De wat zuidelijker ligging van Horst
komt ons goed van pas, terwijl de
beschikbaar gekomen ruimten ideaal
zijn. Bovendien kon de opslagruimte
in Heerlen nu vervallen.
Onze Commerciële afdeling in Zwolle
betrok begin 1972 haar nieuwe kan
toor aan de Aagje Dekenstraat 51.
Een deel van de begane grond is voor
de C.T.D. gereserveerd en ook hier
werd een volledig aangepaste behui
zing gecreëerd.
Een deel van het magazijn van de C.T.D.-vestiging
in Den Bosch.
door laatstgenoemde firma uitgebrach
te wagen voor ons doel bijzonder aan
trekkelijk. Na een aantal uitgebreide
tests en vergelijkende proeven is be
sloten tot aanschaf van deze auto over
te gaan.
Ook wat het comfort voor de bestuur
der betreft, is de nieuwe wagen een
duidelijke verbetering.
HUISVESTING
Ten aanzien van de huisvesting van de
respectieve centra C.T.D. in den lande
kunnen wij zeggen, dat, na enkele
reorganisaties, deze nu overal aan
haar doel beantwoordt. Om met Am
sterdam te beginnen. Enige tijd gele
den werd een gedeelte van het stal-
gebouw, dat niet meer in bedrijf was,
opnieuw ingedeeld en voor gebruik
ten behoeve van de centra C.T.D. Am
sterdam I en II gereedgemaakt. De
reeds in gebruik zijnde werkplaats en
de spoelplaats bleven ongewijzigd en
voor de beide chefs werden nieuwe
kantoren gemaakt. Verder kwam er
een nieuwe voorziening voor opslag
van de tijdelijke bruikleengoederen en
voor de goederenuitgifte aan de bui
tenmonteurs.
In Rotterdam krompen wij de in ge
bruik zijnde ruimten tot de helft in
hetgeen mogelijk werd door het af
stoten van incourante goederen, door
het instellen van een landelijk centraal
magazijn te Amsterdam en door het
aanhouden van minimale voorraden per
vestiging.
In Rotterdam behoort tot de C.T.D. ook
de kuiperij, waar op beperkte schaal