grondstoffen uit het bier en werkte averechts op de kwaliteit. Als vervangend gas voor de trans- portdruk op het vat nam men koolzuur, waarvan men uit jarenlange ervaring wist, dat het de bierkwaliteit niet aan tast en niet al te duur in de bereiding is. Ook nu nog is koolzuurgas (C02) het gebruikelijke transportmedium. Schreven wij hiervoor, dat koolzuur niet al te duur is lucht kost niets; op koolzuur moet men dus zuinig zijn en om enige voorraad in huis te hebben is een koolzuurcilinder nodig, waarin het koolzuur in zeer gecomprimeerde toestand aanwezig is, namelijk op een druk van 50 a 70 atmosfeer. Deze hoge koolzuurdruk en het voor kómen van koolzuurverlies, maakten het noodzakelijk te komen tot het in stalleren van nieuwe typen aansteek- huizen, tapstangen, leidingen, bierzui len en kranen. Gelijktijdig begon zich de vraag toe te spitsen op welke temperatuur het bier getapt moest worden. Had men een brouwerij met gekoelde kelders vlak naast de deur, ging het bier in grote, dikke, goed isolerende houten vaten, dan kwam bij een snelle omzet het bier nog koud in het glas. Werd de aanvoerweg langer, het vat kleiner, de wand van het vat dunner, de omzet per horecabezoeker minder, dan kwam het bier niet meer koud in het glas. Hiermede was voor brouwerij en horecabedrijf een nieuw probleem ontstaan. Warm bier is niet plezierig om te drinken, dus moest het bier in het café gekoeld worden; eerst met ruw ijs van de ijsfabriek, later in steeds toenemende mate via elektrische koel installaties. er veel research voorafgaat aan de keuze van materialen, zoals kranen, leidingen, koppelingen, manometers, reduceerventielen, bierkoelers en der gelijke. Ook de werkmethodieken zul len steeds opnieuw kritisch moeten worden bezien. Werd bijvoorbeeld vroeger met bier leidingen van tin, lood met tinvoering of plastic gewerkt, nu ligt de keuze geheel op roestvrijstalen bierspiralen en nylon bierleidingen. Werd vroeger door de monteur veel gesoldeerd, nu wordt de nylonleiding aan tapkop of bierspiraal gekoppeld met behulp van flarekoppeling en fla- re-apparaat, wat een totale ommekeer in de montagemethodieken en verkor ting van de montagetijden heeft te weeggebracht. De nieuwe leidingen en koppelingen maken het mogelijk met chemische Een deel van het specifieke kuipersgereedschap. voor nieuwbouw, reparatie en onder houd, als voor tijdelijke bruikleen, is een goed monteurkorps en een goede organisatie onontbeerlijk. De C.T.D. heeft een landelijke leiding, die gevestigd is in Amsterdam, waar ook het centrale magazijn en de re searchafdeling gehuisvest zijn. De werkzaamheden ten behoeve van de afnemers-horecaondernemers wor den verricht vanuit zes centra C.T.D. die respectievelijk gevestigd zijn in Amsterdam (centrum C.T.D. Amster dam I en centrum C.T.D Amsterdam II), Rotterdam, 's-Hertogenbosch, Zwol le en Horst. leder centrum bestaat uit een werk plaats met kantoor en is bemand met een chef, zes of meer monteurs bui tendienst en één binnenmonteur. De buitenmonteurs hebben ieder de beschikking over een montagewagen, die voorzien is van een standaardin- SERVICE EN RESEARCH Zo zijn wij vanzelf beland bij het ant woord op de vraag: wat doet nu eigenlijk onze Commercieel Technische Dienst of Salesengineering and Cellar- service Department, zoals men in de Engelssprekende landen zegt. De Commercieel Technische Dienst (C.T.D.) houdt zich bezig met het ont werpen, aanleggen en onderhouden van biertapinstallaties. Ook behoort de ontwikkeling van standaardkoelappara- tuur tot het programma. Het zal duidelijk zijn, dat waar het hier gaat om kapitale bedragen per jaar, middelen te reinigen, waardoor de bierkwaliteit beter wordt gewaarborgd. Door hun vloeiend verlopend binnen- oppervlak leveren zij een belangrijke bijdrage aan het tappen van een cor rect glas bier. De researchafdeling van de C.T.D. in Amsterdam, die materia len en methodieken onderzoekt, is dan ook een heel interessante werkruimte, waar steeds aan de nabije en verdere biertaptoekomst gewerkt wordt. ORGANISATIE Om de ruim tienduizend fustbierklanten een goede service te verlenen zowel Kuiper A. A. de Keizer te Rotterdam is de enige, die het oude ambacht nog uitoefent. terieur en een standaarduitrusting (ge reedschap en materialen). Als standaardwagen werd tot nu toe gebruikt de Citroen HY 1600, die in verband met zijn voorwielaandrijving en binnenafmetingen het best aan onze eisen beantwoordde. Een nadeel van deze wagen is dat de accommodatie van de bestuurders cabine op Franse leest is geschoeid. Door de enige tijd geleden tot stand gekomen samenwerking tussen Mer cedes en Hanomag Henschel werd de 18

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Tap en Schap | 1972 | | pagina 18