4 S 0 C I A A L JAARVERS LAG 1994 Toen Mechanisch Onderhoud Brouwen en Energie eind 1993 de resultaten kreeg van hun functiebeschrijving, waren ze daarmee niet tevreden. "Dat hebben we zowel Functie waardering als het Managementteam laten weten", vertelt groepsleider Kees Duivenvoorden. "Er zijn toen extra voorlichtingsrondes geweest om alles nog eens te verduidelijken. Er volgden opnieuw gesprekken en er is een herwaardering gemaakt. We hebben toen gezegd: als het nu niet lukt, zat er gewoon niet meer in. Voor sommigen veranderde de score inderdaad, voor anderen niet. Toch kijken we er tevreden op terug. Er was echt sprake van open communicatie. Alles is heel zorgvuldig behandeld, er is de tijd voor genomen. Aan de score verander je niets. Maar over de wijze waarop de herwaardering plaatsvond, zijn we heel tevreden. Dat was kwaliteit. kunnen worden vervuld. Medewerkers krijgen de gelegenheid hun belangstelling voor het werken in deeltijd aan te geven. - VUT: Tot en met 31 december 1997 is het mogelijk op 60-jarige leeftijd van de huidige Overbruggingsregeling gebruik te maken. Uiterlijk in 1996 zal een andere flexibele uittredingsre geling worden ingevoerd. - CA VO d la carte: Afgesproken is te onderzoeken wat de moge lijkheden zijn voor flexibiliseren van het arbeidsvoorwaarden pakket. De Katholieke Universiteit Brabant heeft dit onderzoek in december 1994 verricht. Door middel van een Personal Benefit Statement zal Heineken de medewerkers meer inzicht verschaffen in hun arbeidsvoor waardenpakket. - Pensioengrondslag: Heineken zal zich inspannen te realiseren dat medewerkers van 55 jaar of ouder, voor wie de ploegendienst toeslag niet verder wordt afgebouwd, over deze afbouwtoeslag op dezelfde wijze als over de ploegendiensttoeslag pensioen kunnen opbouwen. Met de Centrale Ondernemingsraad zijn afspraken gemaakt over wijziging van de premiespaarregeling en de instelling van een spaarloonregeling. FUNCTIEWAARDERING De afdeling Functiewaardering is in 1994 verdergegaan met de opzet om functies afdelingsgewijs te beschrijven. Daarbij worden alle functies die op een afdeling voorkomen, gelijktijdig beschre ven en gewogen. Verbetering van de kwaliteit van de procedures en de methode van werken speelt voortdurend een grote rol bij Functiewaardering. Functiewaardering heeft verder veel tijd besteed aan het voorbereiden van de invoering van het ORBA-systeem. Het is de bedoeling dat gebruik gemaakt gaat worden van referentie- onderzoek. Bij referentie-onderzoek wordt ongeveer een kwart van de functies beschreven. De overige functies kunnen dan met behulp van een vragenlijst worden vergeleken met de referentie functies. In 1994 zou een proef worden gehouden om te beoor delen of ORBA binnen Heineken kan worden toegepast op de nu voorgestelde wijze. Dit is echter nog niet gebeurd. Invoering van ORBA hangt namelijk nauw samen met de planning en het verloop van het Mensen Maken Heineken-proces. De invoering is met de vakorganisaties besproken. De bespreking van een aan tal zaken loopt nog door in 1995. Ter voorbereiding op de overschakeling van het USF- functiewaarderingssysteem naar het ORBA referentie-onderzoek zijn diverse presentaties gehouden voor alle managementteams binnen Heineken Nederlands Beheer en de Centrale Onder nemingsraad. Daarbij is ondermeer belicht wat het doel is van functiewaardering, wat de aanleiding is om over te schakelen op een ander systeem en wat de voordelen van referentie-onder zoek zijn. MANAGEMENT TRAINING EN ONTWIKKELING In het algemeen wordt veel aandacht geschonken aan het oplei den van de medewerkers. De afdeling Management Training en Ontwikkeling richt zich specifiek op de kwaliteit van de leiding gevenden en aankomende leidinggevenden binnen Heineken en op de vraag hoe deze kwaliteit via opleidingen te versterken is. Hieraan is in 1994 veel aandacht besteed. Er is nagegaan wat overkoepelende managementoplei dingen voor alle Nederlandse werkmaatschappijen betekenen, en op welke onderwerpen de managementopleidingen zich moeten richten.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Sociaal Jaarverslag | 1994 | | pagina 6