In het Sociaal Jaarverslag 1983 werd vermeld dat in het kader van de reorganisatie,die begin 1981 in gang werd gezet, nog een aantal onderwer pen diende te worden afgerond. Het betrof hier de volgende aangelegen heden: - toevoeging aan Heineken Neder lands Beheer B.V. van een economi sche en financiële dienst van beperkte omvang; - onderbrenging van een interne accountantsdienst bij Heineken Nederland B.V.; - vastlegging in het Protocol (toevoe ging met een aantal uitgangspunten aan het door de Raad van Bestuur opgestelde Statuut) van tussen de Centrale Ondernemingsraad en Heineken Nederlands Beheer B.V. gemaakte afspraken omtrent de belangrijke invloed van de export activiteiten van Heineken Neder land N.V. op de activiteiten en resul taten van de Nederlandse vennoot schappen; - nadere uitwerking van het recht tot gebruik van concernmerken op de binnenlandse markt door middel van langlopende licentie-overeen komsten. Daarnaast diende nog een aantal, in nauw overleg met de Reglementen commissie van de C.O.R. tot stand gekomen ondernemingsraadregle menten door de Bedrijfscommissie te worden goedgekeurd. In het verslag jaar 1984 konden de meeste van de hierboven genoemde onderwerpen worden afgerond. Een van de onderwerpen waarmee de Raad zich in 1984 in belangrijke mate heeft bezig gehouden is het onderwerp Pensioenaangelegenhe den. Met name betrof het de punten ploegentoeslag/pensioenen en de problematiek rond de premiebetaling van de volksverzekeringen door gepensioneerden jonger dan 65 jaar. Tevens kwamen aan de orde de uit slag van een door de Raad gehouden enquête inzake pensioenvraagstuk ken en een eventuele regeling voor 60+-ers. Naar aanleiding van de gehouden enquête kwam de Raad met voorstellen die door de onderne ming in studie zullen worden geno men. De onderneming is van mening dat er op dit moment geen aanleiding bestaat om een speciale nieuwe rege ling voor 60+-ers te creëren. Aan de Raad werd een procedure voorge- van een eensluidend beoordelingsfor mulier, hetgeen de ondernemingslei ding in principe ondersteunt. Nog belangrijker echter vindt de onderne mingsleiding het dat een mogelijkheid wordt opengelaten dat per vestiging of per discipline aanvullingen dan wel aanpassingen kunnen worden aange bracht. Dit laatste teneinde te kunnen aansluiten bij de specifieke behoeften en omstandigheden die bij de ver schillende CAO-categorieën zijn te onderkennen. Is dit het geval dan zal een dergelijke afwijking alleen plaats vinden na overleg met de betrokken lokale ondernemingsraad. Eveneens in 1984 kon, nadat de C.O.R. daaraan zijn fiat had gegeven, van een experiment, op maximaal twee plekken per vestiging worden gehanteerd. De bedoeling van een dergelijk experiment is na te gaan in hoeverre werkoverleg binnen de regels zoals deze in het Reglement zijn vastgelegd, kan functioneren. Mede op verzoek van de Raad is de ondernemingsleiding activerend en stimulerend opgetreden bij de invoe ring van werkoverleg. Op diverse wij zen is getracht om zoveel mogelijk interesse voor werkoverleg te kwe ken, onder andere door verspreiding op ruime schaal van de Notitie en het Reglement onder de medewerkers. De belangstelling voor de Notitie en het Reglement bleek niet groot. Nadat de Raad in 1983 had inge stemd met het onderbrengen van de risicodekking van de Heineken Ziekte kostenregeling bij een particuliere verzekeringsmaatschappij, werd door de onderneming een commissie geformeerd, die gedurende het jaar 1984 tot taak had: - het afwikkelen van beheerszaken betrekking hebbende op 1983; - het optreden als beheersinstituut voor de tandartsregeling; - het fungeren als begeleidingscom- worden begonnen met de invoering van werkoverleg. Na veelvuldig over leg met de Raad was in 1983 een Notitie en een Reglement Werkover leg opgesteld. De notitie geeft een aantal praktische handvatten en uit gangspunten, op basis waarvan werk overleg kan geschieden. Het Regle ment Werkoverleg zal. in het kader missie ten aanzien van hen die mogelijkerwijze zouden worden geconfronteerd met problemen bij de overgang naar de particuliere verzekeringsmaatschappij. Deze commissie werd in 1984 onder andere bijgestaan door een adviseur benoemd door en deeluitmakend van .O.R. steld met betrekking tot het indienen van vragen inzake pensioenaangele genheden. Begin 1984 stemde de Centrale Ondernemingsraad in met de wijze waarop Heineken de beoordeling van het CAO-personeel wilde gaan rege len. Naar de mening van de Raad zou gebruik gemaakt dienen te worden

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Sociaal Jaarverslag | 1984 | | pagina 11