Leeuwarden Zoeterwoude plan en tevens een afbouwplan zouden nader worden uitgewerkt. De werknemers organisaties en het personeel werden dezelfde dag als waarop de OR van dit voornemen van de directie op de hoogte werd gesteld, ingelicht. Aan de OR werd bovendien een uitvoerige financiële toe lichting gegeven op het besluit dat tot sluiting van het bedrijf zou moeten leiden. Intussen bleef binnen de OR de verwach ting bestaan, dat ervoor Hattem toch een andere oplossing dan sluiting zou moeten kunnen bestaan. Om aan deze verwach ting gestalte te kunnen geven, werd op verzoek van de ondernemingsraad door de directie in samenwerking met de OR- Hattem in november een speciale project groep geformeerd. Deze heeft de ondernemingsraad bijgestaan bij haar onderzoek naar de levensvatbaarheid van de vestiging Hattem. Een advies van deze projectgroep is begin 1982 uitgebracht. Met de ondernemingsraad werd gedis cussieerd over de vraagstelling van de positie van deze vestiging. Duidelijk werd gemaakt, dat de vestiging Leeuwarden als een onderdeel moet worden gezien van één organisatie, de Gedistilleerd- en Wijngroep en derhalve niet als een losstaand onderdeel in de Heineken organisatie kan worden beschouwd. Daarbij kon bovendien een werkgelegen- heidsgarantie worden gegeven voor een bepaald aantal arbeidsplaatsen tot in 1984 Na de toelichtingen, die van de zijde van de directie op een en ander werden gegeven, kon de ondernemingsraad zich met de gegeven beleidsuitgangspunten verenigen. Met de bij de CAO betrokken werknemers organisaties werd gesproken over de voortzetting van een deel van de over plaatsingsregeling Rotterdam-Zoeter- woude, die op 31 december 1980 ten einde liep. Zoals in deze regeling was overeen gekomen, zou het instandhouden van de ongemakkentoeslag voor pendelaars na die datum een punt van bespreking vormen, als er nog steeds in de jaren daar na gependeld zou worden. In verband met het feit, dat van de zijde van de leiding begrip bestond voor het onge mak van langdurig pendelen, werd besloten deze toeslag te blijven betalen, met de voorwaarde, dat vanaf 1 januari 1983 deze toeslag niet meer verhoogd zal worden op basis van de indexcijfers voor gezinsconsumptie. Deze toeslag blijft dus in stand voor de pendelaars, die onder de 19

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Sociaal Jaarverslag | 1981 | | pagina 21