Van vestiging tot vestiging Den Bosch Hattem In de loop van het jaar is in de brouwerij in Den Bosch een zogenaamd sfeerver- beteringsproject van start gegaan. Het doel van dit project is het onderzoeken en realiseren van de mogelijkheden om als bedrijf in de nabije toekomst werk en werk situaties zodanig te verbeteren of te veranderen opdat die door de mede werkers en het bedrijf als zinvol en aantrekkelijk worden ervaren. Er is een plan opgesteld voor de aanpak van dit project, een plan dat de voorwaarden moet scheppen om het gestelde doel van sfeer verbetering te bereiken. Daarbij zullen bedrijfsbelangen en persoonlijke belangen een evenwichtig geheel moeten vormen of zoveel mogelijk met elkaar in evenwicht moeten worden gebracht. Intussen is een aantal concrete uitgangs punten en richtlijnen opgesteld, waarbij de bedrijfsleiding tot taak heeft te bewaken dat deze worden aangehouden. Bij dit project zijn betrokken de bedrijfs leiding, de afdeling Personeelszaken, afdelingschefs, wachtchefs en groeps leiders en uiteraard de medewerkers van de afdelingen zelf. In het vorig verslagjaar werd melding gemaakt van het feit, dat een aantal werk groepen een onderzoek zou doen naar de mogelijkheden om andere activiteiten in Hattem te verrichten. Daarbij zouden vier alternatieven worden onderzocht, zoals het vestigen van een distributiecentrum of een depót, het vestigen van een Horeca- gebied voor Overijssel/Veluwe, eventuele produktie van frisdranken of sappen en andere, kleinere, projecten. Met de OR werd over deze mogelijkheden uitvoerig gesproken en er werden nadere toelich tingen gegeven. In mei van dit jaar moest echter door de directie de mededeling worden gedaan, dat geen van de vier genoemde alternatieven een oplossing kon bieden voor de vestiging, die al jaren met verlies te kampen heeft. Aan de OR werd vervolgens door de directie advies gevraagd over een plan tot sluiting. In deze adviesaanvraag was een werkgelegen- heidsgarantie opgenomen. Een sociaal

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Sociaal Jaarverslag | 1981 | | pagina 20