De invloed van het buitengebeuren konsu, Wjit verwaarkx •ooral uit na Wetsontwei f ^onaanvaardbaar wonv&cteerba^V v Elke onderneming, en dus ook Heineken, moet zich realiseren dat zij geen eiland vormt in onze samenleving. Het is volstrekt onmogelijk vanuit een totaal isolement en uitsluitend naar eigen inzicht binnen onze maatschappij te opereren. De maatschappij en de onderneming zijn min of meer met elkaar vervlochten. De samenleving legt de onderneming beperkingen op in haar vrijheid van handelen. Zij stelt randvoorwaarden en roept de onderneming op tot openbare verantwoording. De onderneming kan niet passief blijven. Welke de beperkingen en randvoorwaarden zijn, wordt bepaald door de tijd waarop en de omstandigheden waaronder bepaalde zaken spelen. Zo werd kort na de oorlog het aantrekken van buitenlandse industriële ondernemingen bevorderd en alom toegejuicht. Vijfentwintig jaar later werden op grote schaal stringente voorwaarden gesteld aan dezelfde industrieën en zijn zij vanuit onder andere milieu-overwegingen in een geheel ander daglicht komen te staan. Zij worden hier en daar zelfs vijandig benaderd. Dit is een volledige ommezwaai in het denken over de industrie. Een ander vrij recent voorbeeld is het volgende. Mede gebaseerd op het rapport van de Club van Rome stond medio '70 de 'nul-groei' van de economie centraal. Nu is 70 miljoe» xtraeteun e»o». fljjnrfrweer voor economische qrWi economische gr veilig te stellen. Prioriteiten ize soms snel wijzigende dient de onderneming in er een stroming kiest om de wer .gestejd. ffing^ beier tor de tnderrf&ffiinJis het/iet altijd even duidelijk wie nu die slmenl«<ia^s enj^t zij eigenlijk wil. De samenleVjng kan words*gezien als een complexiteit van organistlii ii i g^fperingen en individuen, die ieder voor zich de gang van zaken binnen de maatschappij zoveel mogelijk in hun eigen richting willen beïnvloeden. De kracht waarmee de ene of de andere groep zich laat gelden is medebepalend voor het succes. Enkele belangrijke groeperingen, die zich binnen onze samenleving manifesteren zijn de overheid (rijks-, provinciale en gemeentelijke), politieke partijen, vakbonden, leveranciers(organisaties), consumenten(organisaties) en actiegroepen. Zij stellen vanuit hun eigen achtergrond en overtuiging eisen aan de onderneming, die in sommige gevallen tegenstrijdig kunnen zijn. Wat de ene groep verlangt, wordt juist door de andere bestreden. Geconstateerd kan worden, dat de kracht waarmee deze groeperingen aan de deur van de onderneming rammelen steeds sterker merkbaar wordt. Zo is de invloed van de overheid op de onderneming enorm toegenomen. Wettelijke regelingen op het terrein van investeringen, milieuveiligheid, medezeggenschapen inkomens bepalen voor een groot deel de richting van het beleid van de onderneming. Bovendien bestaat er regelmatig overleg met de overheid van waaruit daadwerkelijk invloed uitgaat zonder dat het een wettelijk karakter heeft. Politieke partijen bemoeien zich ook steeds intensiever met de sociaal-economische problemen en laten zich steeds meer in met details van het ondernemingsgebeuren (initiatiefwetsvoorstel aftopping prijscompensatie). Vakbonden hebben hun onderhandelingsterrein aanzienlijk uitgebreid. Naast de oorspronkelijke materiële eisen, zoals loon, komen steeds meer immateriële zaken op de voorgrond. Gezondheid, veiligheid van de werknemer en de arbeidsplaatsen-overeenkomsten zijn daar voorbeelden van. In de toekomst kunnen we erop rekenen, dat ook andere belangenorganisaties, zoals consumentenbonden en actiegroepen, zich krachtiger gaan opstellen. Alle genoemde groeperingen weten een goed gebruik te maken van de publieke opinie, waarbij media als pers, tv en radio optimaal aangewend worden. De vraag is nu hoe de onderneming zich moet opstellen tegenover deze verlangens tot vermaatschappelijking. Eén ding is zeker, zij kan zich niet veroorloven passief te blijven. Inmiddels is de sociale aanvaarding van de activiteiten van de onderneming voor de continuïteit bijna even belangrijk geworden als een goed rendement. Het is daarom ook niet voldoende om strikt de wettelijke verplichtingen op te volgen. Van de onderneming wordt meer verlangd dan dat. De onderneming moet getuigen van een goede 'burgerzin'. Dit betekent dat zij een open oog moet hebben voor wat de gemeenschap verlangt. In samenspraak met die gemeenschap moet dan een eigen vorm gegeven worden aan een maatschappelijk verantwoord optreden. Dan pas zal de onderneming geïntegreerd zijn in de samenleving, waarvan zij zelf deel uitmaakt. 2

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Sociaal Jaarverslag | 1978 | | pagina 4