&~fye/UZ Onze buitenlanase medewerkers Het zal de doelmatigheid van komen wanneer de beleidsz en gescheiden worden van z1 contacti voorrani vaiHgeri Behalve het overleg, dat met de werknemers organisaties op landelijk niveau gevoerd werd, vond ook op vestigingsniveau periodiek overleg plaats met bezoldigde bestuurders en met vertegenwoordigers van de bedrijfsledengroepen. De informele besprekingen zoals deze de afgelopen jaren met de contactcommissie van de VHP zijn gevoerd, verliepen wederom in een goede en constructieve sfeer. Het aantal medewerkers vanfendere dan de Nederlandse nationaliteit in dp produktieb Arijven gaf in de afgelopen periode een stelke stijging (191/2 procent) te zien. Waren de buitenlandsik werknemers in september 1978 gezamenlijk 5^f man sterk, een jaar later was dit cijfer tot 620 opgelo\n, terwijl per 31 december 1979 het totale aantal buitenlandse medewerkers in onze dienst 638 bedrofcg^Met elkaar maken zij ongeveer een vijfde deel uit vancfë* produktiemedewerkers in onze Nederlandse bedrijven. Reeds in de jaren 1964/1965 zijn met name de vestigingen Amsterdam/Mauritskade, Bunnik en Den Bosch begonnen met het groepsgewijs in het land zelf (Spanje) werven van arbeidskrachten. De Spanjaarden vormen dan ook qua dienstverband de oudste groep eren oven werknemers, van wie een aantal reeds zijn Ileum heeft gevierd dan wel in de komende r Harig dienstverband bereikt. Nóg vormen de panjaadfen ook de grootste groep (168)*, hoewel zij j^fal dicht op de hielen worden gezeten door de :kanen (157). De meeste Spanjaarden werken in Amsterdam (101), terwijl de Marokkanen getalsmatig de overhand hebben in Bunnik (65). Ook in Amsterdam (49) zijn zij goed vertegenwoordigd. De Portugezen vormen een groep die de laatste tijd sterk in aantal is toegenomen (71voor het grootste deel van hen bevindt de werkplek zich in uöe. Dezevtesttging herbergt ook de meeste, in totaal 1^"fts^naliteiteividier werken ook de meeste Turken (42) van Wie het total Aaantal (78) ongeveer overeenkomt met dat van de Rprtugezen. Van de Belgen (52 in totaal), eveneen| 'oudgedienden' onder onze bu hebbende meesten (45) Den I 'rig(®ajibnalit*#fen, verspi behorend tot de Jtenlandse medewerkers, posch als standplaats. De aid over alle Nederlandse pen groep van 110 mensen, Vele \^n onze buitenlandse werknemers, met name zij die al geruime tijd in ov/e dienst zijn, hebben zich zodanig aangepast dfit zij geheel in onze werkgemeenscha^zijn opgenomen. Problemen doen zich voor wannéér men de Nederlandse taal (nog) niet beheerst endêze barrière de contactuele mogelijkheden in de werksituatie bemoeilijkt. Een gebrekkige commj#fficatie is van nadelige invloed, zowel op het ojjtrtnaal functioneren van de individuele buitenlandse nedewerker, als op het werken in teamverband. Om deze problematiek zo goed mogelijk de baas te blijven wordt het nodige aan de begeleiding van de buitenlandse medewerkers gedaan, onder andere in de vorm van cursussen Nederlands, op kosten van het bedrijf. Verder hebben enkele vestigingen een vaste tolk in dienst. In de problematiek rond de buitenlandse arbeidskrachten blijft in veel gevallen de taalbarrière niettemin de hoofdrol spelen. Hierdoor wordt enerzijds de opleiding bemoeilijkt, terwijl het anderzijds een extra belasting betekent voor het leidinggevend personeel. Een andere aanpak van de werving kan worden gevonden door zich op een bepaalde groep, bijvoorbeeld de tweede generatie, te richten. Zo heeft men in Bunnik in het voorjaar van 1979 een groep van vijftien jonge Marokkanen aangenomen, die als kind naar ons land zijn gekomen. Dezen beheersen de Nederlandse taal al redelijk en zijn, door het opgroeien in Nederland, beter op de hoogte van het leef- en voedingspatroon hier te lande. Bij het beleid met betrekking tot het aannemen van buitenlandse werknemers moet rekening worden gehouden met verschillende beperkingen, voor beide partijen. Leeftijd en het veelal ontbreken van enige opleiding van de gegadigden zijn in dit opzicht voor het bedrijf de belangrijkste criteria. De buitenlandse werknemers als zodanig brengen 'van huis uit' reeds een aanpassingsprobleem met zich mee door hun geheel andere cultuurpatroon met de eigen feestdagen, taal en gewoonten. Huisvesting en verder het zich onderling niet (goed) verdragen van bepaalde groepen buitenlandse werknemers kunnen voor deze groepen evenzovele beperkingen vormen bij het zich aanbieden op de arbeidsmarkt. 14 "De hier vermelde aantallen geven de situatie per 31 december 1979 weer.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Sociaal Jaarverslag | 1978 | | pagina 18