Het bemannen van een nieuwe^ vestiging De feestelijke inbedrijfstelling, op 21 september 1979, van onze nieuwe vestiging in Zoetermeer vormde een van de hoogtepunten in de geschiedenis van onze onderneming. Zij was tevens de bekroning van een groot aantal activiteiten op het gebied van bouwen en inrichten. Activiteiten die, duidelijk waarneembaar voor iedereen, ertoe hebben geleid dat in ruim anderhalfjaar tijd een bouwkundig fraai en technisch alsook qua arbeidsomstandigheden doelmatig bedrijfscomplex verrees. Weinig spectaculair, nauwelijks zichtbaar maar niet minder noodzakelijk waren de inspanningen, die zijn geleverd om 'de nieuwe tent te bemannen'. Het slaan van de eerste paal, 27 januari 1978, was tevens het startsein voor de werving van personeel. Toen stond reeds vast hoeveel en welke functies op welk tijdstip vervuld dienden te zijn. Al snel kwam dan ook de werving op gang. De kandidaten voor de te vervullen functies werden in eerste instantie gezocht onder de eigen medewerkers. Hiervoor kwamen om te beginnen de personeelsleden van de te sluiten vestigingen in Rotterdam (Maaskade en Reuchlin) en Schiedam (Coebergh) in aanmerking, alsook medewerkers van onze andere bedrijfsonderdelen. Daarna werd een beroep gedaan op de arbeidsmarkt in Zoetermeer en omgeving. De werving, die in de zomer van 1978 duidelijk gestalte kreeg, verliep redelijk succesvol. Aan het begin van het boekjaar 1978/79 was ongeveer zeventig procent van de uitvoerende functies in de produktiesector vervuld. Gedurende de verslagperiode 1 oktober 1978 tot en met 31 december 1979 zijn in Zoetermeer 76 nieuwe medewerkers aangenomen. Van hen waren er tien afkomstig uit andere Heineken vestigingen. In de afgelopen periode bleken de openstaande bedieningsfuncties in het bedrijf het moeilijkst te vervullen. In de administratieve sector had het aanbod van gegadigden voor een deeltijdbaan de overhand. Dit maakte het aantrekken van medewerksters-voor-een-volledige-dagtaak er niet gemakkelijker op. Opmerkelijk was het effect van de publiciteit over de nieuwe vestiging in de eindfase van de bouw. In de periode rondom de voltooiing van het bedrijf viel een duidelijke stijging te constateren in het aantal spontane sollicitaties uit Zoetermeer en omgeving. De bedrijfsactiviteiten in de eerder genoemde vestigingen te Rotterdam en Schiedam werden in de eerste helft van 1979 successievelijk beëindigd. Aan alle betrokken medewerkers is de vraag voorgelegd of zij bereid waren hun werkkring in Zoetermeer voort te zetten. Het grootste deel stemde daarin toe. Zij kwamen in aanmerking voorde overplaatsingsregeling die daartoe in overleg met de werknemersorganisaties tot stand was gekomen. Van de overige medewerkers is een aantal, in het kader van de overplaatsingsregeling, opgenomen in de wachtgeldregeling; anderen hebben onze dienst verlaten. Een aparte groep vormde de marketingafdeling, die 'be/fin april U^&anuit Amsterdam naar Zoetermeer ^rerd ovesge^R». 1 rMet het Jog ^graovwplaaKing werden verscheidene voorliclftingsi^BlFomst^i gehouden, waarop met name avat.de diylrse ooéerdelen van de overplcktsin§^%elingeen uiteenzetting is gegeven. De bemoeienissen met betrekking tot de werving en de overplaatsing waren niet de enige voor de buitenwereld meestal niet waarneembare activiteiten bij het bemannen van de nieuwe vestiging. Zo was het zaak de medewerkers van de verschillende bedrijfsonderdelen tijdig op hun nieuwe taak -het bedienen, respectievelijk besturen van andere apparatuur en processen- voor te bereiden. Via functiegerichte opleiding, een methode die elders in deze uitgave wordt beschreven, werd ernaar toegewerkt de betrokken medewerkers getraind in de startblokken te laten verschijnen. Helaas is het project functiegerichte opleiding te Zoetermeer nog niet geheel afgerond. Daardoor heeft een optimale voorbereiding van alle betrokkenen op de nieuwe functie nog niet kunnen plaatsvinden. In de periode van extra produktie, die gerealiseerd moest worden naar aanleiding van de per 1 januari 1980 ingegane accijnsverhoging op sterk alcoholhoudende dranken, is het project tijdelijk komen stil te liggen. De verwachting is echter dat het in de eerste helft van 1980 afgerond zal worden. Verder is bijvoorbeeld de helpende hand geboden in die gevallen waarin overgeplaatste medewerkers wilden verhuizen naar Zoetermeer of omgeving. Daartoe zijn goede contacten opgebouwd met de afdeling huisvesting van de gemeente Zoetermeer en met de plaatselijke woningbouwverenigingen. Via deze bemiddeling slaagde een twintigtal van de ongeveer dertig woningzoekenden in het vinden van een passende woning. Het vervoer was eveneens een zaak, waaraan veel aandacht is besteed. Onder het personeel, dat 8

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken - Sociaal Jaarverslag | 1978 | | pagina 10