Arbeids
voorwaarden
Commercie Divisie
Nederland
Groep Frisdranken
Groep Gedistilleerd en
Wijn
Personeelzaken
iilliiiiiimimilliii
Aan het einde van het verslagjaar vonden
overeenkomstig het in het verslagjaar 1975/1976
genomen besluit tot verplaatsing van de landelijke
commerciële diensten van de Divisie Nederland naar
Zoeterwoude, de eerste afdelingsverhuizingen vanuit
Amsterdam plaats. Voor het einde van het
kalenderjaar zal deze overplaatsing zijn voltooid.
De in 1977 gewijzigde opzet van de thuisverbruik-
organisatie heeft een positieve uitwerking gehad. De
relatie met onze afnemers kon daardoor worden
verstevigd.
In dit boekjaar is besloten de marketingafdeling vanuit
Amsterdam niet naar Zoeterwoude over te plaatsen,
doch naar Bunnik, teneinde een direct contact met
verkoop en produktie mogelijk te maken.
De verkoopactiviteiten van de Gedistilleerd Groep
Nederland en de Wijn Groep Nederland werden beide
in Schiedam gesitueerd, terwijl de leiding van beide
afdelingen in één hand kwam. Een en ander
resulteerde onder meer in de instelling van één
verkoopbinnendienst thuisverbruik.
De nieuwe distilleerderij, de alcoholfabriek en het
kantoor in Zoetermeer, waarvan de bouw dit boekjaar
werd gestart, zullen in 1979 in bedrijf worden gesteld.
In overleg met de werknemersorganisaties kwam een
overplaatsingsregeling tot stand voor het personeel,
dat thans werkzaam is in Schiedam en Rotterdam.
Ook de marketingafdeling zal in Zoetermeer worden
gehuisvest. Aan het einde van het boekjaar werd de
personele organisatiestructuur voor de nieuwe
vestiging Zoetermeer vastgesteld na voorafgaand
overleg met de Schiedamse ondernemingsraad.
Voortvloeiend uit een in het vorige verslagjaar tot
stand gekomen hergroepering, werd het Bureau
Coördinatie Ondememingsradenwerk en
Personeelinformatie aan de dienst Personeelzaken
van de Divisie Nederland toegevoegd.
In de loop van januari 1978 dienden de
werknemersorganisaties hun voorstellen tot
wijziging van de CAO voor 1978 in.
De voorstellen, die in hun totaliteit werden besproken,
hielden twee essentiële zaken in, te weten:
- de vakverenigingen toonden zich bereid pas op
de plaats te maken in de loonsfeer, met andere
woorden, genoegen te nemen met alleen de uitkering
van de prijscompensatie; eisen tot een extra
loonstijging boven de prijscompensatie bleven ditmaal
achterwege; een aantal verlangens in het secundaire
vlak brachten echter wel aanzienlijke financiële
gevolgen met zich mee
- in het jaar 1978 wilden de vakverenigingen komen
tot vaststelling van een zogenaamde APO (arbeids
plaatsenovereenkomst).
De belangrijkste uitkomsten van de onderhandelingen
op materieel terrein waren:
5