tussen bedrijf, werknemersorganisaties en
ondernemingsraad werd besproken en toegelicht.
Een inleiding over meerjarenplanning, gegeven door
enkele medewerkers die op dit terrein deskundig zijn,
vormde eveneens een onderdeel van het
opleidingsprogramma.
Het functioneren van ondernemingsraden wordt mede
beïnvloed door de opstelling van de overige
medewerkers van de onderneming. Hoe liggen de
contacten tussen de OR-leden en het personeel dat
zij vertegenwoordigen?
Toont men belangstelling voor hetgeen in de
ondernemingsraden wordt behandeld?
Jammer genoeg moeten we constateren, dat dit bij
ons, zoals in veel andere bedrijven, in het algemeen
nog in onvoldoende mate het geval is. Misschien
wordt de beperkte belangstelling veroorzaakt door
onvoldoende kennis van de bij wet en reglement
vastgestelde bevoegdheden van de
ondernemingsraad. Wellicht moet bij ons aan het
ondernemingsradenwerk meer publiciteit worden
gegeven. Misschien komt het ook omdat de
resultaten te weinig spectaculair overkomen.
Waarschijnlijk is tenslotte, dat een deel van de
waarde van het bestaan van een OR voor het
personeel en wellicht soms ook voor de raad zelf
verborgen blijft. Immers alleen al het feit, dat er een
ondernemingsraad is, houdt in dat met dit instituut bij
het nemen van besluiten rekening wordt gehouden.
Vooral met het oog op eerder genoemde grotere
bevoegdheden van de nieuwe raden ligt het voor de
hand dat onze medewerkers zich meer gaan
interesseren voor het ondernemingsradenwerk. Wij
willen hen graag aansporen aan de OR-verkiezingen
in het voorjaar van 1979 en de daaraan
voorafgaande candidaatstelling in groten getale deel
te nemen.
De mening die hier en daar te beluisteren valt, dat er
door de behandeling van algemene zaken door de
COR voor de plaatselijke raden weinig interessante
zaken overblijven, delen wij niet. Dat er sprake is van
een zekere beperking van taken is uiteraard
onvermijdelijk; het reglement biedt evenwel vele
mogelijkheden tot het aanpakken van belangrijke
zaken. Bovendien kunnen de plaatselijke raden door
hun afgevaardigden in de COR hun stem in dat
college laten horen en de besluitvorming daarvan
beïnvloeden. De COR kan zijn taak immers niet
uitoefenen in isolement, doch uitsluitend in
samenwerking met de plaatselijke raden.
Bij Bokma in Leeuwarden kende men tot voor kort
een personeelscommissie. Aangezien het
personeelsbestand beneden 100 lag was er geen
verplichting om tot instelling van een
ondernemingsraad over te gaan. Door het personeel
is het afgelopen jaar de wens geuit om toch tot de
oprichting van een ondernemingsraad en een
vertegenwoordiging in de COR te komen. De
behandeling van dit verzoek in de COR heeft geleid
tot een acceptatie van dit voorstel. De eerste
OR-verkiezingen hebben daar, op de laatste dag van
het boekjaar, onder grote belangstelling plaats
gevonden.
In een tweetal gezamenlijke bijeenkomsten van de
leden van de acht ondernemingsraden en een verte
genwoordiging van Bokma werden, in aanwezigheid
van enkele commissarissen van Heineken Nederlands
Beheer B.V., de jaarcijfers van het boekjaar
1976/1977 en de halfjaarresultaten van het afgelopen
boekjaar behandeld. In de eerste bijeenkomst werd ook
het sociaal jaarverslag besproken.
De Centrale Ondernemingsraad hield zich afgelopen
jaar bezig met een groot aantal zaken. De
belangrijkste was ongetwijfeld de behandeling van de
eerder genoemde beslissing van de ondernemings
leiding om de brouwerij Mauritskade Amsterdam te
sluiten. Hieraan werden drie extra vergaderingen van
de COR samen met de OR-Mauritskade gewijd. In
het hoofdstuk 'Onze organisatie in beweging' is op
deze problematiek reeds uitvoerig ingegaan.
Uiteraard vormden bij de besluitvorming de sociale
aspecten een belangrijk onderdeel. Aan de
COR werd gevraagd advies op het voorlopige
besluit van de Raad van Bestuur uit te brengen.
Vanuit de eerder vermelde uitgangspunten van
samenwerking tussen de COR en de lokale
raden werd op verzoek van de COR door de
OR-Mauritskade een conceptadvies opgesteld. Dit
11