RONDJE JORDAAN
HET ZOONTJE VAN PAUL
JORDAAN FESTIVAL
LIEVER MORGEN
Het festival van
het Amsterdamse
levenslied wordt
sinds 1975
georganiseerd.
Cafe De B affende Vis
heeft elk jaar met
Koninginnedag een
opvallende gevel.
Het antwoord op die laatste vraag wordt niet
veel later gegeven door Joost Beer. De eigenaar
van Café De Blaffende Vis staat op het punt
een vergadering in te gaan als het gezelschap
de deur van zijn levendige café openduwt. Met
de Kroningsdag op 30 april in het verschiet
moet worden nagedacht met welke opval
lende gevel zijn zaak dit jaar de kranten gaat
halen. Op dit gebied heeft hij een traditie
hoogte houden. Tijdvoor een biertje heeft hij
natuurlijk wel. Beer zegt totale partnership
van 'zijn' brouwerij te verlangen. De populaire
zaak in de Westerstraat heet nog Café Arie als
Paul er namens de brouwerij komt. "Een fout
café", herinnert hij zich. Nu is het een populair
en levendig eetcafé met achter de bar een paar
vakkundige bardames.
Beer vervolgt: "Toen Léon hier binnen kwam,
heb ik hem eerst zwaar onder de loep genomen:
'het zoontje van Paul'. Maar wat een kanjer is
het! We zitten in de zwaarste periode in tien
jaar, dus wil ik sparren met de brouwerij om
samen tot een hoger plan te komen. HEINEKEN
was in het verleden bijna goddelijk. Dat is nu
heel anders. Ik zoek geen drinkebroer, maar
iemand die meedenkt. Ik ben niet van de brou
werij afhankelijk, en dat is een heerlijke positie.
Dus verwacht ik vertrouwen en loyaliteit. Net
als eerlijkheid. En dat ik word geholpen als het
een keer tegenzit."
Anno 2013 is Paul van Daalen al vijfjaar met
prepensioen. Heel af en toe kriebelt het nog.
Dan maakt hij, zoals vandaag, een caférondje
met zoon Léon. Een aantal van de vroegere
cafés is verdwenen of heeft een andere naam.
Hij merkt ook de impact die het rookverbod op
de cafés heeft gehad. "En soms verbaas ik me
weieens over het enorme takenpakket dat hij
heeft. Targets en doelstellingen. Daar ging het
in mijn tijd niet over. Maar wat er ook gebeurt,
de persoonlijke relatie met de ondernemer zal
altijd belangrijk blijven."
Sinds medio 2012 bezoekt Léon van Daalen een
belangrijk deel van de cafés waar ooit ook zijn
vader kwam. Dat hij 'de zoon van' is zorgde er
voor dat het ijs in een aantal gevallen snel was
gebroken. Zijn vader moest dat op een andere
manier bewerkstelligen en herinnert zich zijn
eerste cafébezoek in dienst van HEINEKEN
nog goed: om elf uur 's ochtends bij Café Rooie
Nelis, met achter de bar de legendarische Blon
de Sien. Die drukt hem meteen een glas bier in
de handen. "Een paar uur later ging ik achteruit
naar buiten. Ja, er werd meer gedronken in
die tijd. Niet voor niets wilden ze vanuit de
brouwerij dat je getrouwd was." Terugdenkend
schat hij geregeld laat te zijn thuisgekomen.
Hij herinnert zich ook het jaarlijkse Jordaan-
festival. Dat werd toen nog in het hart van de
volksbuurt georganiseerd. "We gingen altijd
met een ploeg van de brouwerij de cafés langs.
Natuurlijk kreeg iedereen daar een rondje. Als
we dan bespraken welk café het volgende zou
zijn, zag je al een aantal gasten opstaan. In de
volgende zaak kwam je die weer tegen: ze dron
ken de hele avond gratis met ons mee."
Drinken onder werktijd gebeurde toen nog,
zelfs onder de chauffeurs die de fusten bier
afleverden. Algemeen Directeur Philip de
Ridder schets nog een verschil: "Vroeger werd
er door ondernemers minder van de brouwerij
verwacht. Wilde iemand een kleine lening
hebben, dan moest hij maar naar de brouwerij
komen."
Zoon Léon doet zijn werk in andere tijden, weet
ook Philip de Ridder. Drinken onder werktijd
is taboe, cafés verlangen een andere rol van de
brouwer en concurrerende brouwerijen acqui-
reren actief in het gebied waar ooit Heineken
en Amstel vrijwel het alleenrecht hadden.
"Vroeger was je vooral bezig met relatiebeheer.
Nu is het zakelijker geworden, en moetje in
derdaad onderhandelen om 'puntjes' te krijgen
of te houden", zegt Léon. "Ons takenpakket is
veranderd. Zoals mijn vader werkte, zou ik het
niet kunnen. Je kunt met een ondernemer een
zakelijke relatie hebben, maar er ook privé een
glas bier mee drinken. Dat is voor mij altijd de
grens. Komt het eerste biertje op tafel en de
ondernemer stelt een zakelijke vraag, dan zeg
ik: 'Liever morgen.'"
Philip de Ridder hoort de woorden aan en
reageert: "Er is, zeker de laatste tijd, veel
Café Roole
Nells In de
üordaan met
achter de tap
Blonde Slen
en Zwarte
Gerrit.
veranderd voor Léon en zijn collega's. De Ac
count Manager zal altijd nodig blijven, maar
we willen af van het oude principe dat twintig
procent van je bieromzet tachtig procent van
de aandacht vereist. Toch is alles een golfbewe
ging. Over vijftien jaar zal het weer zo zijn dat
mensen elkaar willen zien. We zitten nu in een
periode dat het alleen over condities gaat. Als
dat op een gegeven moment meer transparant
wordt, kun j e als brouwer vragen: Wat kan ik
nog meer voor je betekenen?"
18 heineken NL magazine