MASTERCLASS
Foto's:
1. Peter van Besouw,
directeur Brandbrouwerij,
houdt met passie een
inleidend verhaal.
2. Hop bekijken onder de
microscoop: 'Wonderlijk!'
3. Deelnemers naast
gedroogde hopbellen.
4. Brouwmeester Michel
Bormans vertelt over gist.
Proeflokaal 't Kelderke is donkerder dan een don
kerbruin café. Een groot glas-in-loodraam toont
opgewekte bierdrinkers van eeuwen terug, maar
ook een oneliner die in sierlijke krulletters over
matig alcoholgebruik afraadt. De wanden tussen
de stenen booggewelven zijn rijk beschilderd.
Eén afbeelding springt eruit: die van drinkende
feestvierders in gekke pakjes en met rare
schminck. Want we zijn natuurlijk wel in Limburg,
't Kelderke ligt op het terrein van de Brand
brouwerij in Wijlre. Horecaondernemers uit heel
Nederland zijn afgereisd naar het Zuid-Limburgse
plaatsje. "Brand heeft honderdtachtig Proeflokalen
in Nederland," legt Maartje van Galen, brand mana
ger Brand, uit. "De uitbaters ervan staan voor hoge
kwaliteit en weten precies hoe ze een perfect pilsje
tappen: ondernemers met een hart voor Brand."
Om die liefde te verstevigen, volgen de uitgenodigde
uitbaters vandaag een masterclass. Tijdens een
rondleiding door de brouwerij ontdekken zij de
belangrijkste ingrediënten van bier, wordt de kennis
van het brouwen verdiept en wordt de passie voor
pils nóg verder aangewakkerd.
EERSTE PIJPJE
Die bierpassie is eeuwenoud, vertelt Peter van
Besouw. Hij is al zeven jaar directeur van de
Brand-brouwerij, maar weet dat die periode niets
voorstelt. "De brouwerij bestaat al bijna zevenhon
derd jaar," zegt hij. "Waarschijnlijk is de brouwerij
nog veel ouder, maar vanaf 1340 vind je hem
terug in officiële documenten." Het maakt de Lim
burgse brouwerij tot de oudste van Nederland.
Trots vertelt hij hoe Brand als eerste begon met
pils brouwen, het eerste speciaalbier ontwikkelde
en in 1961 het 'pijpje' introduceerde.
GEEN SCHUIM?
Dat pijpje krijgen de masterclassers nog niet in
handen. Bij de eerste presentatie, over de won
dere wereld van gist, krijgen ze met minuscule
glaasjes het verschil tussen 'bovengisters' en
'ondergisters' te proeven. Dat er slechts twee slok
ken uit een glaasje gaan, is tot daaraantoe. Opmer
kelijker is de inhoud: vlak, zonder schuimkraag.
"Dat moet tijdens het proeven," verklaart brouw
meester Michel Bormans. "Proeven doe je met je
mond, maar ook met je neus. Als je een biertje
drinkt, wil je blijven genieten van de geuren, en
dus moeten die door het schuim op hun plaats
blijven. Maar als je kleine slokjes neemt écht om
te proeven, wil je juist volledig van de aroma's
kunnen genieten. Daarom: geen schuim."
En terwijl zijn publiek minislokjes uit de mini-
glaasjes neemt, legt Bormans uit dat gist het aller
belangrijkste bieringrediënt is. Immers: zonder
gist veranderen de suikers niet in alcohol.
WATER BIJ HET BIER
"Vergeet wat die andere gasten zeggen," roept
directeur Peter van Besouw meteen daarna.
"Water is het belangrijkste ingrediënt, want water
draagt alle smaken. Vergeet niet dat bier voor
92 procent uit water bestaat."
Zijn toehoorders staan op het buitenterrein,
achter hen rolt het water soepel door het riviertje
de Geul. Vol trots wijst Van Besouw op de
beschermde waterbron, die het grondwater levert
waarvan Brand wordt gemaakt. "Deze bron wordt
al vanaf het prille begin gebruikt. Het is dé reden
dat hier een brouwerij is gebouwd." Maar de bezoe
kers zijn ook alert: "Als water hier zo makkelijk te
krijgen is, waarom is de bierprijs dan zo hoog?"