'Als je met praktijk
mensen praat, hoor je
welke haken en ogen
aan een plan zitten'
'A;r.
1Ü1 jl|
RESPECT
Heineken nl magazine [11]
De horecavestigingen klaarstomen voor de toekomst. Dat is waar Springbok
projectleider Marinus van Dorst (r) en OR-voorzitter Tim Visser samen voor staan
managers nodig, ze zouden kwalitatief worden gewogen.
In de tweede fase (fijnstructuur) bleek dat de bestuurders
het plan hadden om medewerkers van twee samen te voegen
vestigingen niet tegelijkertijd boventalllig te verklaren. Dit
vonden we als OR onredelijk. De bestuurder heeft dit voor
nemen toen ingetrokken."
Er waren meer zaken die op weerstand stuitten.
Tim: "In eerste instantie was bedacht dat de Verkoopbinnen
dienst met minder commercieel assistenten (CA's) toe kon. Ik
werd gebeld door collega's: 'Tim, die norm kan niet.' Ik heb ze
aangeraden hun commentaar zo goed mogelijk te onderbou
wen en op papier te zetten. Die CA's zijn zeer voortvarend te
werk gegaan. We hebben hun stuk voorgelegd aan Ronald den
Elzen, directeur Horeca Heineken Nederland. Op ons advies
heeft hij toen besloten voorlopig geen boventalligheid te laten
ontstaan bij de CA's, zodat in de praktijk kan worden vastge
steld waar de norm precies moet liggen. Dat is goed. Als je
met praktijkmensen gaat praten, hoor je welke haken en ogen
aan een plan zitten."
OK, Springbok is dus nodig met het oog op de toekomst. Maar
worden de medewerkers er ook nog wat wijzer van?
Marinus: "Als je met meer mensen op een afdeling zit, wordt
de organisatie flexibeler en kun je beter kennis delen. Daar
geloof ik heilig in. Kijk naar de afdeling Verkoopbinnendienst.
In de oude situatie zaten er misschien drie medewerkers. Dat
is eigenlijk te weinig. Er hoeft in vakantietijd maar iemand
ziek te worden en je houdt nog maar een medewerker over.
Die kan dan eigenlijk alleen nog maar op de winkel passen.
Met de nieuwe, grotere afdelingen behoren die situaties tot
het verleden."
Hoewel het samenvoegen van de units duidelijke voordelen
heeft, ontkent Marinus niet dat het wel een ingrijpende
maatregel is. "Vooral voor de mensen die boventallig worden.
Maar ook voor de mensen die een nieuwe werkplek krijgen. Ik
sprak vorige week een collega die iedere dag op z'n brommer
in een kwartiertje naar 's-Hertogenbosch rijdt. Die moet straks
naar Oss, tientallen kilometers verder. Dat is voor hem een
enorme verandering. Je kunt uitleggen waarom het nodig is,
maar ik snap zijn punt: hij moet straks een auto kopen om
naar z'n werk te kunnen komen."
Tim: "En we hebben ook medewerkers die weten dat ze over
een paar maanden geen werk meer hebben. Toch blijven ze
hun werk heel betrokken doen. Voor hen heb ik groot respect.
Natuurlijk is het rampzalig datje mensen teleur moet stellen,
maar het is onvermijdelijk. En vergeet niet: dit plan versterkt
wel de toekomst van de medewerkers die overblijven."