Het bier wordt voor het vullen gepasteuriseerd.
Daarvoor gaat het door een leiding waar het via een
zogenaamde platenpasteur verhit en afgekoeld wordt.
In een 'cleanroom' wordt het Tapvat afgevuld en
gesloten. Daarna wordt het regelventiel geactiveerd
dat ervoor zorgt dat het bier met de juiste druk kan
worden getapt: de 'carbonator', in vaktermen.
Jan Fidder vergelijkt machines met mensen. Operator
doet er een schepje bovenop. "Sommige machines zijn
net vrouwen. Ik heb een haat-liefdeverhouding met die machi
nes. Wanneer het liefde wordt? Zodra je het apparaat helemaal
kent. Net als met je vrouw: als je die eenmaal helemaal kent,
heb je ook geen ruzie meer. De sniffer-ontdopper in de clean-
room is zo'n complex apparaat. Die ruikt of de patroon in het
Tapvat niet lekt. Als de sniffer niet goed staat afgesteld, keurt
hij alles af. Je hebt veerkrachtige mensen nodig om dit soort
problemen op te lossen. Je moet met de leverancier meedenken
over oplossingen. Alles zo klaarzetten dat de productie direct
door kan als de storing verholpen is. We moeten steeds een
tandje harder. Dit werk is een uitdaging. Niemand heeft een
vaste plek. Wij moeten de hele lijn kennen. Rouleren snel. Als
een collega gaat eten, dan schuif ik even op. We staan ook vaak
over een afstand van honderd meter in gebarentaal met elkaar
te praten. Je voelt de druk om te presteren, maar dat maakt het
werk juist leuk. We hebben al een keer 7.850 trays op een wacht
van acht uur gedraaid - een record op deze lijn. Als we de
tienduizend halen, krijgen we taart en bloemen. Ik zie collega's
in mijn oude baan dik worden. Daar krijg je hier de kans
niet voor."
Om te voorkomen dat zich condens vormt aan de
buitenkant van het met koud bier gevulde Tapvat,
wordt ieder vat opgewarmd in een bad. De condens
heeft voor het bier geen consequenties, maar als je
het Tapvat in een doos stopt, veroorzaakt de con
dens schimmelvorming in de omverpakking. En op
het blik kan corrosie ontstaan.
Heineken nl magazine [21]