Tijdens die eerste drie jaar is met name bestudeerd wat duurzaamheid inhoudt, hoe je die meet, hoe de verschillende agrarische bedrijven in elkaar steken en hoe ze duurzamer kunnen worden. Heineken zorgde daarbij vooral voor de motivatie en kennisoverdracht. "Wij betalen niets extra voor de duurzame gerst," zegt Hagge de Vries. "Het voordeel voor deelnemende bedrijven ligt in de kennis die ze al doende verwerven. Daarvoor hebben we de hulp ingeroepen van specialisten, zoals het Centrum voor Landbouw en Milieu, het Louis Bolk Instituut en Moza.ID." En omdat gerst voor de meeste boeren maar een klein onderdeel van hun bedrijf is (Aard Robaard teelt bijvoorbeeld ook nog graan, aardappe len, suikerbieten en zaaiuien en heeft ook een fruitteeltbe- Inmiddels hebben de gezamenlijke inspanningen geleid tot een werkzame definitie van duurzaamheid en tien indicato ren waarop die duurzaamheid kan worden getoetst. Hagge: "Gewone landbouw is gericht op een maximale opbrengst per hectare. Je moet er steeds meer instoppen aan meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen; de grond raakt uitgeput. Bij duurzame teelt ga je bewuster om met de grond en de hulpmiddelen. Je probeert bijvoorbeeld de bodemvrucht baarheid te verbeteren, zodat je minder mest hoeft te gebruiken en je probeert minder bestrijdingsmiddelen in te zetten. De opbrengsten zijn nauwelijks kleiner, maar de kosten worden duidelijk lager. Dus uiteindelijk is duurzame drijf waar hij peren teelt), heeft Heineken ook andere afnemers van de agrariërs overgehaald om zich in te span nen voor duurzame landbouw. Van Liere (uien), Cargill (gerst), CSM suiker en Suikerunie (suikerbieten) zijn inmiddels ook van de partij. meer dure hulpmiddelen aan te pas komen. Ik wist dat er iets moest veranderen, maar was er nog niet uit wat dat precies zou zijn." Dus stapte Aard met negen gelijkgestemde collega's in het leertraject van Heineken. Heineken nl magazine [17]

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken NL Magazine | 2006 | | pagina 21