Willen wij en onze kinderen over dertig jaar nog steeds een goed biertji
kunnen drinken, dan moet er nu al gezocht worden naar duurzame
methodes om de ingrediënten van dat biertje te telen. Heineken is daar
druk mee bezig, samen met een aantal enthousiaste boeren.
TIEN PIONIERENDE BOEREN
[16] Heineken nl magazine
veranderen. Wij willen dat tegen 2012 een groot deel van
onze grondstoffen duurzaam geteeld is."
ökylark heet het biertje dat Heineken brouwt uit duurzaam
verbouwde gerst. Nooit van gehoord? Dat kan heel goed,
want Skylark ligt nergens in de winkels. En dat is vooralsnog
de bedoeling. Dit biertje is namelijk vooral een product van
Heinekens project rond duurzaam geteelde grondstoffen.
Vandaar ook dat het drankje is vernoemd naar de veldleeu
werik, een beschermd vogeltje dat uitsluitend overleeft in
gebieden met een grote biodiversiteit. Alleen degenen die bij
het project betrokken zijn, krijgen af en toe een flesje Skylark.
Verder wordt er geen grote ruchtbaarheid aan het biertje
gegeven. Duurzaamheid is voor Heineken immers geen
marketinginstrument, niet iets om goede sier mee te maken.
Wat is het dan wel? Hagge de Vries, raw materials-coordina
tor legt uit: "Door duurzame teelt wil Heineken veiligstellen
dat er in de toekomst voldoende gerst is, en dat die gerst ook
goed en gezond geteeld wordt. Als wij over twintig jaar nog
veilige, bruikbare grondstoffen willen hebben, dan zullen
akkerbouwers nog moeten bestaan. Als ze doorgaan zoals nu
zal de grond niet veel meer opbrengen; er moet dus iets
Een helder voornemen, dat in de praktijk helemaal niet zo
eenvoudig uitvoerbaar blijkt. Toen Heineken besloot meer
aandacht te schenken aan duurzame teelt, wist het bedrijf
eigenlijk niet precies wat de consequenties zouden zijn.
Sterker nog: de agrariërs bij wie Heineken te rade ging,
wisten het evenmin. Dus werd in 2002 besloten om met
boeren op zoek te gaan naar het hoe en waarom van duur
zame gerst. Via de Agrarische Unie, een toeleverancier voor
agrariërs en tevens collecteur van granen, legde Heineken
contact met tien telers in de Flevopolder. Aard Robaard was
een van hen. Hij runt een akkerbouwbedrijf van 180 hectare
bij Dronten, verbouwt onder andere gerst en had interesse.
"De laatste tien jaar zag ik dat de productie onder druk stond,
terwijl er meer kosten tegenover stonden," vertelt Aard.
"Gewassen groeiden steeds moeizamer en er moesten steeds