I
Wie zwijgt, stemt toe
Ondernemingsraad
®P^°V 25 jaar in dienst
Zoete rwou de
6
Donderdag 4 november. Oud Poelgeest ziet er vredig uit, maar het is een hete herfst.
In een van de zalen bespreekt de OR Zoeterwoude vier adviesaanvragen. In een mara
thonzitting van acht uur bereiden we ons voor op de volgende dag met wéér zo'n
zitting. Dit keer met Hein van Dort, Corrie Scholman en Ed van Willegen.
Praten, praten, praten. Waarover?
Over roosters, grofstructuur, fijnstruc
tuur, boventalligheid, opleidingen.
Over beleidsplannen en de manier
waarop men ze wil invoeren. Over
personele consequenties en onze
bedenkingen daarbij. Zijn de plannen
écht noodzakelijk? En als dat zo is,
moeten ze dan op deze manier
worden uitgevoerd? Hoe gaan de
bestuurders dit communiceren? Hoe
doen zij recht aan de gevoelens van
de medewerkers? Onder welke voor
waarden worden de plannen draag
lijk? Enzovoorts en zo verder.
Brouwen
Vrijdag 5 november, vijf uur.
De beleidsmakers zijn vertrokken met
een pakket van 50 vragen. Sommige
van die vragen zijn gedeeltelijk beant
woord, sommige zijn heftig bediscus
sieerd, andere vragen om nadere
bestudering. Komende week gaan we
verder, want we zijn nog niet klaar.
Terwijl we onze spullen pakken, valt
het woord Brouwen...
We bellen naar huis: "schat, het wordt
wat later" en gaan weer zitten.
Er is nog geen adviesaanvraag, maar
wat gaan we doen als ie komt?
Advies geven zou je zeggen, maar er
ligt een python onder het gras. We
roepen altijd dat de plannen eerst met
de medewerkers moeten worden
besproken. Dat is op dit moment nog
niet gebeurd omdat de operators tot
nu toe alleen wilden praten als de uit
komst van het gesprek in hun voor
deel vast zou staan. Dus wat doen we?
Adviesaanvraag onbeantwoord terug
sturen? Zelf opnieuw naar de brou
wers toestappen met de woorden
"jongens, meisjes, praat nou alsje
blieft"? Of gewoon negatief advies
geven? We zijn moe en komen er niet
uit.
Suffe schapen
Ik probeer me in te leven.
Er zijn mensen die, als ze kwaad zijn,
zwijgen. Er zijn er ook die juist heel
veel gaan zeggen. Ik behoor tot de
tweede groep. Als ik mij door de baas
onrechtvaardig behandeld voel, bel ik
aan bij de baas en ga ik kletsen als
Brugman.
Ze zeggen wel eens: 'geen woorden
maar daden'. Maar woorden zijn ook
daden. Of wil je liever iets met
bommen en granaten? Hakken en
zand? Zeepkisten, petjes en prikkel
draad?
Ja, maar we willen geen suffe schapen
zijn. Nee, wie wél? Maar zelfs als we al
schapen zijn, is een pratend schaap
altijd nog minder suf dan een zwij
gend schaap...
Ik heb een idee. Vind je de beleids
plannen vervelend en slecht? Sta op,
praat met elkaar en toon aan dat het
anders en beter kan. Het beste wapen
tegen een slecht plan is een beter
plan. Of vind je misschien dat er hele
maal geen plan moet komen? Sta op,
praat en toon aan dat alles goed gaat
zoals het gaat. Het beste wapen tegen
een plan is het bewijs dat het niet
hoeft. Maar roep niet "we pikken het
niet langer" om vervolgens te gaan
zwijgen.
Wat vind je van mijn idee? Belachelijk?
Sta op, praat en toon aan dat ik onzin
klets. Als ik niets hoor, ga ik denken
dat ik gelijk heb. Want wie zwijgt
stemt toe.
Piet Hagenaars
OR Zoeterwoude
1 december 2004
W.L. Beste Breurtje
J.C. Verbeek
A. Wassenaar
Colonne 9, Ploeg B, Binnenland
Colonne 2/3/7, E&IB
Colonne 2/3/7, Ploeg E