Zandstormen, slechte wegen en hitte, maar: In het vorige nummer maakten we melding van het avontuur dat Heineken-medewerker Jan Koop, hoofd logistiek bij Bralima in Zaïre, samen met broer Rob zocht in zijn rit van Amsterdam naar Kinshasa in Zaïre. Na 24 dagen, 10.350 kilometer, twee lekke banden en kortsluiting in de richtingaanwijzer kwamen de gebroeders Koop in Zaïre aan. Hun tocht is goed afgelopen, lezen we in het reisverslag, ondanks uitgebreide douaneformaliteiten en zandstormen. Hieronder een gedeelte van hun ervaringen. Sneeuwbui Weggespoeld Kamelen Zandstorm Vriendelijk Vechtpartij HEINEKEN INTERNATIONAL MAGAZINE NR. 20 Gebroeders Koop hebben 't gehaald PAGINA 6 Een moskee bij het plaatsje El Golea in Algerije. "Zwaarder dan Parijs-Dakar: Amsterdam-Kinshasa". Met deze woorden werden we verwelkomd bij aankomst in Kinshasa door de lokale dealer van Daihatsu (de jeep waarmee het duo de tocht maakte, red.). Hij greep deze gele genheid aan om de introductie van een nieuw model luister bij te zet ten. De trekpleister van zijn show werd mijn auto, niet gewassen, met Sahara-stof en lateriet-vuil er nog op. Voordat het echter zo ver was, hadden we al heel wat dingen mee gemaakt. Het begon uiteraard met de voorbereidingen: de keuze en aankoop van de auto, visa aanvra gen, aanschaf van onderdelen en - zoals het een Heineken-man betaamt- het opstellen van een budget. Op 1 maart was het zover: 's morgens om 11.00 uur vertrok ken we in de stromende regen, windkracht zeven vanuit Neder land. In Luxemburg belandden we nog in een fikse sneeuwbui, maar in Frankrijk verbeterde het weer snel en in Spanje was het ideaal voorjaarsweer. Via de oostroute bereikten we Almeria, waar we, in afwachting van de boot naar Melli- la, noodgedwongen onze eerste vrije dag namen. Na een overtocht van zes uur zetten we vaste voet aan de grond in Marokko. De grensformalitei- ten namen nogal wat tijd in beslag en bovendien werd onze wegen kaart van Marokko in beslag geno men. De grenzen van Marokko waren op onze kaart blijkbaar niet goed aangegeven. Het voorstel om desnoods Marokko van de kaart af te scheuren werd niet geaccep teerd. Nergens waren andere land kaarten te krijgen, maar uiteinde lijk kregen we van een Fransman op weg naar zijn geboorteland een kaart. Het stuk dat hij nog nodig had voor zijn terugtocht, werd van de kaart afgescheurd. Met de onderste helft van de kaart bega ven we ons richting Algerije. Via plaatsen met idyllische namen zoals Tlechmen, Sidi bel Abbes, Lagouat en Gardheia, bereikten we de echte woestijn. De eerste vierhonderd kilometer waren de wegen nog redelijk begaanbaar, maar tussen El Golea en Ain Salah was er niet veel meer van over. Veel grote gaten en stuk ken die door een hevige regenbui waren weggespoeld. Overigens regent het hier gemiddeld slechts eenmaal per twee jaar. De enkele automobilist die over deze 'weg' rijdt speelt prima in op de situatie. Hij verlaat de weg en zoekt zijn eigen spoor, zodat de weg soms wel 10 kilometer breed is en je je dus gemakkelijk kunt vergissen. We waren al een eind op weg naar een kleine oase mid den in de woestijn, voordat we in de gaten hadden, dat we totaal ver keerd waren gereden. De woestijn is veel afwisselen der dan menigeen verwacht. De kleuren van het zand veranderen voortdurend van wit, via rood naar zwart. De vlakten gaan over in heuvels en hooggebergten. Gedu rende de hele reis hebben we geno ten van de schilderachtige tafere len. De nachten in de woestijn zijn iets heel bijzonders: ongelooflijk stil, heel helder en met de contou ren van zandheuvels om ons heen. De eerste overnachting in de Sahara was overigens een hele gewaarwording. We sliepen in de auto op een speciaal geconstrueerd bed. Midden in de nacht werden we wakker van de kou; de ramen waren dik bevroren en onze water tanks waren veranderd in blokken ijs. Uiteraard smolt het ijs snel toen de zon opkwam en gaande weg de dag steeg de temperatuur tot zo'n 40 graden Celsius in de schaduw! In Tamanrasset brachten we nog een tweede vrije dag door. Het is een prachtig woestijnstadje aan de voet van een hoog bergmassief. In een klein plaatsje in de buurt zou den prachtige muurschilderingen te bewonderen zijn. We hebben ze helaas niet gezien; de weg er naar toe was erbarmelijk, zodat onze snelheid niet hoger lag dan vijf kilometer per uur. Dit was onbe gonnen werk en na veertig kilome ter keerden we om. We hadden beter een kameel kunnen huren. Na Tamanrasset lag zeshonderd kilometer woestijn zonder weg op ons te wachten. Er zouden enkele bakens staan, die als gids konden dienen. We hebben er geen gezien. Voordat we Tamanrasset konden verlaten, moesten we ons melden bij de plaatselijke politie. Die meldde onze tocht bij de eerst volgende politiepost. Als je je bin nen twee weken niet hebt afge meld op de plek van bestemming, wordt een zoekactie op touw gezet. Beginnelingen werd aange raden de tocht in konvooi te maken. Er was die dag één kon vooi vertrokken, een half uur voor ons vertrek. De politie raadde ons aan even hard door te rijden om aansluiting te kunnen vinden bij het konvooi. Na een aantal uren lukte dit en samen met enkele Peu- geots, een omgebouwde Mercedes en een andere jeep maakten we de rest van de woestijntocht mee. Halverwege kwamen we in een zandstorm terechtDoorrijden was onmogelijk. Het was een vreemde gewaarwording om anderhalve dag in je auto opgesloten te zitten. De wind ging eindelijk liggen en we braken ons kamp op. Alle spo ren van auto's voor ons waren door de storm uitgewist en we moesten verder op kompas rijden. De per sonenauto's in ons konvooi hadden de grootste moeite met het rijden door het losse zand. Honderden keren bleven de auto's steken en heel vaak moest worden gegraven om ze los te krijgen. We zaten zelf ook een keer vast in het zand en omdat we achteraan in de karavaan tussen heuvels reden, raakten we onze voorgangers binnen de kort ste keren kwijt. Na drie uur zwoe gen lukte het ons uit het rulle zand los te komen. Na drie uur rijden en bij het vallen van de duisternis vonden we eindelijk onze mederei zigers weer. De volgende dag bereikten we Ain Guezzam, de grensplaats tus sen Algerije en Niger. In de bran dende zon moesten we de hele auto uitpakken, waarna een gron dige inspectie plaatsvond. Alle for maliteiten namen bijna een dag in beslag, maar eindelijk konden we weer op weg. De woestijn werd steeds vlakker en het zand harder. Met gemak konden we honderd kilometer per uur rijden. Bij de stad Agadez namen we afscheid van de woestijn. Daar begin de Sahel-zone; veel verdorde planten, arme dorpjes en veel geiten en ezels. Dit beeld bleef tot voorbij Zinder, een stadje in het zuiden van Niger. De grens met Nigeria leverde niet veel problemen op. De wegen in Nigeria waren prima, het land schap zeer afwisselend en vriende lijke mensen. We reden door naar Kaduna, waar een brouwerij van Nigerian Breweries staat. Via de Personeelsdienst Internationaal van Heineken hadden we een telex verstuurd met het verzoek bij de brouwerij een dag te logeren. We hadden als vermoedelijke aan komstdatum 15 maart opgegeven. Exact op 15 maart om 19.00 uur arriveerden we bij de brouwerij De grensformaliteiten in Kame roen namen weer veel tijd in beslag. In de buurt van hoofdstad Douala namen we weer een vrije dag om wat te luieren aan het strand en rond te kijken. We had den de twijfelachtige eer te kampe ren aan de voet van de Mount Cameroun, de op een na natste plek van de wereld. Het landschap van Kameroen is prachtig en de mensen zijn zeer vriendelijk. Het bewijs van die vriendelijkheid leverde een plaatselijke aannemer, die ons onderdak verschafte in een van de in aanbouw zijnde huizen. Onze auto werd veilig op een bouwterrein geparkeerd. Ook in de lokale bar werden we gastvrij onthaald. Gabon was heel anders dan Kameroen: zeer slechte wegen en tot overmaat van ramp regende het constant. Tussen Libreville en Lambarene hebben we nog zes uur vastgezeten. Een geslipte vracht wagen blokkeerde de hele weg. De vrachtwagen kon niet losge trokken worden, omdat de chauf feur weigerde zijn lading te los sen. Na vijf uur namen enkele wachtenden het heft in handen en begonnen de wagen te lossen. Dit ontaardde in een grote vechtpartij. Uiteindelijk werd een compromis gevonden. Onder de wachtenden werd geld ingezameld om een ploeg mensen te betalen, die de wagen weer zouden opladen. De chauffeur liet zich vermurwen en de vrachtwagen kon worden weg gesleept. Congo was het laatste land op weg naar Zaïre. Drie grensposten, op twintig kilometer afstand van elkaar, vormden een groot struikel blok. We kwamen na werktijd bij de laatste grenspost aan en moes ten noodgedwongen wachten tot de volgende dag. We hadden niet eerder de mogelijkheid geld te wisselen. Na enkele uren kwam de douane-chef zijn excuses maken voor de zeer strakke hantering van de regels. Hij begreep dat we nog geen geld hadden en veel trek in een biertje. Even later kwam hij terug met een grote fles bier, die we broederlijk deelden. De vol gende dag zorgde de douane-chef ervoor dat we snel de grens over konden. De slechte wegen in Congo verhinderden ons op tijd te zijn voor het veer Brazzaville- Kinshasa. Een laatste overnach ting in Congo en op 25 maart sta ken we de grens van Zaïre over. Voor de laatste keer de hele auto uitpakken en laten inspecteren door vijf verschillende instanties. Precies om 10.00 uur reden we het Bralima-terrein op. Thuis! Het einde van een interessante en boeiende reis. Jan Koop rechts op de foto) met zijn broer Rob ergens onderweg tijdens hun 10.350 kilometer lange tocht van Amsterdam naar Kinshasa.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Heineken International Magazine | 1989 | | pagina 6