No. 14 HST DWAALLICHT December 1942 De voetbal-overschrijvingen ESN - VRIJ PERSOONLIJK - WOORD Gischler, Roland, Nietveld en misschien ook Leentvaar gaan de Sportclub H.S.M. verlaten. Gischler en Roland gaan weer naar hun oude vereeniging, Ajax, terug. Nietveld gaat naar Zeeburgia en de aantrek kingskracht van Ajax heeft ook Leent vaar in haar ban. Het valt niet te ontkennen, dat dit voor onze voetbalafdeeling een geduchte tegenslag is. Gischler was onbetwist onze beste voetballer, wiens al of niet medespelen ons elf tal een klasse scheelde. Nietveld kwam er den laatsten tijd als back uitstekend in en wat Leentvaar be treft, ik heb zelf de laatste sei zoenen het genoegen gehad, als rechtsback zijn veilige aanwezigheid steeds achter mij te weten, altijd klaar om bij mijn talrijke misstap pen op het glibberige pad der ver dedigingskunst zijn soliede Hol- landsche corpus en zijn prachtige keeperstalenten wat men tegenwoor dig noemt "in te zetten". Ik weet dus het beste, wat we in hem zouden verliezen. Wij verliezen echter niet alleen de speelkracht. Zoowel Gisch ler als Nietveld en Leentvaar heb ik altijd beschouwd als volbloed H.B.M.ers. Als zoodanig hebben zij zich althans steeds gedragen. Men kon op hen rekenen onder alle om standigheden. Hun mentaliteit en' sportieve spelopvatting maakte het een genoegen, met hen te spelen. H.B.M. kon met hen voor den dag komenl Ik kan niet verheelen, dat dit geval ook voor mij persoon lijk een teleurstelling beteeleit. Men weetdat de H.B.M.-voetballerij altijd een speciale hobby van me is geweest. Ik heb me er altijd nogal voor uitgesloofd en zooals de oude cracks trotsch waren op de jaren van 1921-22, zoo was ik trotsch op het nieuwe H.3.M., het H.B.M. van nS. het verval. Van de jaren, die ik heb gevoetbald, waren die zeven K.B.M.-jaren de beste, de prettig- b°e' ae gezelligste. De stemming was altijd voortreffelijk; er werd niet gekankerd en onverkwikkelijke tooneelen, zooals ons uit den "goeden, ouden tijd" weieens zijn beschreven, kwamen niet meer voor. Wij waren wereldrecordhouders in trouwe opkomst: of het ver was of dichtbijof heb regende of de zon scheen, altijd waven er elf H.B.M.- ers. Ik heb me hier altijd zeer over verheugd en met het ijdelheid, dat blijkbaar de meest menschelijke is van alle mensche- lijke eigenschappen, was ik er trotsch op, dat ik met de spelers had mogen helpen om dit op te bouwen. En nu, in drie maanden tijd, is bij een deel van die prachtige eenheid, die voetSal-H.B.M. heet, de stemming plotseling omgeslagen. Wat was daarvan de reden? Ik wist het niet. Ik was doordat ik zelf niet meer kon spelen en door de herverdeeling der voetbalfuncties het contact met de ziel der voet ballerij vrijwel verloren. Daarom was voor mij deze gang van zaken een onaangename verrassing en ik hoopte, dat de spelersvergadering in deze licht zou verschaffen. Veel heeft deze vergadering ons echter niet geleerd, behalve de xax waarheid van het spreekwoord: Als en één schaap over den dam is, volgen er meerl en vervolgens, dat de ziekte eigenlijk niet van zx. heel ernstigen aard was en bij de noodige fut, weerstands- en aanpas singsvermogen van de spelers ge makkelijk kan worden overwonnen. Daarom is het verkeerd, deze zaak al te tragisch op te nemen. Zeker, het is voor H*B*M. een tegenslag, een doodslag is het echter nog lang niet. We hou den volgend jaar in ieder geval nog een zoodanig aantal spelers over, dat er gemakkelijk een elftal, zij het op lager peil, kan worden samengesteld. En dat zal de garde zijn, die zich niet overgeeft, die de H.B.M. hoog zal houden onder alle omstandigheden. Dat

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Het Dwaallicht | 1942 | | pagina 4