De snert wordt opgeheschenl
handen bij het rondgaan van zeld
zaam gev/orden spijs en drank, aan
drie werf-hoe ra-ge roep, aan gedrarg
rond een b^uffetje in een consum-
tietent, aan vroolijke gezichten
van "winnaars en verliezers, aan
het geluid van vallend glaswerk,
aan hijgende opa's met bloote
knieSen en aan zooveel meer
dat tot de belevenissen van 14 Mei
1942 behoorde, een dag, die zelf
weer tot zoovele - geheel andere -
herinneringen dwong. Maar bovenal
zal de veertiende van Bloeimaand
1942 verbonden olijven aan den
geest van welwillendheid en vriend-
schap, van onopgesmukte gastvrij
heid, waarin wij, Rotterdammers,
door de eenige stedelingen van
Nederland ontvangen zijn. Het is
een dag geweest, rijk aan inhoud,
die ons voor eenige uren heeft
doen vergeten wat ons smart en
needrukt, ja, ons een oogenblik
zelfs in den waan gebracht heeft,
dat alles weer was als vroeger...
Is er beter compliment
denkbaar voor de geniale en in
vloedrijke mannen, die er in dezen
tijd van nood en beperking in ge
slaagd zijn dit wonder- en monster-
feest te wrochten? Afgezien echter
van het materieele, dat tegenwoor
dig meer dan ooit een prominente
plaats in ons denken en handelen
inneemt, is de sportreunie op
Hemelvaartsdag in ideëel opzicht
van zoo groote beteekenis geweest,
doordat zij alle rangen en stan
den van het Heineken's bedrijf
hetzij als deelnemers aan de
Juni 1942
sport, hetzij als belangstellende
op ongedwongen wijze samenbracht en
aldus een bijdrage geleverd heeft
tot den groei van het eenheids
gevoel onder alle aai de bereiding
en verspreiding van het beroemde
product medewerke. xden
Eenheid door sport, dat was
het symbool van dezen sportdag,
die als een evenement in de ge
schiedenis der vier sportclubs
opgeteekend zal blijvenl
RV
Het beslist laatste woord
óver het tournoo f.
ORGA riSATIS
Van 14 op 15 Mei heb ik voor
het eerst na vfenei weer rusuig ge
slapen. U kunt me gelooven of niet,
maar ik heb vaak desperaat het mo
ment vervloekt, waarop ik het tour-
nooi-idee naar voren heb gebracht.
Mij onrustig wentelend op mijn
sponde, heb ik in koortsdroomen
de Rotterdamsche massa's zien aan
komen aan 't station en alsmaar
volle trams voor hun neus zien weg
gaan. Ik heb ze met opgeheven vuis
ten koffie en gebak zien eischen
in een nette gelegenheid niet te
ver. Ik heb ze met hun koffertjes
op een hoop zien staan, vol vuur
om te voetballen... en er-waren
geen velden. Toen heb ik ze zien
spelen, terwijl de zon achter het
Een hoekje van de zaal.
No .8 HET DWAALLICHT