No. 7 HET DWAALLICHT Mei 1942 BELEVENISSEN VAN EEN AMATEUR - OORLOGS - TUINDER Ik wou er niet aan, ik hou niet van gebondenheid,m'n vrijheid is m'n leven.Maar nadat Mr:H.voor de 2e maal ons nog eens de kans op hongerlijden had voorgespiegeld en ik een liefhebber ben van 'n aard appeltje en bruine boonen met SPEKVET III,begon ik 'm toch te knijpen en heb me maar opgegeven voor 'n tuin. En toen kwam de brief,"Kragtv/ijk No17".Zaterdags meteen betalen en pootgoed halen en stonden we in de rij,amateurs en vakmenschen,met menschen die het meer gedaan hadden en beginne lingen, allen met koffers en zakke gewapend om de buit in ontvangst te nemen. S'Avonds meteen landje verkennen en vast wat ploeteren, wat 'n kluiten, wat 'n kluiten. Niet te laat naar huis. Zondag zou de groote slag beginnen. Zondagmorgen om 9 uur op het pad, aangekomen direct contact met mede-landeigenaren en aan goeden en slechten raad geen gebrek. De een zei: "Je kunt die aardappe len er zoo wel in stoppen,tusschen de kluiten in,dat doen de boeren ook wel." De ander zei: "Die grond meneer, 't is een schande, zooiets af te leveren, die moeten we heelemaal weer omspitten." Ik dacht,de een wil dat zoodje om spit ten, de ander wil de boel er zoo in stoppen,laat ik den midden weg nemen;laat ik het ergste kluit je een klap op z'n kop geven en dan pooten maar. Eerst meten en dan maar meteen met de schop, maar dat ging niet,ik moest een pootstok zien te krijgen anders werd het niets,want toen het eer ste aardappeltje er in zou gaan met de schop,kwam er 'n plag naar boven, die niet leuk meer was. Maar ja, een pootstok had ik niet, dan m'n stok met "No:17" uit den grond en daar mee prikken. Maar dat was geen houvast, daar zat geen handvat aan en ging dus ook niet. Gelukkig had een ervarer buurman verderop,een pracht van 'n pootstok en daar begonnen we, kuiltje,aardappeltjekuiltje, aardappeltje Ik prikken en m'n vrouw stopte ze er in. Op ongeveer de helft was ik krom,had geen rug meer en begon eenigszins op "Opa,achter de gerani ums van St.Jacob" te lijken. Maar aan het eind,was ik er schijnbaar door,ik had m'n rug weer terug. De aardappel-sport lag me weer als andere sport, ik ben 'n man van de lange afstand. Na een poosje, midden in de pooterij,kwam een andere buurman kijken,'n eenige kerel, gevat, over al op rijmen en met 'n gezicht van Slim Summerville van de oude Amerikaansche films, van vroeger. U heeft 'n rooie kop,maar schiet aardig op, en zal na dit zweeten, Uw eigen aardappeltjes eten, zoo sprak m'n buurman en ging weer naar "z'n eigen kluiten-veldje. Ik had net weer een nieuw rijtje gepoot, toen m'n vrouw zei: "Zeg,hebben we dit rijtje al niet zoo even gezet"? Ik zeg: "Ben je mal,dat kan toch niet." "Ja, maar door dat kletsen van Slim (want zoo hebben v/e hem al gedoopt)hebben v/e ons vast vergist". Enfin,voor alle zekerheid 'begin ik het laatste aardappeltje weer op te graven en jawel hoor, daar komen er twee voor den dag, hadden we die rij dubbel gepoot en begon ik dat heele rijtje weer op te graven en of de duvel er mee speelde, af en toe waren allebei de aardappeltjes haast niet meer te vinden. Het is verder voor elkaar en klaar gekomen en zijn we begonnen om de rest van het veld klein te maken voor de bruine boonen, maar wat 'n scherven, witte,bruine, groenewit- met blauwe scherven en vele soorten gekleurd glas, het leek wel iets voor het oudheidkundig museum en verwachtte ik ieder oogen- blik de welbekende pot met goudstuk ken te zullen vinden. M'n vrouw was vertrokken om voor de pot te zorgen, want we had den een reuze honger gekregen van dat harde werken en je krijgt dei in druk, wat je van den winter overhou den moet dat kom je nu tekort, dus die heele bedoening blijft lood om oud ijzer, want ik eet vandaag eens zooveel als anders. Maar het is nu te laat. Sr is al zooveel aan gedaan, dat v/e er nog

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Het Dwaallicht | 1942 | | pagina 8