.To 7
HST DWAALLICHT
Mei 1942
Twee Ateden
ROTTERDAM - AMSTS DAM
Als ik vroeger met den trein
van Rotterdam naar Amsterdam ging,
mocht ik altijd graag reizen over
Woerden/Breukelen, alleen al1 om
het intense genoegen van het uit
zicht uit den trein vanaf het Oos
telijk viaduct van het Centraal
Station. Wanneer ik dan voor het
raampje stond, genietend van een
stadsgezicht, dat eenig is op de
wereld, met de ranke silhouetten
van Zuider- en Oudekerkstoren, met
de schilderachtige huizen van de
Prins Hendrikkade, de Schreiers-
en de Montelbaanstoren, de wijde
toegangspoorten van Oude Schans,
Gelderschekade en Damrak en in de
verte het kenteeken der Amsterdam-
sche glorie, de /estertoren, dan
kon ik mij het geluk en de trots
van de zeventiende-eeuwsche zee
lieden voorstellen, die, terugko
mend van hun reis en nog niet
stuitend op de uitzicht belemme
rende stations-kolos, de stad,
hun stad, in haar volle schoon
heid zagen liggen. Dan kon ik me
voorstellen, hoe ze haar recht
streeks in de armen vlogen en hoe
zij, eenmaal aan wal, behoefte
gevoelden om in alle taveernen
van Warmoesstraat en Vaterkant
met hun kornuiten te klinken op
het opwindend geluk van dè.t weer-
zienl
In de twintigste eeuw heb-
den de Rotte -dammers altijd een
zwak voor Amsterdam gehad. Dat
klinkt misschien vreemd bij de
rivaliteit, die op velerlei ge
bied tusschen de beide steden is
te constateeren. Ook Rotterdammers
en Amsterdammers "in privé" zitten
elkaar nogal eens in Set vaarwater
doch "was sich liebt, das neckt
sichl Een feit is het, dat Amster
dam op de Rotterdammers een onzeg
bare bekoring uitoefent en dat de
bijzondere charme van Amsterdam
door de Rotterdammers vaak nog be
ter wordt aangevoeld dan door de
Amsterdammers zelf. is het niet
teekenend, dat de schilder, die
als geen ander het bijzondere
karakter van het Amsterdamsche
stadsgezicht vermocht weer te geven,
Breitner, Rotterdammer van geboorte
■was
Er is maar één stad, /aar
de Rotterdammer nog meer van houdt
dan va: Amsterdam en dat is
Rotterdam! Die liefde is een onbe
redeneerde en onberedeneerbare,
voor een buitenstaander (een Amster
dammer b.v.) zelfs volkomen onbegrij
pelijke liefde.Immersvan zuiver
aesthetisch standpunt bekeken was
Rotterdam ook vóór 14.Mei 1140 niet
v/at'men noemt een mooie stad. De
weinige historische schoonheid lag
door de stad verspreid en werd niet
zelden overwoekerd door de dynamische
krachten van het heden. Overal ver
rees het nieuwe en men was in Rotter
dam gewend veel en veel meer naar de
toekomst te kijken dan te verwijlen
in het verleden. Maar misschien was
het juist d*t, wat de Rotterdammer
zoozeer aan zijn stad bond. Die
stad was voor hem geen moeiteloos
van zijn voorvaderen overerfd bezit,
maar zij was zerk zijner eigen handen
geschapen in luttele generaties. Hij
heeft haar zien groeien, zien bloei
en. Hij heeft haar zien ondergaan...
"De liefde tot' zijn land
is ieder aangeboren". Deze wijze
woorden vai Vondel gelden voor iedere1
stad, voor ieder dorp, voor elk laid.
Die liefde te ontzien en te trachten
haar te begrijpen is allereerste ver-
eischte voor de goede verstandhouding
tusschen de verschillende levensge
meenschappen. Moge Hemelvaartsdag
1942 ertoe bijdragen om in onze eigen
kleine kring tot dit begrip en deze
verstaidhoudim weer een stap nader
te komen!
vdz
VERMIST I
"Het Dwaallicht"Ho5*
'Vie bezorgt het den redacteur terug?!