net lied van de maand
SIERLOOS TIJDPERK
ue kellner, die de pilsjes placht te dragen,
Staat stom-verveeld aan een pilaar geleund;
De chef in zijn buffet-fort steunt;
net laat hem koud, wat al zijn klanten vragen...
Soms raakt als peinzende zijn hand
ue bierkraan aan en draait hem even open...
Maar gerstenat komt er niet uitgeloopen.
Dan zucht de chef, en zwijgt, en heeft het land.
sn rond de tafel van de vaste gasten,
waar anders vreugde heerscht en luid vertier,
kist men met smart de béste gast: het bier
En voelt men zich als monniken, die vasten...
we slikken erwtensoep, ook zonder worst of spek;
we vieren raschen desnoods zonder ei;
we missen duizend dingen en zijn er rüstig bij;
Maar 'n wereld zonder bier.... dat wordt te gek!
vdz