ALS HET WINTER IS...
door P.Raayen
No.ö
<Jir<p: -^POGTC LU& 0 H-3>"7.
£?eP, O.VArapeqTZwaai
Ik sta voor één van de ramen van
ons kantoor aan het Weteringplantsoen
en staar naar buiten, uit de mistige
dampkring stijgen voor mij op de con
touren van onze ouwe trouwe brouwerij
gehuld in zilveren sneeuwwade, ter
wijl de met wit dons afgezette boomen
het geheel verlevendigen en de lange
schoorsteen als het ware de achter
grond vormt van het geheel, net is
een fraai wintersch gezicht, zoo
juist weergegeven op bijgaande, door
noos van der zwaai vervaardigde tee-
kening. ik bepeins onwillekeurig de
geneugten, die nu voor een liefheb
ber te genieten zijn... ue kade vol
met stevig ijs, dat beteekent zeker
watl ue elfstedentocht bijvoorbeeld.
Ue rijders, bonken spieren, stalen
longen. zij beklauwen het ijs met
machtige slagen; zij zien niets van
het winterschoon. voort, steeds maar
voortl Eén doel slechts, de eer van
dit groote nationale gebeuren bin
nen te halen, ue beulen van het ijsl
ue tochtrijdersdie zonder gekke
overhaasting de 200 K.M. ijs onder
zich zienwegglijden, met vaak tra
jecten met woestijn-accomodatie
Een monsterrit in 't kwadraat, doch
qua sport van hoog gehalte, uaar-
naast de sneeuw, ue kinderen sullen
hun baantje en geven imitatie-bob-
slee-vertooningen. ue sneeuwbal
oorlog viert hoogtij, doch er is
verandering gekomen in de strategie
Brulde de jeugd vroeger: een hoedf
een hoed!thans bekogelt men elkan
der. Waarschijnlijk teveel aanbod!
Ue sneeuwpoppen verschijnen in
massa's en het is opmerkelijk, hoe
veel er de gelijkenis vertoonen met
één der meest inpopulaire menschen
van dezen tijd. ja, de winter is
mooi! Maar ik moet naar huis. Ik
tracht een tram te pakken te krijgen
en zie mij plotseling als le-re nd
aanhangsel van d at voertuig fungeeren
Treintje naar Nieuwer-Amste1.
geen sprake van! je doet flink,
denkt, dat je in training bent voor
de Marathon en neemt de kuierlatten..
Thuis gekomen haal je als goed huis
vader kolen, je sopt door de dikke
sneeuwmassa naar het tuinhuis en
imiteert terugkomend Anna Pawlowa
in haar onsterfelijke stervende
Zwaan, iets, wat je niet gelukt.
Je ploft in de sneeuw, de kit maakt
'n salto en de sleutel vliegt ins
ülaue hinein en is verder onvind
baar... 's Morgens blijkt het heilige
der heiligen, waar zelfs een js.eizer
zijn knieen pleegt te buigen, niet
te functionneeren. Wat, heb ik mijn
aftap-plichten niet volbracht? Ja
zeker, maar de buitenleiding is be-
vrotenl Pang, een binnenleiding ge
sprongen! Dweilen, foeteren, geen
water! Ten slotte ga ik de deur uit
in zeer opgewekte stemming en sul
op dat gedeelte waar mijn rug ein
digt het tuinstraatje uitl Begin
maar weer aan mijn trainingsloop en
tramworsteling... j~a, de winter is
prachtig, maar de ongemakken, daar
aan verwant, zeer onhebbelijk...
Eén troost is er: Wij behoeven bin
nenshuis geen vrees voor koude te
hebben. ue exhorbitante hoeveelheid