HET DWAALLICHT toebereidselen (een ton vol zuiver zandlvan eenige professionals, waarna wij de riemen lieten klotsen in het water en - in de nauwe ver bindingsslootjes - tegen de kant. Op de Westeinder nam ieder bootje een zoo goed mogelijke stra tegische positie in. Het bleek nu, dat het zand was meegenomen om weer in 't water te worden gegooid, doch een poging om hiervan een zandbank te vermen om er haringen op te lok ken, mislukte. Helaas, want een echte Hollandsche nieuwe zou ons op dat uur niet onwelkom geweest zijnl Van de visscherij-op-zich- zelf wil ik nu verder geen kwaad spreken. Het heele visschendom scheen gewaarschuwd te zijn om zich uit de vinnen te maken, want zelfs de man, die aan zijn snoer-als-een kabel een drie-persoons dreg had hangen, haalde niets op. En bij de anderen bepaalde de vangst zich tot kleine, onbedreven witjes, die met een geschonden lip als leergeld voor hun roekeloosheid, weer in het water werden gedeponeerd. Onder deze omstandigheden vonden wij het verstandiger om de ankers, respectievelijk de steek- stokken te lichten, vóór de boven Schiphol dreigende bui over ons zou worden uitgegoten. Dat was om trent het middag-uur. De vloot trok huiswaarts en de bemanningen zouden geen sportmenschen geweest zijn, als van die terugtocht niet een wedstrijd gemaakt was. Dat waren de spannendste oogenblikken van den dag, vooral, toen boot 41 boot 11 in een smal ver- bindings-slootje meesterlijk in het riet drukte, passeerde, en een flin ke voorsprong nam. De felle, gerouti neerde roeiers van 11 lieten dat echter niet op zich zitten en rukten en duwden met vereende krachten aan de riemen. De boot liep zienderoogen in, de steekstokken als modderige lansen ver vooruit gestoken. Dit werd 41 bijna noodlottig. De stuurman moest wijken voor de dreigende priemen; de roeier stortte, in de borst getroffen, van zijn bank en bijna in het dunne nat. De riemen dreven ergens in Ne derland. De situatie scheen hachelijk, doch in een strijd van man tegen man gelukte het toch nog om 11 tegen te houden. 41 werd weer zeilklaar gemaakt en bereikte na een schitterende spurt als eerste de finishl Sn dit is tevens de finish van het voor publicatie geschikte gedeel te van ons visch-verhaal. Het waren schoone, ouderv/etsche H.B.M.-dagen en volgend jaar gaan we v/eerl Verslaggever.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Het Dwaallicht | 1941 | | pagina 8