HET DWAALLICHT
De visch-partij
VROOLIJKE UREN AAN EN OP HST WATER - EEN ONRUSTIGE
NACHT - EEN MOOIS MORGEN EN EEN R0EIWED3TRIJD
TOT SLOT.
Laat ik U eerlijk vertellen,
dat ik mij nooit heb kunnen begrij
pen, dat iemand zich voor de hengel
sport ook maar één moment warm kon
maken. Vaak heb ik medelijdend ge
keken naar de stakkerds, die in re
gen en wind aan de waterkant zaten
te zitten, emotie-loos op jacht naar
een schamel stelletje graten met
heel veel schubben en weinig visch
er omheen. Maar nu ben ik bekeerd,
volkomenl
Is er iets mooiers denkbaar
dan een fietstocht door het Holland-
sche polderland, overgoten door het
zachte licht van een levensgroote
maan, weerspiegeld in vaarten en pLas-
sen? Het was mooi, zóó mooi, dat we
het heelemaai niet erg vonden, dat
"De Uil" niet in Aalsmeer bleek te
nestelen, zooals ons valschelijk was
voorgespiegeld, maar ergens onder
de rook van Leiden»
Die Uil was overigens een
prettige verrassing op zichzelf,
want in plaats van een eenzaam,
somber en groezelig visschers-hó-
telletje, bleek het een flink, mo
dern en gezellig établissement te
zijn, w^ar het vol was, overvol van
louter gezonde en vroolijke gasten
van beiderlei kunne, die allemaal
iets met het water hadden uit te
staan, doch hardnekkig weigerden
het te drinken» Het werd dus een
zeer vroolijke avond, waarmede het
groote nut voor den visschersman,
om 's Zaterdagsavonds van huis te
gaan in plaats van Zondagsmorgens
(ffUidelijk bewezen is.
Toen wij ons naar de cata
comben begaven om te gaan slapen,
had het middernachtelijk uur reeds
lang geslagen, met het gevolg, dat
er knap werd gespookt. De rijpe
vruchten van den militairen dienst
tijd van sommige heeren vielen ons
overdadig in de schoot, zoodat wij
alweer op moesten staan vóór wij
goed en wel sljgoen...
De dag was nog zeer jong,
toen wij ons inscheepten in de boo
ten. Deze inscheping had door de
slaperigheid van het gezelschap en
de kilheid van den prlllen ochtend
een merkwaardig rustig verloop. Wij
bewonderden de uitrusting (wat zou
U denken van 3 paraplu's?) en de