-8-
de bekende Jan Willem Beukelsz.te Biervliet, woonde, wijst
er volgens den schrijver op, dat bier ook in Holland reeds in
de Middeleeuwen bekend was.^De inneming van den Briel en de
tocht van Houtman naar Xndie worden door den schrijver uit
voerig behandeld. Een der beroemdste brouwers uit den gouden
eeuw der republiek, geboortig uit Mouthuizen, en hopman van
beroep, liet zich in den Franschen tijd, toen iedereen een
naam kreeg, vernoemen naar zijn illusteren voorganger keizer
Hui-Ni-Kin en heette van nu af aan Heineken. De schrijver be
sluit zijn verhandeling met de conclusie, dat deze Heineken,
hopman uit Mouthuizen, beschouwd dient te worden als de vader
der Hollandsche bierindustrie. Alles bij elkaar een zeer le
zenswaardig boek.
Tenslotte nog een Indisch bierdrama;
HUISELIJKE TWIST.
Het echtpaar P.in de Bierstraat, kreeg hevige ruzie over
het ieit, dat er geen nieuw Heineken's Bier in huis was. De
man wond zich zoodanig oP> dat de buren er aan te pas moesten
vrouw had geen schuld, want haar langganan was uit
verkocht. Gelukkig bleken de buren te kunnen helpen en, wat
eerst op een begin van een echtelijk drama leek, eindigde in
een gezellig samenzijn onder een koud glaasje nieuw Heineken's
i 1 Deze gebeurtenis inspireerde onzen literairen medewer
ker tot het volgende verhaal;
SPANNING.
Loom lag het huis te droomen in de heete middagzon. Buiten
gonsden insecten. In de half-donl^ere achtergalerij zat een
man. zijn_gezictt was vertrokken,fel gloeiden de niets zien
de oogen in de kassen. Zijn geheele lichaam wees op een on
tregel ïjke spanning, die in hem werkte. Af en toe bevochtigde
hia met zijn tong de brandende lippen-. Met een afwezig ge
baar veegde Lij het klamme zweet van zijn voorhoofd. Plots
omklemden zijn handen de leuningen der stoel, waarop hij was
bnrSe?T^ a richtte zich °P» langzaam, onheilspellend. Zijn
j zwoegde op en neer. Zijn lichaam boog zich voorover als
aat van een roofvogel, die zich op zijn prooi gaat storten -
ais van een tijger, die zich even intrekt voor den vervaar-
ïijken doodensprong. De kinderen kropen huiverig om de moeder.
im.toe schor en klagend"w aar is dat
nieuwe bier1' Toen kwamen de buren.
- o -
Het lied van Bacchus.
Men hoort in onze kerke
Den paster met zijn preek
Dat elk zijn ziel versterke
Door vasten, week op week.
Maar hier, waar 't lied van Bacchus klinkt,
is t beter dan in 't sermoen.
De hemel drinkt en de aarde drinkt,
Hoe zouden wij 't niet doen?
De mannen en de vrouwen
Scheidt men hier niet vaneen.
Want ieder, die wil trouwen,
Mag vrijen, naar ik meen.
Meisje, dat een oogje pinkt,
krijgt van haar lief een zoen.
De hemel drinkt en de aarde drinkt,
Hoe zouden wij 't niet doen?
Hier hebt gij geen miserie
Dm alles te verstaan.
Het slot van elk mysterie
Draait open als een kraan.
v*1* „bier maar in den beker blinkt,
Heeft alle latijn fatsoen.
De hemel drinkt en de aarde drinkt,
Hoe znuden wij 't Niet doen?