Een dagje op zee met visclub "ALTIJD BEET" Ifoor anker bij Lutjewaard De stemming bleef er in De 'Twee Gebroeders' kort na het voor anker gaan op een zonovergoten Wad denzee. De voorzitter van de Visvereniging de heer H. de Vries, wist ook menig schol letje omhoog te halen. Zaterdagochtend 30 maart zes uur. Met een luxe touringcar vertrekt de visver eniging 'Altijd Beet' van onze brouwerij in Amsterdam, met 48 van haar leden naar Den Oever. Wanneer ontwakend Amsterdam achter ons ligt, doorkruisen wij het Noordhollandse landschap. We zijn getuigen van een magnifieke zons opkomst. Een gigantisch Amstelvignet aan de blauwe hemel ontstaat, wanneer een witte wolkensluier de bovenste helft van de nog rode zon bedekt. Opwek kende muziek weerklinkt in de bus, tot dat de voorzitter van de visvereniging, de heer H. de Vries, het woord vraagt. Het zijn de heren C. H. Fransen (Afd. Lab.) en M. H. Kaspers (Spoelpl.) die op deze dag het feit herdenken dat zij resp. 25 en 20 jaar geleden in het huwe lijk traden. Beiden ontvangen uit han den van de heer De Vries een bedrag onder couvert namens alle leden van de visvereniging. Hierna wordt de indeling der schuiten bekendgemaakt. Omstreeks kwart over zeven rijdt de bus de kade van het pittoreske haventje van Den Oever op. Hier liggen de drie schuiten afgemeerd, die onze visvereni ging naar de visgronden van de Wad denzee zullen brengen. Alle benodigd heden worden aan boord gebracht en in snel tempo wordt op de schuiten door twee dames koffie gezet en gedistribu eerd. Even later varen we met de Amstelvlag in top het haventje uit. De 'Twee Ge broeders' als eerste, gevolgd door de Rika' en de 'Jan'. De 'Twee Gebroe ders', met als schipper A. Bakker, heeft vanaf 1924 als flessenschip dienst ge daan voor de Amstel Brouwerij. Door overschakeling op gepalletiseerd weg transport werd deze schuit overbodig en kreeg zijn 'eervol ontslag'. De heer Bak ker, die in 1945 dit schip van zijn vader overnam, heeft het laten ombouwen tot sportvissersvaartuig. Dat de relatie tus sen hem en de brouwerij nog altijd be staat, getuigt de kleurige Amstelvlag, die het schip altijd voert. Na ongeveer vijf kwartier varen gaan de drie schepen voor anker ter hoogte van de 'Lutjewaard', De zee is kalm en de opkomende zon schittert fel in het water, wanneer de vissers hun lijnen overboord zwiepen. De heer W. Both (Gistk.-Wortk.) is de eerste, die een pracht schol uit de diepte weet te halen. Snel volgen er meer. In de loop van de ochtend komen er vanuit het noorden nevels en mistbanken opzetten, die al onze optimistische veronderstellingen over het weer over boord dreigen te gooien. Rond het middaguur zijn onze schepen omringd door nevel en mist. Nauwelijks kunnen we de drie schepen van elkaar onderscheiden. Het weer is in korte tijd veranderd van warm naar fris en van fris naar guur, wanneer er ook nog een harde wind komt opzetten. De zuidwesters en de capu chons worden opgezet. Niemand laat zich kennen. Af en toen komen de vis sers in het vooronder, waar schipper A. Bakker de koffie warm en het bier koel heeft staan. De Amstelmannen laten zich door het koude vochtige weer er niet van weerhouden om de zeer ont spannende sport te beoefenen. Maar helaas, naarmate de middag vordert, zoekt de platvis warmere plaatsen op en de vangst wordt hierdoor minimaal. De stemming blijft echter opperbest. Dan besluit de schipper, na overleg met de heer H. de Vries, om van ligplaats te veranderen. De ankers worden gelicht en ongeveer twintig minuten later komen we in het gebied 'Zwin bij Visjagers Gaatje'. Ook hier is de vangst schraal. Het weer wordt slechter en de wind wordt harder. Alhoewel het schip nogal lees verder op pagina 7) 3

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1968 | | pagina 3