Gijsbreghtkelder één avond
sfeervol stukje Suriname
PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V.
1
HET SPONGAT
NUMMER 73 - 23 NOVEMBER 1967
Vele medewerkers van de brouwerij in
Amsterdam hebben vrijdag 10 novem
ber genoten van een 'Surinaamse
Avond', die werd gegeven in de Gijs-
breghtkelder. Er was in korte tijd een
bijzonder attractief programma opge
steld, dat voor een groot deel bestond
uit het optreden van een Surinaamse
zang- en dansgroep van de heer R. D.
Waal. Onze directeur mr. E.J.Egberts
sprak een welkomstwoord, waarbij hij
zijn bezoek aan Suriname, 2 jaar gele
den, in de herinnering terugriep. Bij die
gelegenheid had hij kennisgemaakt met
de groep, die nu, tijdens een verblijf van
vier maanden in Nederland, in de brou
werij optrad. Die kennismaking was
hem zo goed bevallen, dat het hem ple
zier deed, de enthousiaste groep weer te
zien.
Een andere gast was de heer A. Dumo-
leyn, die tot kortgeleden samen met zijn
broer P. Dumoleyn directeur was van
de Surinaamse Brouwerij in Paramaribo.
De heer A. Dumoleyn heeft zich voor
goed in Nederland gevestigd en toonde
de aanwezigen waaronder veel Suri
naamse vrienden van de heer Waal -
een tweetal aantrekkelijke kleurenfilms.
De eerste liet de stad Paramaribo zien,
alsook de wijze waarop de mensen daar
leven. De tweede film gaf een uitvoerig
beeld van de Surinaamse Brouwerij en
het proces van bierbereiding aldaar.
Na een kort pauze begon het optreden
van de Surinaamse groep. Gekleed in
bonte gewaden en met op het hoofd
schalen en manden met vruchten (en
voor deze gelegenheid Amstelpilsflesjes)
Een lied voor v.l.n.r. mr. E. J. Egberts,
A. Dumoleyn en drs. A. Miedema.
Mr. Egberts oefent zich in enkele Suri
naamse danspassen.
dansten de 'kotamissies' de kelder bin
nen en boden de heren Egberts, Mie
dema en Dumoleyn geschenken aan. In
heemse dansen werden uitgevoerd en
specifiek Surinaamse liederen werden
gezongen. Ook kon het gezelschap een
tweetal nummers met een speciale Am-
stelbier-tekst meezingen, wat er direct al
de stemming inbracht. Tussen de bedrij
ven door vertelde één van de leden van
de groep vele wetenswaardigheden over
land en volk van Suriname, en over de
specifieke gebruiken aldaar.
Het zeer afwisselende programma werd
besloten met een slangedans door de
heer Waal, welke door velen met rit
misch handgeklap werd ondersteund.
Aan het eind van de avond kon ieder
een zich op de dansvloer wat losmaken,
waarbij het ritme van het Surinaamse
orkest de maat aangeeft. Mr. Egberts was
één van de eersten, die zich op de vloer
begaf, waarvoor hij een 'kotamissie' als
zijn partner koos. Eenieder was het er
over eens, dat het een zeer geslaagde
avond was geweest.
Ik ben de secretaresse
van Uw man, zei een knappe, jonge
vrouw. De mevrouw keek haar eens aan
dachtig aan en zei toen: „O ja, was U
dat?"
Dit is een van de zeer vele grapjes over
werkende vrouwen in het bedrijf, die
altijd graag worden rondverteld. Zij be
nadrukken één aspect van de aanwezig
heid van vrouwelijk schoon op een
kantoor.
Wij erkennen, dat dit eros-aspect een
prettige bijkomstigheid is, doch stellen
daarbij tevens, dat zij tekort doet aan
de werkelijke plaats, die de vrouw in
het bedrijfsleven inneemt.
Reeds eerder wezen wij erop, dat de
emancipatie (vrijmaking) van de vrouw
nog niet heeft kunnen verhinderen, dat
het lot van de vrouw in de meeste ge
vallen door de man wordt bepaald. In
het hijzonder geldt dat wel in het be
drijfsleven, waar de vrouw - afgezien
van zeer specialistische beroepen nog
nauwelijks als gelijkwaardige partner
wordt gezien.
Eén van de oorzaken is stellig, dat de
man de vrouw ziet als een ernstige con
currente en vaak terecht.
Immers het is bekend, dat de prestaties
en de doortastendheid, die een vrouw
tentoon kan spreiden, volkomen gelijk
zijn aan die van de man. Haar intelli
gentie is bovendien niet geringer, terwijl
haar kijk op de dingen veelal realisti
scher en praktischer is dan die van de
heren der schepping. Schopenhauer
heeft dit destijds treffend onder woor
den gebracht door te zeggen dat
vrouwen steeds het naastbijliggende be
schouwen en het verder verwijderde
oninteressant vinden. Daardoor is zij
beter dan haar mannelijke collega in
staat het punt te zien, waar het om
draait, aangezien deze laatste het veel
te druk heeft met ver verwijderde plan
nen en idealen.
Al met al niet ten onrechte voelt de
man zich door de vrouw bedreigd, waar
nog bijkomt dat hij veelal niet weet wat
hij aan haar heeft. Zij blijft immers
vrouw en zij zal daar ook naar handelen.
Het is de instelling ten opzichte van het
werk die maakt dat een vrouw haar
taak op een andere wijze vervuld
dan de man. Voor haar is het belangrijk,
dat zij zich in de werksituatie helemaal
plezierig voelt, dat zij de gelegenheid
krijgt iets „eigens" op te bouwen of
m.a.w. dat haar vrouw-zijn zich kan
uiten. Wordt aan die voorwaarden vol
daan, dan zal zij zeker voor haar man
nelijke collega niet onder doen.
Attendens.